Samenvatting: Ao Ib
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van AO IB
-
1 Theorie AO IB
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de vier perspectieven van de Balanced Scorecard?
1. Financieel perspectief - wat verwachten onze stakeholders
2. Interne processen - werken wij zo effectief en efficient mogelijk
3. Klantperspectief - wat verwachten onze klanten
4. Innovatie - hoe kunnen we ons blijven verbeteren -
Geef de samenhang tussen BSC, INK en AO IC aan?
1. Betrouwbaarheid informatie voorziening
2. Juistheid en volledigheid gegevens geborgd door gericht AO-/IC maatregelen. -
Wat verstaan we onder Financial statement risico?
Het risico in de financieel administratieve verslaglegging, waardoor de cijfers in het jaarverslag niet de correcte werkelijkheid geven. -
Wat verstaan we onder Soft Controls?
Niet tastbare gedragsbeinvloedende factoren die van belang zijn voor risicobeheersing. -
Geef een aantal voorbeelden van repressieve (maatregelen achteraf) maatregelen?
1. Steekproeven en verbandscontroles.
2. Cijferbeoordelingen
3. Bevoegdheidscontroles.
4. Inventarisaties.
5. Verschillen analyses. -
2 Typologie van starreveld
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het uitgangspunt van Starreveld?
Het waarborgen van de volledigheid van de opbrengstenstroom. -
Geef een aantal criteria voor de typologie van Starreveld.
1. Al dan niet voor de markt produceren.
2. Soortcriterium: soort maatregelen dat nodig is voor de volledigheid van opbrengsten te waarborgen.
3. Volgorde criterium: de mate waarin bij de controle op de volledige opbrengsten verantwoording gebruik kan worden gemaakt van het rationeel verband tussen de opgeofferde en verkregen zaken. -
Noem de vijf functies voor functiescheiding?
1. Beschikken - beslist over de activa en passiva van de organisatie
2. Bewaren - beheert de activa/passiva van de organisatie
3. Uitvoeren - voert activiteiten uit die niet in een vd andere categorie vallen
4. Registreren - vastleggen van informatie
5. Controleren - controleren van informatie -
3 Meerkeuze vragen tentamen
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Bij een hotel is de leegstandscontrole van essentieel belang. Het doel van leegstandscontrole is:
a. controle of alle kamers die leegstaan ook als zodanig geregistreerd staan;
b. nagaan of reparaties nodig zijn aan de leegstaande kamers;
c. controle of de capaciteit die volgens de administratie niet bezet is ook daadwerkelijk leegstaat;
d. nagaan of leegstaande kamers netjes zijn opgeruimd. -
Met het bepalen van de typologie worden één of meer steunpunten gekozen om de controle van de volledigheid van de verantwoorde opbrengsten op te kunnen baseren. Bij sommige organisaties is het creëren van een quasi-goederenbewegingeen belangrijk steunpunt. Welk van het volgend rijtje is geen quasi goed ten behoeve van de AO voor de bepaling van de volledigheid van de opbrengsten:
a.Polsbandje voor het concert van Guus Meeuwis in het PSV-stadion;
b.Kamerpas van het hotel O&B te Den Bosch;
c.Treinkaartje van de NS;
d.Drankmunten voor het carnavalsfeest in het Theater aan de Parade.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden