Samenvatting: Arbeidsovereenkomstrecht Rb2602182214

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Arbeidsovereenkomstrecht RB2602182214

• 1 Thema Arbeidsverhoudingen

• 1.1.1 Tekst leereenheid 1

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Naast de drie elementen die opgenomen zijn in de definitie van de arbeidsovereenkomst. Is een vierde element, welke?

  Gedurende zekere tijd arbeid te verrichten 'duurcriterium'. 
  In de rechtspraak niet als onderscheidend criterium gebruikt, althans rechter heeft zich er nooit over hoeven uitspreken. De essentie is dat de werknemer zichzelf gedurende zekere tijd beschikbaar stelt om arbeid voor de werkgever te verrichten, waarbij de werkgever mag bepalen d.m.v opdrachten of aanwijzingen wat de werknemer in die tijd gaat doen.

• 1.1.2 Handboek Bouwens paragraaf 3.1.2 tot aan kopje kantlijn Rechtszekerheid

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer werd de arbeidsovereenkomst voor het eerst gedefineerd en geregeld?

  In de Wet op de arbeidsovereenkomst van 13 juli 1907.

• Waarom is de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst van belang?

  Dit onderscheid is voor de werkende van belang omdat er grote hoeveel dwingende recht van toepassing is.

• Wat is het onderscheidende element  dat bestaat  bij aanneming van werk en de opdracht, in tegenstelling tot de arbeidsovereenkomst?

  Bij de aanneming van werk en de opdracht ontbreekt in beginsel de gezagsbevoegdheid.

• Wat heeft de HR overwogen bij de vraag of er sprake is van arbeid in de zin van de arbeidsovereenkomst?

  Volgens de HR is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst indien de arbeid in het kader van een opleiding overwegend is gericht op het uitbreiden van eigen kennis en ervaring van de werknemer. Maar als de arbeid (ook met opleidingselementen) bijdraagt aan het bereiken van het maatschappelijke doel van de onderneming is van arbeid in de zin van 7:610 BW sprake.

• In artikel 7:610 BW is de verplichting van arbeid verrichten te vinden. Waar is de verplichting nog meer opgenomen?

  In artikel 7:660 BW als de werknemer zich zonder toestemming van zijn werkgever door een ander mag laten vervangen wordt het contract niet als een arbeidsovereenkomst beschouwd.

• Wat moet worden verstaan onder het loonbegrip uit artikel 7:610 BW?

  De door de werkgever aan de werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst  verschuldigde vergoeding ter zake van bedongen arbeid. Het hoeft geen reëel loon te zijn. Ook loon i natura is loon in deze van deze bepaling, ook als op declaratiebasis wordt uitbetaald (afdracht btw). Fooien vallen buiten het loonbegrip. Werkgeversdeel van de premies die werkgever op grond van de socialeverzekeringswetgeving aan derde verschuldigd is, is geen loon.

• Bij de arbeidsovereenkomst geldt als element de gezagsvoorwaarden, het geven van instructies. Waarvoor geldt een beperkte verplichting tot het opvolgen van een instructie?

  Bij de opdracht 7:402. Het gaat hierbij om een bepekte verplichting om instructie van de opdrachtgever op te volgen.

• Welke rol speelt de benaming van de overeenkomst die door partijen zelf worden gegeven?

  HR arrest Groen/SChoevers bepaalde dat dit werd bepaald door wat partijen voor ogen stond. Dit kan blijken uit de kwalificatie die partijen aan de overeenkomst hebben gegeven. Het gaat om de werkelijk bedoeling, feitelijke uitvoer.

• Welke rol speelt de maatschappelijke positie van partijen?

  HR Groen/Schoevers bepaalde dat bij het vaststellen wat partijen voor ogen stond rekening mocht worden gehouden met de maatschappelijke positie van partijen. Mate van ondergeschiktheid; zeggenschap over werkverdeling, verlofdagen, ziekte etc.