Argumentatieschema's

3 belangrijke vragen over Argumentatieschema's

Argumentatie op basis van een kentekenrelatie



1 Voor X geldt Y, --> y
1.1 Voor X geldt Z, --> z1.1' Z is kenmerkend voor Y --> Als z, dan y


Q1: maar is Z wel kenmerkend voor Y?
Voorbeeld:
Hij is intelligent, want hij draagt een bril
1 Hij is intelligent
1.1 Hij draagt een bril
(1.1' Een bril dragen is kenmerkend voor intelligentie)

Argumentatie op basis van een vergelijkingsrelatie


1 Voor X geldt Y,
1.1 Voor Z geldt Y,
1.1' Z is vergelijkbaar met X

Q1: maar is Z wel vergelijkbaar met X?
Voorbeeld:
Je moet niet samen met je vriend op vakantie gaan. Daar is het met je ex ook door misgegaan.
1 Je moet niet met je vriend op vakantie
1.1 Dat ging met je ex ook mis
(1.1' Vakantie met je ex is vergelijkbaar met je huidige vriend)

Argumentatie op basis van causale relatie


1 Voor X geldt Y,
1.1 Voor X geldt Z,
1.1' Z leidt tot Y

Q1: maar leidt Z wel tot Y?
Voorbeeld:
1 Annie is misselijk
1.1 Annie heeft bedorven vlees gegeten
(1.1' Bedorven vlees eten leidt tot misselijkheid)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo