Belastingaanslagen en voor bezwaar vatbare beschikkingen - De aanslag
16 belangrijke vragen over Belastingaanslagen en voor bezwaar vatbare beschikkingen - De aanslag
5.3.1.2 Wat is de functie van de aanslag?
Wat is declaratoire effect, constitutieve effect en fictiebepaling?
- Omvang wordt vastgelegd
- verschaft ontvanger de bevoegdheid om invorderingsmaatregelen te nemen
- Art. 11 lid 4 AWR (fictiebepaling): als belastingschuld pas kan worden vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover ze worden geheven, wordt de belastingschuld geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het tijdvak eindigt
5.3.1.3 Hoe moet je te lage aanslagen corrigeren? En hoe zit dat met een te hoge aanslag?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Een ten onrechte opgelegde primitieve aanslag wordt gezien als
navorderingsaanslag aangemerkt (mits aan de voorwaarden voor navordering is voldaan).
Voor de beoordeling van de rechtsgeldigheid van een besluit van de inspecteur is niet beslissend
welke naam
de inspecteur daaraan heeft gegeven, maar gaat het om de strekking.
5.3.1.4 Door middel van één aanslagbiljet kunnen meerdere beschikkingen bekendgemaakt worden. Hoe zit dit met bezwaarschriften?
Indien tegen beide bezwaar wordt aangetekend, kan dat in één bezwaarschrift (art. 24a lid 1 AWR).
5.3.1.6 Indien er geen aangifte is ingediend/benodigde gegevens niet verstrekt wat mag de inspecteur dan doen?
5.3.1.7 Waardevaststelling van onroerende zaken wordt door wie uitgevoerd?
Waardevaststelling kan worden herzien (art. 18a AWR)
5.3.2 De aanslag komt tot stand op het moment waarop....
Wat is de dagtekening? En wanneer mag deze nooit voorkomen en waarom?
Wat gebeurd er als de dagtekening ontbreekt?
- de inspecteur het aanslagbiljet opmaakt (art. 5 lid 1 AWR).
- Dagtekening geeft het moment aan waarop de aanslag tot stand is gekomen.
- Deze mag nooit liggen voor het moment van uitreiking.
- Op dat moment gaat ook de bezwaartermijn in (art. 22j AWR).
Ontbreekt dagtekening, dan begint deze te lopen vanaf de dag na ontvangst (art. 6:8 Awb).
5.3.3.1 De inspecteur heeft voor het vaststellen van de aanslag, hoelang en wanneer begint die periode te lopen?
- drie jaar (art. 11 lid 3 AWR)
- die aanvangt op het moment van ontstaan van de belastingschuld.
5.3.3.2 De driejaarstermijn vangt aan op het moment
5.3.3.3 Aanslagbiljet moet voor wanneer getekend en verzonden zijn?
5.3.3.4 De aanslagtermijn is een vervaltermijn. Als belastingplichtige geld terugkrijgt, kan belastingplichtige
verzoeken en hoe?
om eindafrekening door middel van een aanslag, en niet worden tegengeworpen dat de aanslagtermijn is verstreken.
5.3.3.5 Hoe vaak mag een inspecteur een belastingplichtige een aanslag opleggen? En wat mag ?
per tijdvak maar één aanslag opleggen. Wel navordering.
5.3.3.6 De driejaarstermijn wordt verlengt met de duur van voor het doen van aangifte verleende uitstel (art.
11 lid 3 AWR). Wil er sprake zijn van verleend uitstel waarmee de aanslagtermijn wordt verlengd, dan..
5.3.4 Bepalingen omtrent tenaamstelling ontbreken in de AWR. Opleggen van een aanslag aan een niet-belastingplichtige is niet mogelijk. Kleine onnauwkeurigheden in de tenaamstelling leiden niet tot
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden