Functionele histologie - Hart en bloedvaten

10 belangrijke vragen over Functionele histologie - Hart en bloedvaten

Waaruit bestaan proteoglycanen? En wat is hun functie?

Glycosaminoglycanen, gebonden aan een kerneiwit.
Ze hebben onder andere als functie het binden van watermoleculen en fungeren als moleculair filter.

Waar is het vasa vasorum te vinden en wat is het?

In het buitenste deel van de wand bij grotere vaten. Dit is een netwerk van kleinere vaten die zorgen voor bloedvoorziening van grotere vaten.

Hoe heten de lymfevaten die bij grotere vaten in hetzelfde gedeelte van de vaatwand liggen?

Vasa lymphatica vasorum
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat voor zenuwen liggen in de tunica adventitia en waar lopen deze naartoe?

Er liggen ongemyeliseerde, vasomotorische zenuwen.
Deze lopen naar de spiercellen aan de buitenkant van de tunica media.

Hoe verloopt de circulatie door het lichaam vanaf  het hart naar de periferie en vervolgens weer terug naar het hart?

  1. Elastische arteriën:
    • Vaak dicht bij het hart
    • Kunnen systolische pieken compenseren
  2. Musculeuze arteriën:
    • Regulatie bloed verdeling door contractiele eigenschappen
  3. (terminale) arteriolen:
    • Kleine arteriën
    • Dichter bij orgaan over in end-arteriolen of terminale arteriolen
  4. Capillairen:
    • Haarvaten
  5. Postcapillaire venulen:
    • Eerste kleine venen
    • Achter capilairen aangesloten
    • Diameter van 10-30 µm
  6. Venulen:
    • Gladde spiervezels vanaf een diameter van 50 µm
  7. Venen:
    • Grootste is de vena cava (diameter van 13 tot 30 mm)

Wat zijn de 4 typen capillairen?

  • Continue capillairen:
    • Ononderbroken laag endotheelcellen
    • Omgeven door lamina basalis
    • Komt het meeste voor
    • Te vinden in spieren en zenuwcellen
    • Transcytose zorgt voor transport
  • Gefenestreerde capillairen met diafragma:
    • Bevatten een lamina basalis
    • Transport via de fenestrae
    • Vooral in endocrien klierweefsel en de darm
  • Gefenestreerde capillairen zonder diafragma:
    • Omgeven door een dikke basale lamina
    • Transport van vloeistof  en kleine deeltjes via open fenestrae
    • In glomerulus van de nier
  • Sinusoïden:
    • Geen diafragma en lamina basalis
    • Bekleed met enkele laag aaneengesloten endotheelcellen
    • In lever en andere hematopoëtische organen (beenmerg en bijniermerg)

Wat zijn de functies van endotheel?

  • Bekleden van de bloedvaten
  • Activeren cellen door middel van het enzym ACE
  • De omzetting van angiotensine I tot angiotensine II
  • Metaboliseren en inactiveren van verscheidende stoffen
    • (waaronder bradykinine, norepinefrine trombine en lipoproteïnen)
  • Productie van:
    • Vasoactieve stoffen
    • Stollingsfactoren
    • Bloedgroepantigenen
    • Von Willebrand-factor
  • Brengen adhesiemoleculen tot expressie

Hoe kunnen grote moleculen het endotheel passeren?

  1. Via het labyrint van intracellulaire spleten ontstaan tussen tight junctions. (Deze zijn afgesloten in de hersencapillairen)
  2. Door transcytose opgenomen in de endotheelcellen en door endosomen getransporteerd.

Hoeveel lagen hebben de musculeuze arteriën en wat zijn deze?

Drielagig
  1. Tunica intima
    1. Omgeven door lamina elastica interna
  2. Tunica media
    1. Dik en meerdere lagen gladde circulair georiënteerde spiervezels
    2. Alleen bij grotere omgeven door een lamina elastica externa
  3. Tunica adventitia
    1. Binnenste laag bestaat uit longitudinale vezelbundels

Wat zijn arterioveneuze anastosmosen?

Verbindingen tussen arteriolen en venulen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo