Stakingsrecht - lid 4 ESH
4 belangrijke vragen over Stakingsrecht - lid 4 ESH
Wanneer is op grond van artikel 6 lid 4 ESH sprake van een rechtmatieg staking?
Waarom is het stakingsrecht voor de vakbonden niet gunstiger geworden?
- belangen van derden wegen nog steeds zwaar mee
- ‘spelregels’ een min of meer onzichtbare invloed blijven uitoefenen op een wijze die de strikte afbakening in art. G ESH te buiten gaat.
- de rechtspraak een afweging maakt op basis van 'alle omstandigheden van het geval'.
Welke drie vereisten golden er voor een geldige collectieve actie op basis van het NS-arrest?
- Is er sprake van een belangengeschil en valt de collectieve actie onder art. 6 lid 4 ESH?
- Is aan de procedureregels van tijdige aanzegging en ultimum remedium voldaan? ('spelregels')
- Is de staking proportioneel gelet op de in art. G ESH genoemde belangen?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Voor het recht op staken moet sprake zijn van een belangengeschil en geen rechtsgeschil. Wat is een rechtsgeschil?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden