Samenvatting: Arbeid & Organisatiepsychologie Deel 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Arbeid & organisatiepsychologie deel 2

  • 1 Week 7: Stress en Welzijn van de Werknemers

  • 1.1 Het probleem van stress

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Kahn & Byosiere ontwikkelden een model voor het bestuderen van werkstress. Het model omvat drie verschillende factoren die betrokken zijn bij het stressproces. Licht deze drie factoren toe en leg tevens uit wat hierbij de fight-flight reactie en tend-andbefriend-reactie inhoudt.

    Drie factoren = werkstressoren, moderatoren van het stressproces en de gevolgen van stress (beperkingen).

    Mensen hebben de neiging om op bepaalde manieren op stress te reageren.
    - fight-flightreactie = waarbij mensen ervoor kiezen om te ontsnappen of te vechten.
    - 'tend-andbefriend'-reactie = waarbij mensen op stress reageren door voor familieleden te zorgen en sociale steun te zoeken.

    --> ik dacht me te herinneren dat de drie factoren op tentamen kwamen
  • Hoe kan stress worden gedefineerd? Wat is hierbij eustress en distress?

    Stress = niet-specifieke reactie van het lichaam als reactie op een eis die wordt gesteld.

    Eustress versus distress
    - Eustress = goede stress die mensen motiveert om hard te werken en hun doelen te bereiken.
    - Distress = slechte stress als gevolg van een chronisch veeleisende situatie die negatieve gezondheidsresultaten oplevert.

    --> kwam op tentamen
  • Het algemene adaptatiesyndroom (GAS) bestaat uit vrijwel identieke responsvolgordes op bijna elk trauma over een langere periode en kan worden onderverdeeld in drie stadia. Licht de stadia's toe

    1. Alarmreactiefase: Het lichaam gebruikt zijn reserves om met de stress om te gaan. Stresshormonen, zoals adrenaline, noradrenaline en cortisol komen vrij.

    2. Weerstandsfase: Het lichaam houdt zich bezig met de oorspronkelijke stressfactor, en de weerstand tegen andere stressfactoren is verminderd.

    3. Uitputtingsfase: De weerstand wordt verminderd en tenzij de spanning wordt verminderd, kunnen negatieve gevolgen van de spanning ontstaan.

    --> kwam op tentamen, dus zorg dat je weet welke fases eronder vallen (vraag op tentamen was welke er niet onder viel)
  • Iedereen gaat op een andere manier met stress om. Leg het verschil uit tussen probleemgerichte coping en emotiegerichte coping. Leg tevens het verschil uit tussen fysieke en psychologische stressoren

    Probleemgericht versus emotiegerichte coping
    Probleemgerichte coping = houdt in dat het probleem dat de stress veroorzaakt, wordt aangepakt of veranderd.
    Emotiegerichte coping = waarbij emotionele respons op het probleem wordt verminderd, bijvoorbeeld het vermijden van een probleem. Stressoren zijn fysieke of psychologische eisen waarop een individu reageert. De reacties op deze stressoren worden spanningen genoemd.

    Fysieke stressoren versus psychologische stressoren
    Fysieke stressoren = kunnen stressoren zijn in de vorm van warmte, kou, geluid etc.
    Psychologische stressoren = kunnen alle stressoren zijn die individuen veeleisend vinden.
  • Er zijn 4 psychologische stressoren op de werkvloer: interpersoonlijke conflicten, rolstressoren, werk/familie conflict en emotionele overbelasting. Leg uit wat interpersoonlijke conflicten inhouden en wanneer dit optreedt (3 punten)

    Interpersoonlijke conflicten = gaan gepaard met negatieve interactie met collega's of cliënten.

    Treedt op wanneer:
    - Middelen schaars zijn
    - Werknemers onverenigbare belangen hebben
    - Werknemers het gevoel hebben dat ze niet eerlijk worden behandeld
  • Wat zijn rolstressoren? En wat is hierbij het verschil tussen rol ambiguity, rolconflict en rol overbelasting?

    Rolstressoren = zijn het resultaat van een rol van een werknemer, er kan sprake zijn van overbelasting van de rol wanneer er van een individu wordt verwacht dat hij/zij te veel rollen tegelijk vervult.

    Verschillende soorten rolstressoren

    - Rol ambiguity = medewerkers hebben geen duidelijke kennis over wat er van hen verwacht wordt
    - Rolconflict = eisen van verschillende bronnen zijn onverenigbaar.
    - Rol overbelasting = van een medewerker wordt verwacht at hij meerdere rollen tegelijk invult

    --> kwam op tentamen. Zorg dat je ook weet dat deze 3 onder rolSTRESSOREN vallen
  • Er zijn 4 psychologische stressoren op de werkvloer: interpersoonlijke conflicten, rolstressoren, werk/familie conflict en emotionele overbelasting. Leg uit wat werk/familie conflict en emotionele overbelasting inhoudt en welke twee dingen onder emotionele overbelasting vallen

    Een werk/familieconflict = kan zich voordoen wanneer medewerkers een conflict ervaren tussen hun rol op het werk en hun rol in het persoonlijke leven.

    Emotionele overbelasting = reguleren van emoties om aan functie-eisen te voldoen, dit kan worden gedaan door oppervlakkig handelen (fake-emoties) of diepgaand handelen (het reguleren van oprechte emoties).    
    Surface acting = eigen emoties faken
    - Deep acting = oprecht emoties reguleren (dus niet faken, maar emotionele staat veranderen)
  • Recent onderzoek verdeeld stressoren in twee categorieen: uitdagingsgerelateerde en belemmeringsgerelateerde stressfactoren. Licht het verschil toe

    Uitdagingsgerelateerde stressfactoren = zijn werkeisen, die ondanks het feit dat ze stressvol zijn, ook gunstig kunnen zijn voor het individu

    Belemmeringsgerelateerde stressfactoren = zijn functie eisen die de prestaties van een werknemer beperken. Er bestaat een negatief verband tussen belemmeringsgerelateerde stressfactoren en baantevredenheid en organisatorische betrokkenheid
  • Chronische stress ,an veel negatieve gevolgen hebben voor een individu. Deze gevolgen kunnen gedragsmatig, psychologisch en fysiek zijn. Leg de fysieke en gedragsmatige gevolgen toe aan de hand van 3 punten bij beide

    De fysieke gevolgen:
    1. Overactivatie van het sympathische zenuwstelsel. De geproduceerde stresshormonen veroorzaken een verhoging van de hartslag en de hartactiviteit.
    2. In eerste instantie kunnen deze effecten een gunstig effect hebben op besluitvorming, oordeelvorming en fysieke prestaties.
    3. Chronische activering leidt tot een overmaat aan stresshormonen. De combinatie van krimpende bloedvaten en meer bloed dat er doorheen beweegt, veroorzaakt slijtage aan de slagaders en het hart.

    Gedragsmatige gevolgen:
    1. Slechtere informatieverwerking
    2. Slechtere prestatie
    3. Negatieve emoties
    4. Contraproductief werkgedrag (CWB).
  • Chronische stress ,an veel negatieve gevolgen hebben voor een individu. Deze gevolgen kunnen gedragsmatig (slechtere infoverwerking, prestatie, negatieve emoties en CWB), fysiek (overactivatie sympathische zenuwstelsel) en psychologisch zijn. Leg uitleg toe bij de psychologische gevolgen en licht toe aan de hand van 3 punten

    De psychologische gevolgen = depressie, angst en een burn-out.

    Een burn-out is te herkennen aan de volgende kenmerken (leer die kenmerken uit je hoofd)
    - Emotionele uitputting = een individu voelt zich emotioneel uitgeput;
    - Depersonalisatie = individu behandelt cliënten als objecten;
    - Lage persoonlijke prestatie = individuen hebben het gevoel dat ze niet effectief kunnen omgaan met problemen, problemen niet begrijpen of zich niet kunnen identificeren met problemen.

    --> kwam op tentamen met vraag wat er niet onder viel en een beschrijving van iemands klachten, met de vraag onder welk punt dat viel

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Arbeid & Organisatiepsychologie Deel 2