Wederzijdse verplichting na schade

12 belangrijke vragen over Wederzijdse verplichting na schade

Zodra een verzekerde op de hoogte is van het verwezenlijken van een risico rust op hem twee verplichtingen

1. het zo spoedig als redelijkerwijs melden van de verwezenlijking
2. binnen redelijk termijn alle inlichtingen en bescheiden verschaffen

De mededingsplicht rust naast de uitkeringsgerechtigde ook op de:

verzekeringnemer

Het enkele feit dat de verzekering door bemiddeling van een onafhankelijke tussenpersoon is gesloten maakt deze nog niet bevoegd rechtsgeldig

namens de verzekeraar een melding van een verzekerde gebeurtenis als ook andere informatie daaromtrent in ontvangst te nemen. Zulks impliceert dat de nalatigheid van de tussenpersoon om de verkregen informatie door te geven aan de verzekeraar voor rekening van de verzekerde komt
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Niet nakoming van de mededelingsplicht als bedoeld in art. 7:941 kan leiden

tot een verplichting tot schadevergoeding art. 6:74 BW

De verzekeraar kan zich hier NIET op beroepen als het gaat om een derde in een fase waarin hij de verzekering nog niet heeft aanvaard. daarom biedt art. 7:941 lid 3 een uitweg voor de vermindering van uitkering voor deze derden.

De verzekeraar neemt vaak in de polisvoorwaarden op dat als de mededelingsplicht zoals bedoeld in art. 7:941 is geschonden dat dit leidt tot het verval van recht op uitkering. Dit kan op grond van art. 7:941 lid 4 alleen als:

de verzekeraar daardoor in een redelijk belang is geschaad

Als werkbaar uitgangspunt bij de beoordeling van het begrip belangenbenadeling lijkt het goed aan te nemen dat er van belangbenadeling voor de verzekeraar sprake is:

als hij hierdoor, door die te late melding, tot meer verplicht zou zijn dan waartoe hij verplicht zou zijn geweest, indien de schade tijdig zou zijn gemeld

Soms kan er bij een gebleken belangenbenadeling toch sprake zijn van proportionele vermindering van de geleden schade

Het vereiste dat een verzekeraar, wil hij zich kunnen beroepen op het verval van uitkering in zijn redelijk belang moet zijn geschaad (art. 7:941 lid 4) gaat niet op als:

de verzekerde deze verplichting niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden art. 7:941 lid 5

Algeheel verval van uitkering o.g.v. art. 7:941 lid 5 gaat in de volgende drie uitzondering niet op:

1. in het geval dat de schade vordering onder verschillende rubrieken van de polis zijn ingediend en het frauduleus handelen slechts betrekking heeft op een van de schadevorderingen
2. de ernst van het bedrog of de betrekkelijke geringe gevolgen er
3. gevallen waarin het verval van uitkering ontoerekenbaar hard zou zijn

In het geval dat de verzekeraar zich beroept op art. 7:941 lid 5 (bedrog) moet hij dit ook

Bewijzen. Het is aan hem aan te voeren dat de verzekeringnemer of de verzekerde hem onjuist heeft voorgelicht omtrent een gevallen schade met het oogmerk een hogere schadevergoeding te verkrijgen of een uitkering te krijgen waarop hij bij kennis van de ware stand van zaken geen recht zou hebben gehad

Art. 150 Rv wie stelt moet bewijzen. er moet hier een onderscheid worden gemaakt in dekkingsvorm:

1. de verzekering die dekking bied tegen schade, ongeacht uit welke oorzaak deze is ontstaan (allrisk). Bewezen hoeft alleen maar te worden dat de schade is ontstaan als gevolg van een onzeker voorval
2. de polissen die dekking beperken tot de in voorwaarde met name gevoerde gevaren (named perils) vormen het andere uiterste. In die gevallen rust op de verzekerde de bewijslast dat zich een van die gevaren heeft voorgedaan en dat de schade daaruit is ontstaan

Betwist de verzekeraar bij een schadeverzekering dat de verzekerde een verzekerbaar belang heeft bij de beschadigde of verloren gegane zaak, dan zal in beginsel ook op de ......... de last rusten om te bewijzen dat hij een zodanig belang heeft bij de zaak.

Verzekerde (dat geldt ook voor degene die als houder van een order- of toonderpolis als verzekerde moet worden aangemerkt)

Verzekeraar moet volgens de stichting toetsing verzekeraars voldoen aan:

1. te weten voor de klant begrijpelijke en heldere informatie
2. zorgvuldigheid en voortvarende dienstverlening
3. goede bereikbaarheid
4. klanttevredenheid
5. kwaliteitsbeleid en kwaliteitsmanagement

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo