Samenvatting: Archiveren

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Archiveren

• 1 Het archief

• 1.4 Opzetten van een archief

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke drie manieren kun je een archief indelen?

  Indeling op basis van organisatieschema, een functionele indeling en een indeling op basis van datum, soort, onderwerp of alfabetisch.

• Welke indeling van een archief is lastig als de organisatie uitbreidt?

  Een indeling op basis van een organisatieschema.

• 1.5 Wet- en regelgeving

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Het vormen en beheren van een archief en hoe lang informatie bewaard moet worden, is geregeld in verschillende wetten en wettelijke regelingen, zoals:

  Archiefwet van 1995.
  Archiefbesluit van 1995.
  Archiefregeling van 2009.

• Organisaties die met persoonsgegevens werken, moeten aan een aantal eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) voldoen:

  Goede reden/toestemming.
  Niet meer gegevens dan nodig.
  Gegevens niet gebruiken voor andere doeleinden.
  Laten weten aan burger wat er met de gegevens gebeurt.
  Niet langer bewaren dan nodig.
  Gegevens moeten beschermd worden.
  Registratie van gegevens melden.

• Met welke wetgeving moet rekening gehouden worden bij het bewaren van persoonsgegevens?

  Archiefwet, het Burgerlijk Wetboek of de onderwijs- en belastingwetgeving.

• Waar moet het fysieke archief tegen beschermd worden?

  Ontbranding (brandkasten).
  Waterschade (bij brand).
  Temperatuur (ruimte goed isoleren).

• 2 Opbergmiddelen

• 2.1 Informatiedragers

  Dit is een preview. Er zijn 47 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke informatiedragers gebruikten de Sumer?

  Spijkerschrift op de zachte kleitabletten.

• Welke informatiedragers gebruikten de egyptenaren?

  Speksteen.

• Wat waren organische informatiedragers?

  Papyrus, leer, perkament, hout en schors.

• Welke informatiedragers gebruikten ze in de Romeinse tijd?

  Wasbordjes en steen.