Samenvatting: B0022
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van B0022
-
Versie C
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 23/08/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Een wasmiddelfabriek maakt slechts één product. Deze wordt verpakt in verpakkingen van 500gram, 1kg en 2,5kg.-Welke methode voor het berekenen van de kostprijzen zal men hier hanteren?
A = de equivalentiecijfermethode -
Onderneming Y:Grondstofkosten 20 euroDirecte loonkosten 40 euroIndirecte kosten worden opgenomen door een opslag van 100% van de totale directe kostenGemiddeld wordt er 5% afgekeurd.-Wat is de kostprijs van een product?
D = 126,32 -
Een machine heeft een economische levensduur van 5 jaar.Eerste drie jaar, afschrijving van 25% van de boekwaarde.Daarna twee jaar 20% van de aanschafwaarde.-Hoeveel bedraagt de restwaarde, met een aanschafwaarde van 240.000?
C = 5.250.00 -
Pool BV verhandelt producten met een gem. Brutowinstmarge van 20% van de omzet. De constante kosten zijn 750.000 De variabele kosten zijn 5% van de omzet. - Hoeveel bedraagt de break even omzet?
A = 5.000.000 -
Bij welke methode wordt ervan uitgegaan dat de periodieke kosten van de investering alleen bestaan uit afschrijvingen?
C = gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit -
De directie is nogal pessimistisch ingesteld en gebruikt haar beslissing het maximum criterium. Welk alternatief zal de directie kiezen?
B = Alternatief project X -
Een handelsonderneming verkoopt zakken met koffiepads.Prijs per stuk, 17,50 euro.De inkoopprijs bedraagt 8,50De overige variabele kosten zijn 20% van de verkoopprijsVaste kosten bedragen 2 euro per stukConstante kosten zijn 700.000 per jaar.-Hoe groot is de dekkingsbijdrage bij een afzet van 320.000 stuks?
D = 1.760.000 -
Delver BVKostprijs mal is 175 euro10% wordt afgekeurdDe afgekeurde mallen worden vernietigd, dit is kost 50 euro per mal.-Hoeveel bedraagt de kostprijs van een goedgekeurde mal?
A = 200 euro -
Welke omschrijving heeft betrekking op het begrip knelpuntfactor?
C = de productiefactor die uiteindelijk het maximale productievolume bepaalt. -
Wat is het verschil tussen delingscalculatie en de equivalentiecijfermethode?
C = Delingscalculatie veronderstelt homogene massaproductie en de equivalentiecijfermethode heterogene productie.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden