Samenvatting: Argumentatie, Retorica En Publiek Debat
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Argumentatie, retorica en publiek debat
-
1 Argumentatieanalyse
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Toulmin
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke letters horen bij Toulmin?
- S = Standpunt/conclusie.
- G = Argument/gegeven.
- R = Rechtvaardiging, de algemene regel die S en G met elkaar verbindt, als G, dan S. LET OP! Staat bijna nooit expliciet in de tekst. Daarom: (R): tussen haakjes.
- O = Onderbouwing, zegt waarom de rechtvaardiging zo is.
- K = Krachtsaanduider. Zegt iets over de zekerheid waarmee het standpunt wordt uitgesproken. Signaalwoord: waarschijnlijk. -
Wat is de opbouw van soorten argumentatie bij Toulmin?
1.Enkelvoudige argumentatie
2.Meervoudige argumentatie :
a. Nevengeschikte argumentatie.
1. Afhankelijke argumentatie
2. Onafhankelijke argumentatie
3. Cumulatief
b. Ondergeschikte argumentatie
1. Ketenargumentatie -
Wat is nevenschikkend - cumulatieve argumentatie?
Tussenvorm van af- en onafhankelijk. Alle argumenten zijn een standpunt, maar ter onderbouwing zijn alsnog meer argumenten nodig. -
Wat is ondergeschikt - ketenargumentatie?
De conclusie volgt uit het eerste gegeven (argument), is op zichzelf ook weer een argument (gegeven) voor het volgende standpunt.
Dus S1 = G1. -
1.2 Argumentatieschema's
-
Wat is normatief / normatieve aard?
Debetoger claimt dat is waar/onwaar , waarschijnlijk/onwaarschijnlijk is.
BERUST OP NORMEN EN WAARDEN> -
Wat is descriptief / descriptieve aard?
De betoger claimt dat is goed/slecht, mooi/lelijk, gewenst/ongewenst is. --> Stelt vast hoe iets is, was, zal zijn.
BERUST OP FEITEN. -
1.2.1 Descriptieve standpunten: regelmaat
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Descriptieve standpunten: regelmaat: welke 3 soorten zijn er?
1. Argument ter verklaring
2. Argument tervoorspelling
3. Argument ovbniet-causale regelmaat
--> omdat de bijbehorende vragen op tentamen worden gegeven, niet in SSWC! -
1.2.2 Normatieve standpunten: regels
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
1. Wat is een drogreden bij normatief? (1/3)
Drogreden van monopolievorm: waardeoordeel gebaseerd op maar een beoordelingscriterium, terwijl er meer criteria zijn. -
2. Wat is een drogreden bij normatief? (2/3)
Drogreden vanhellend vlak:argumentatie waarbij de zaak zelf niet alsslecht wordtbetiteld , maar deovertreffende variant die bekend staat alsslecht wordt wel betrokken in deargumentatie . Hierdoor alsnogslecht neergezet .
Bv. Allealcoholisten zijn ooit metlimonade begonnen . -
1.2.3 Ongebonden argumentatieschema's (zowel regelmaat als regels)
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
2. Wat is een drogreden bij normatief en descriptief? (2/3)
Valse analogie: appels met peren vergelijken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden