Samenvatting: Antitrombotica
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Antitrombotica
-
1 Antitrombotica
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is propvorming? Onder invloed van wat doen ze dit? Welk medicijn remt dit mechanisme?
Trombocyten hechten zich aan een beschadigde vaatwand o.i.v. anti-hemofilie-globuline (AHG).
- Acetylsalicylzuur remt dit mechanisme. -
Wat doet Dipyridamol (Persantin)?
Trombocytenaggregatieremmer -> zorgt ervoor dat de trombocyten niet samenklonteren. -
Is Ascal (carabasalaatcalcium) een trombocytenaggregratieremmer of een middel dat inwerkt op de stollingseiwitten?
trombocytenaggregratieremmer. -
Is Persantin (dipyridamol) een trombocytenaggregratieremmer of een middel dat inwerkt op de stollingseiwitten?
trombocytenaggregratieremmer. -
Welk middel werkt in op de stollingseiwitten in het bloed?
Heparine. -
Wat doen vitamine K antagonisten? Werkt het direct of indirect?
Zorgen ervoor dat de stollingsfactoren niet meer worden aangevuld.
- Werkt indirect. -
Noem een voorbeeld van een vitamine K antagonist. Wat doet een vitamine K antagonist?
Sintrom (acenocoumarol) of Marcoumar (fenprocoumon)
- Haalt de stollingsfactor weg. -
Is een vitamine K-antagonist een trombocytenaggregratieremmer of een middel dat inwerkt op de stollingseiwitten?
Middel dat inwerkt op de stollingseiwitten. -
Heeft een antistolling een smalle of een grote bandbreedte (therapeutische breedte)?
Smalle. -> weinig nodig tot vergiftiging. -
Is het zo dat de INR waarde iets zegt over de protombine tijd van de patiënt en een standaard protombine tijd?
Ja.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden