Samenvatting: Arbeid En Organisatiepsychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Arbeid en organisatiepsychologie
-
1 Week 1
-
1.2 Artikelen week 1
-
Model van bevlogenheid (Bakker en Demerouti)
Taakeisen is iets weer je roet mee in het eten kan gooien. Als deze te zwaar zijn dan kan je nog zoveel hulpbronnen krijgen dan maakt dat niet uit.
Geen bevlogenheid: als er roet in het eten wordt gegooid
Wel bevlogenheid: Als je taakeisen en hulpbronnen precies op niveau zijn.
Oorzaken: hulpbronnen (links)
Gevolgen: bevlogenheid en prestaties (rechts) -
2 Week 2
-
2.1.1 Wat zijn emoties en stemmingen
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Drie nauwverwante termen
- Affect
- Emoties
- Stemmingen
- Affect
-
2.1.3 Affectieve-gebeurtenissentheorie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Twee belangrijke boodschappen van affectieve-gebeurtenissentheorie
- Emoties bieden waardevolle inzichten in hoe gebeurtenissen op het werk van invloed zijn op de prestaties en tevredenheid van werknemers
- Moeten werknemers en managers emoties of de gebeurtenissen waardoor de emoties veroorzaakt worden niet negeren, ook al lijken ze onbelangrijk, omdat emoties zich opstapelen.
-
3 Week 3
-
3.1.1 Drie vroege motivatie theorieën
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Tweefactorentheorie (motivatietheorie Herzberg)
De factoren dietevredenheid bevorderen zijn niet hetzelfde als die leiden totontevredenheid .Motiverende factoren (intrinsieke factoren): kans op promotie,persoonlijke groei,erkenning ,verantwoordelijkheid en succes. (tevreden medewerkers)Hygiënefactoren (extrinsieke factoren):beloning bedrijfsbeleid , fysiekeomstandigheden , relaties met anderen enwerkzekerheid . (ontevreden medewerkers)
-
4 Week 4
-
4.1.2 Groepsdynamica: Fasen van groepsontwikkeling
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Vijf fasen ontwikkeling groepen (Tuckman)
- Forming
- Kenmerken: weifelende deelnemers, twijfel over de groepsdoelen
- Voltooid: leden van de groep zien zichzelf als groep
- Storming
- Kenmerken: beperking individualiteit, conflict over de leiding, vijandigheid
- Voltooid: relatief duidelijke hiërarchie
- Norming
- Kenmerken: Sterke groepsidentiteit, afname van rolambiguïteit, toegenomen wij-gevoel, relaties ontwikkelen zich
- Voltooid: stevige groepsstructuur en verwachtingen correct gedrag helder
- Performing
- Kenmerken: besluitvormingsgericht, groepsenergie gaat naar taak, wederzijdse samenwerking, functioneel, productiegericht
- Voltooid: voor permanente werkgroepen laatste fase
- Uiteengaan (adjourning)
- Kenmerken: ontbinding, terugtrekking, toegenomen onafhankelijkheid
- Voltooid: tijdelijke groepen die hun taak er op hebben zitten
- Forming
-
4.1.3.2 Groepseigenschap: normen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Positieve normen en groepsgedrag
Als medewerkers hun denken aan positieve normen koppelen, dan worden die nomen sterker en neemt de kans op een positief effect exponentieel toe. -
4.1.3.4 Groepseigenschap: groepsgrootte
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.3.4
Laat hier meer flashcards zien -
Social loafing, meeliften of lijntrekken
Een van de belangrijkstebevindingen overgroepsgrootte . Dit is de neiging vanmensen om zich minder in tespannen bijcollectieve inspanningen , dan wanneer de alleen werken -
4.1.3.5 Groepseigenschap: groepscohesie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.3.5
Laat hier meer flashcards zien -
Verband tussen groepscohesie en productiviteit
Alle onderzoeken wijzen uit dat de relatie tussen cohesie en productiviteit afhangt van de prestatienormen (output, kwaliteit werk, samenwerking met mensen buiten de groep) van de groep. -
4.1.4.1 Groep versus individu
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Voordelen individuele besluitvorming
· Efficiënter
· Snel
· Geen vergaderingen
· Geen discussies
· Duidelijke verantwoordelijkheid
· Consistente waarden -
4.2.3.3 De invloed van procesvariabelen
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2.3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Gemeenschappelijk overkoepelend doel
Het is belangrijk dat eenteam eengezamenlijk doel opstelt . Dit geeftrichting enhouvast onderomstandigheden . Maar het is wel belangrijk dat alleteamleden hetzelfdesoort doel kiezen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden