Startpagina / Samenvattingen / Arbeid & organisatiepsychologie deel 2 / rechtvaardigheid-meting-mensen

Artikel: Organizational Justice: The Dynamics of Fairness in The Workplace - Greenberg - Hedendaagse theorieen + meten

Q: Er zijn een aantal hedendaagse theorieën over organisatorische rechtvaardigheid. Wat houdt de referent cognitie theorie in? Wanneer is er een hoge mate van wrok? Licht toe aan de hand van 3 punten

Referent cognities theorie = als procedure als oneerlijk wordt ervaren, reageren mensen met behulp van een referentie vergelijking --> wat had er in plaats van deze oneerlijke situatie kunnen gebeuren?’. Hoge mate van wrok als: - Mensen verwachten dat ze in een andere situatie betere resultaten hadden gehad. - Mensen geloven dat dingen in de toekomst niet beter kunnen. - De rechtvaardigheid laag is, mensen geloven dat de dingen makkelijker gunstiger hadden kunnen zijn.

Q: Wat houdt de fairness theorie in? Noem 3 voorwaarden waaronder een aurotiteitsfiguur verantwoordelijk wordt gehouden voor onrechtvaardigheid

- Fairness-theorie = richt zich op voorwaarden waaronder een autoriteitsfiguur verantwoordelijk kan worden gehouden voor onrecht. Drie contrafeiten (dus ook wel voorwaarden waaronder een autoriteitsfiguur verantwoordelijk wordt gehouden voor onrechtvaardigheid): - De mate waarin iemand denkt dat hij/zij bij een andere procedure beter af was geweest. - De mate waarin iemand denkt dat de autoriteitsfiguur andere haalbare opties had. -De mate waarin iemand denkt dat morele en ethische normen werden overtreden. ----> Deze theorie maakt duidelijk dat ongunstige uitkomsten op zichzelf niet goed zijn voor de reacties van mensen op onrecht.

Q: Wat stelt het groepswaardenmodel, het relationele model en het groepsbetrokkenheidsmodel?

Groepswaardenmodel = mensen ontlenen betekenis aan procedures gebaseerd op de signalen die ontvangen worden, over de status die ze krijgen door medegroepsleden. Het relationele model = stelt dat wanneer groepsleden goede relaties hebben met de autoriteit, dat de autoriteit is geneigd om als procedureel rechtvaardig. Groepsengagement model = stelt dat rechtvaardigheid de key is tot betrokkenheid in groepen waar individuen toe behoren. De percepties van rechtvaardigheid bevorderen zowel psychologische betrokkenheid als gedragsmatige betrokkenheid.

Q: Wanneer onderzoekers organisatorische rechtvaardigheid willen meten, moeten ze rekening houden met wat ze precies willen meten. Leg het verschil uit tussen directe en indirecte metingen van rechtvaardigheid en beschrijf welke meting het vaakst wordt gebruikt

Directe metingen = hierbij moeten de respondenten een globaal oordeel vellen over hun ervaring van eerlijkheid. Indirecte metingen = hierbij wordende respondenten gevraagd verschillende eerlijkheidscriteria te beoordelen. Meest geschikt = Colquit-schaal: een vier-factor-structuur, bestaande uit distributieve rechtvaardigheid, procedurele rechtvaardigheid, interpersoonlijke rechtvaardigheid en informatieve rechtvaardigheid, het meest geschikt is

5 belangrijke vragen over Artikel: Organizational Justice: The Dynamics of Fairness in The Workplace - Greenberg - Hedendaagse theorieen + meten

Er zijn een aantal hedendaagse theorieën over organisatorische rechtvaardigheid. Wat houdt de referent cognitie theorie in? Wanneer is er een hoge mate van wrok? Licht toe aan de hand van 3 punten

Referent cognities theorie = als procedure als oneerlijk wordt ervaren, reageren mensen met behulp van een referentie vergelijking --> wat had er in plaats van deze oneerlijke situatie kunnen gebeuren?’.

Hoge mate van wrok als:
- Mensen verwachten dat ze in een andere situatie betere resultaten hadden gehad.
- Mensen geloven dat dingen in de toekomst niet beter kunnen.
- De rechtvaardigheid laag is, mensen geloven dat de dingen makkelijker gunstiger hadden kunnen zijn.

Wat houdt de fairness theorie in? Noem 3 voorwaarden waaronder een aurotiteitsfiguur verantwoordelijk wordt gehouden voor onrechtvaardigheid

- Fairness-theorie = richt zich op voorwaarden waaronder een autoriteitsfiguur verantwoordelijk kan worden gehouden voor onrecht.

Drie contrafeiten (dus ook wel voorwaarden waaronder een autoriteitsfiguur verantwoordelijk wordt gehouden voor onrechtvaardigheid):
- De mate waarin iemand denkt dat hij/zij bij een andere procedure beter af was geweest.
- De mate waarin iemand denkt dat de autoriteitsfiguur andere haalbare opties had.
-De mate waarin iemand denkt dat morele en ethische normen werden overtreden.

----> Deze theorie maakt duidelijk dat ongunstige uitkomsten op zichzelf niet goed zijn voor de reacties van mensen op onrecht.

Wat stelt het groepswaardenmodel, het relationele model en het groepsbetrokkenheidsmodel?

Groepswaardenmodel = mensen ontlenen betekenis aan procedures gebaseerd op de signalen die ontvangen worden, over de status die ze krijgen door medegroepsleden.

Het relationele model = stelt dat wanneer groepsleden goede relaties hebben met de autoriteit, dat de autoriteit is geneigd om als procedureel rechtvaardig.

Groepsengagement model = stelt dat rechtvaardigheid de key is tot betrokkenheid in groepen waar individuen toe behoren. De
percepties van rechtvaardigheid bevorderen zowel psychologische betrokkenheid als gedragsmatige betrokkenheid.

Wanneer onderzoekers organisatorische rechtvaardigheid willen meten, moeten ze rekening houden met wat ze precies willen meten. Leg het verschil uit tussen directe en indirecte metingen van rechtvaardigheid en beschrijf welke meting het vaakst wordt gebruikt

Directe metingen = hierbij moeten de respondenten een globaal oordeel vellen over hun ervaring van eerlijkheid.
Indirecte metingen = hierbij wordende respondenten gevraagd verschillende eerlijkheidscriteria te beoordelen.

Meest geschikt = Colquit-schaal: een vier-factor-structuur, bestaande uit distributieve rechtvaardigheid, procedurele rechtvaardigheid, interpersoonlijke rechtvaardigheid en informatieve rechtvaardigheid, het meest geschikt is

Bij het selecteren van een meting van rechtvaardigheid moeten organisaties het volgende in overweging nemen (noem drie punten)

1. De onderliggende assumptie van een schaal moeten overeenstemmen met de redenering van de studie.
2. De meting moet van toepassing zijn op de organisatie waar hij zal worden gebruikt.
3. De meting moet van toepassing zijn op de cultuur waarin hij zal worden gebruikt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Arbeid & organisatiepsychologie deel 2

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Artikel: Organizational Justice: The Dynamics of Fairness in The Workplace - Greenberg - Hedendaagse theorieen + meten

5 belangrijke vragen over Artikel: Organizational Justice: The Dynamics of Fairness in The Workplace - Greenberg - Hedendaagse theorieen + meten

Er zijn een aantal hedendaagse theorieën over organisatorische rechtvaardigheid. Wat houdt de referent cognitie theorie in? Wanneer is er een hoge mate van wrok? Licht toe aan de hand van 3 punten

Wat houdt de fairness theorie in? Noem 3 voorwaarden waaronder een aurotiteitsfiguur verantwoordelijk wordt gehouden voor onrechtvaardigheid

Wat stelt het groepswaardenmodel, het relationele model en het groepsbetrokkenheidsmodel?

Wanneer onderzoekers organisatorische rechtvaardigheid willen meten, moeten ze rekening houden met wat ze precies willen meten. Leg het verschil uit tussen directe en indirecte metingen van rechtvaardigheid en beschrijf welke meting het vaakst wordt gebruikt

Bij het selecteren van een meting van rechtvaardigheid moeten organisaties het volgende in overweging nemen (noem drie punten)

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Stress en Welzijn van de Werknemers - Theorieen over stress

Arbeid & organisatiepsychologie deel 2

Wat is wetenschap? een filosofische inleidin…

Neuropsychologie

Biologische en cognitieve psychologie deel 1

Arbeid & organisatiepsychologie deel 1

Biologische en cognitieve psychologie deel 2

Sociale Psychologie

Meten en Diagnostiek 2

Vorm en functie

Vorm en functie DT2

Samenspel van Genen en Omgeving

Methodologie 2