Samenvatting: Antimisbruikregels In Belastingverdragen: Een Balancing Act

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Antimisbruikregels in belastingverdragen: een balancing act

• 3 Antimisbruikmaatregelen in de NFV 2011 en Nederlandse verdragen

• 3.1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Heeft NL een modelbepaling om verdragsmisbruik in de trant van 'treaty shopping' te voorkomen.

  Nee, dit omdat steeds de keuze moet worden gemaakt tussen maatwerk met open normen en rechtszekerheid voor de belastingplichtige aan de andere kant.

• Verdragsmisbruik wordt in het NFV 2011 getypeerd als het verkrijgen van verdragsvoordelen door personen voor wie deze niet bedoeld zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën, welke zijn dit?

  1. Fiscaal vluchtgedrag (emigratie)
  2. Shopping binnen het verdrag: Iemand die onder de reikwijdte van het verdrag valt, probeert door gekunstelde rechtshandelingen toepassing te krijgen tot een voor hem gunstiger verdragsvoordeel
  3. "Treaty shopping": Inwoner van een derde staat verschaft zich toegang tot verdragsvoordeel dat niet voor hem is bedoeld.

• 3.2 Doorwerking algemene antimisbruikleerstukken uit de de nationale wet

• Wat is het bezwaar van Nederland bij de doorwerking van nationale antimisbruikleerstukken in verdragen?

  De doorwerking van dergelijke antimisbruikleerstukken kunnen zich buiten het gezichtsveld en de invloedssfeer van Nederland afspelen, zeker wanneer sprake is van open normen.
  Ten tweede is de doorwerking van dergelijke maatregelen eenzijdig aangezien de Nederlandse rechter zeer terughoudend is met het toepassen van fraus legis in verdragssituaties.

• Nederland heeft een afwijkende leer op het punt van de doorwerking van antimisbruikleerstukken uit de nationale wet naar belastingverdragen, wat is de leer van de OESO en wat is die van Nederland, wat is de leer in de Nederlandse jurisprudentie?

  OESO: Oeso-commentaar op artikel 1 stelt dat algemene antimisbruikregels uit de nationale wet ook kunnen worden toegepast onder belastingverdragen.
  Nederland: De verenigbaarheid van antimisbruikbepalingen hangt af van de aard en tekst van de specifieke nationale bepaling, de tekst en doel van de verdragsbepaling in kwestie en de relatie tussen het nationale en internationale recht in een land. Verder moet een antimisbruikbepaling voldoen aan het beginsel van proportionaliteit.
  Hoge Raad: Fraus legis kan onder een verdrag alleen worden toegepast als hier expliciet is in voorzien in het verdrag.

• 3.2.2 Onderling overleg

• Volgens het NFV 2011 is het Nederlandse beleid om een onderlinge overlegmogelijkheid (niet formeel als in artikel 25, OESO) overeen te komen wanneer expliciet wordt besloten om aansluiting te zoeken bij nationale antimisbruikbepalingen. Waarom is dit?

  Het voorkomen dat de evenwicht van het verdrag wordt verstoord wanneer een antimisbruikbepaling in een ander land zich ongunstig ontwikkelt.

• 3.3.1 Inleiding

• Wat is het algemene beleidsvoornemen in het NFV 2011 ten aanzien van het opnemen van antimisbruikbepalingen in verdragen?

  Nederland is bereid tot het opnemen van antimisbruikbepalingen in verdragen wanneer Nederland of de verdragspartner gezien de verhouding tussen de fiscale stelsels een risico op verdragsmisbruik ziet.

• 3.3.2 Misbruik: Nederland als doorstroomland

• Welke maatregelen heeft Nederland nationaal genomen om diens positie als doorstroomland onaantrekkelijker te maken?

  1. Artikel 8c, Vpb is ingevoerd. Hierdoor dienen financiële dienstverleningslichamen reëel in Nederland aanwezig te zijn en dienen ze een reëel commercieel risico te lopen bij het uitoefenen van hun functie.
  2. Het begrip "uiteindelijk gerechtigde" is ingevoerd m.b.t. de dividendbelasting (al is dit uiteindelijk weinig effectief)

• Wat is het gevaar voor verdragsmisbruik bij Nederland als doorstroomland? (Noem er twee)

  1. Het tussenschuiven van een Nederlandse vennootschap om het bronland te dwingen zijn bronbelastingheffing te matigen.
  2. Gebruiken van een Nederlandse vennootschap om het bronland af te laten zien van heffing over vervreemdingswinsten.

• 3.3.3 Misbruik: de verdragspartner als doorstroomland

• Wat is het beleid van Nederland wanneer een onbelaste doorstroom van dividenden via een ander land dreigt?

  Nederland neemt dan zelf het initiatief om een tegen die onbelaste doorstroom gerichte antimisbruikbepaling in het verdrag op te laten nemen.

• Welke problematiek kan zich voordoen bij de verdragspartner als doorstroomland?

  Inwoners van derde staten kunnen de dividendbelasting ontwijken door gebruik te maken van de verlaging van de Nederlandse dividendbelasting ten aanzien van het verdrag met het andere land. Dit is vooral problematisch wanneer in het andere land geen Vpb wordt geheven over die dividenden en geen dividendbelasting wordt geheven bij dooruitkering