Samenvatting: Arbeidspsyche
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van arbeidspsyche
-
probleem 1
Dit is een preview. Er zijn 56 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het gedragsmatige effect van prestatie?
-
Wat is taak prestatie?
- verwijst naar de competentie van een individu waarmee hij/zij activiteiten uitvoert die bijdragen aan de technische kern van de organisatie. Dit kan zowel direct (vb. productiewerkers) of indirect (vb. managers) zijn. Taakprestatie is zelf multidimensionaal en bestaat uit vijf factoren:
- verwijst naar de competentie van een individu waarmee hij/zij activiteiten uitvoert die bijdragen aan de technische kern van de organisatie. Dit kan zowel direct (vb. productiewerkers) of indirect (vb. managers) zijn. Taakprestatie is zelf multidimensionaal en bestaat uit vijf factoren:
-
Wat is contextuele prestatie?
Contextuele prestatie verwijst naar activiteiten die niet bijdragen aan de technische
kern, maar de organisationele, sociale, en psychologische omgeving steunen waarin organisationele doelen worden gevolgd. Het bevat niet alleen gedragingen zoals het helpen van collega’s of een betrouwbaar lid zijn van de organisatie, maar ook suggesties doen over hoe werkprocedures kunnen worden verbeterd. Contextuele prestatie is ook een multidimensionaal concept met twee typen gedragingen. -
Uit welke twee typen gedragingen bestaat contextuele prestatie?
- Stabilizing behaviors zijn gericht op het functioneren van de organisatie op het huidige moment (vb. altruïsme, zorgvuldigheid, sportiviteit).
- Pro-active behaviors zijn gericht op het veranderen en verbeteren van werkprocedures en organisationele processen (vb. persoonlijk initiatief).
- Stabilizing behaviors zijn gericht op het functioneren van de organisatie op het huidige moment (vb. altruïsme, zorgvuldigheid, sportiviteit).
-
Is individuele prestatie stabiel over tijd?
Individuele prestatie is niet stabiel over tijd, maar een dynamisch concept dat kan veranderen als resultaat van leren. Zo zou prestatie in eerste instantie toenemen naarmate meer tijd wordt besteed in een specifieke baan, totdat dit een plateau bereikt. Ook de onderliggende processen zouden veranderen over tijd. -
Wanneer is er sprake van de maintenance stage?
Als kennis en vaardigheden zijn geleerd. Cognitieve prestatie wordt tijdens deze fase minder belangrijk, en andere factoren (motivatie) nemen toe in relevantie. -
Wat is het individual differences perspective?
focust op verschillen in prestatie tussen individuen en probeert de onderliggende factoren te identificeren. De kernvraag in dit perspectief is: welke individuen presteren het beste? Het idee is dat verschillen in prestatie kunnen worden verklaard door individuele verschillen in vermogen, persoonlijkheid en/of motivatie. -
Wat zijn de drie determinanten van prestatie?
- Declarativeknowledge:kennis over feiten,principes,doelenendezelf.Hetzoueen functie zijn van iemands vermogen, persoonlijkheid, interesses, educatie, training, ervaring en bekwaamheid-behandeling interacties.
- Proceduralknowledgeandskills:bevatten cognitieve en psychomotorische skills, fysieke skill, zelfmanagement skill, en interpersoonlijke skill. Voorspellers hiervan zijn wederom vermogen, persoonlijkheid, interesses, educatie, training, ervaring en bekwaamheid-behandeling interacties, maar ook oefening.
- Motivation:keuze om te presteren,niveau van moeite,en persistentie van moeite.
- Declarativeknowledge:kennis over feiten,principes,doelenendezelf.Hetzoueen functie zijn van iemands vermogen, persoonlijkheid, interesses, educatie, training, ervaring en bekwaamheid-behandeling interacties.
-
Wat zegt Motowidlo over cognitief vermogen?
Hij was het ermee eens dat variabelen van cognitief vermogen effect hebben op taak kennis, taak skills, en taak gewoontes. Echter, persoonlijkheidsvariabelen zouden effect hebben op contextuele kennis, contextuele skills, contextuele gewoontes, en taak gewoontes. Dit model stelt dus dat cognitief vermogen een minimaal effect heeft op contextuele prestatie via contextuele kennis, en dat persoonlijkheid een minimaal effect heeft op taakprestatie via taak gewoontes. -
Wat is bewijs voor het individual differences perspective?
- Er is een sterke relatie gevonden tussen cognitief vermogen en werkprestatie. Individuen met hoge vermogens presteren beter dan individuen met lage vermogens over verschillende banen. Zo zouden ze gemakkelijker kennis en skills aanleren.
- De algemene relaties tussen persoonlijkheidsfactoren en werkprestatie zijn relatief klein met neuroticisme en zorgvuldigheid als sterkste. Echter, de relevantie van specifieke persoonlijkheidsfactoren voor prestatie varieert tussen banen.
- Er is een sterke relatie gevonden tussen cognitief vermogen en werkprestatie. Individuen met hoge vermogens presteren beter dan individuen met lage vermogens over verschillende banen. Zo zouden ze gemakkelijker kennis en skills aanleren.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden