Samenvatting: Audiologie En Audiometrie | 9789046902264 | Chris L van Ligtenberg, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Audiologie en audiometrie | 9789046902264 | Chris L. van Ligtenberg; Hero P. Wit

• 1 Geluid

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is geluid volgens de natuurkundigen?

  Verschijnsel van vibraties die zijn opgewekt door een trillend elastisch voorwerp die zich voortbrengen door een medium (lucht) waarmee trillingsenergie wordt overgedragen.

• Wat is voor ons de betekenis van het waarnemen?

  • Goede uitwisseling van spraak, taal spraak ontwikkeling (gehoor)
  • Gevoel van rust, zekerheid en geluid geeft waarschuwingssignalen. Je kan hierdoor anticiperen en je eigen gedrag aanpassen.

• Waar kan het niet waarnemen van geluid toe leiden?

  • Diepe vorm van bestaansverschaling
  • Eenzaamheid

• Waar houd de wetenschap van de audiologie zich mee bezig?

  • De relatie tussen karakteristieke fysische eigenschappen van geluidstrillingen en de hoorsensaties of geluidswaarwordingen die zij veroorzaken.
    
  • Werking van het auditieve systeem
  • natuurkunde, zintuigfysiologie en psychoakoestiek

• Wanneer is geluid hoorbaar?

  • Als de trillingen voldoende snel zijn
  • Geluidsbron via een medium voldoende geluidsenergie kan afgeven.

• In welke drie hoofdgroepen kunnen geluiden geclassificeerd worden?

  1. Klankkarakter: muziek instrument of zangstem
  2. Impulskarakter: handgeklap of pistoolschot
  3. Ruiskarakter: applaus bladgeritsel en branding van de zee

• Welke 2 componenten geven de sinus weer?

  • U=uitwijking
  • T=tijd

• Wat is de frequentie? (Hz)

  Het aantal perioden dat per seconde wordt gemaakt. (periode= cyclus die zich steeds herhaalt)

• Wat wordt er bedoeld als men zegt dat de trillingen periodiek zijn?

  Dat betekent dat de golfvorm steeds hetzelfde is en dus ook steeds weer hetzelfde geluid voortbrengt.

• Wat is witte ruis?

  Alle frequenties zijn aanwezig, maar de amplitude van iedere sinusvormige trilling schommelt in willekeurige volgorde om een vaste waarde.