Samenvatting: Ba3A- De Levenscyclus- 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ba3A- De levenscyclus- 1

• 1 Hoorcolleges week 1

• 1.1 vruchtbaarheid bij man en vrouw

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe worden de hoeveelheid eicellen bij de vrouw bepaald?

  1. In week 6 van het embryo (de toekomstige vrouw) worden oogonia aangelegd.
     
  2. door middel van mitose zijn er uiteindelijk zo'n 7 miljoen oocyten
  3. bij de geboorte worden de beste eruit gehaald en de overige gaan in apoptose. 
  4. de goede oocyten blijven in meiose 2 stadia (meiotic arrest)  in het ovarium tot eerste menage.
  5. bij de menarche heb je ongeveer 400.000 eicellen.
     

• Hoe werkt de hypothalamus- hypofys- gonaden as?

  De hypothalamus-hypofys-gonaden as reguleert de voortplantingsfunctie.
  

  • Hypothalamus: Produceert GnRH (gonadotropin-releasing hormone).
  • Hypofyse: Stimuleert door GnRH de afgifte van FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon).
  • Gonaden: FSH en LH stimuleren de ovaria of testes tot productie van geslachtshormonen (oestrogenen/testosteron).
  • Feedback: Hoge hormoonspiegels remmen de hypothalamus en hypofyse.

• Wat gebeurt er met de menstruatiecyclus bij bevruchting van de eicel?

  Het vroege embryo produceert HCG (humanchoriongonadotrofine). HCG lijkt op LH en bindt ook aan LH receptoren. Het corpus luteum blijft in stand en blijft progesteron produceren.

• 1.2 cyclusstoornissen

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• waar komt progesteron vandaan bij de vrouw?

  De enige bron van progesteron in het vrouwelijk lichaam is het gele lichaam.

• Waar vraag je naar in de anamnese van cyclusstoornissen?

  • Leeftijd
    
  • cyclusanamnese 
  • laatste menstruatie
  • regelmaat en duur in verleden van cyclus
  • cyclische veranderingen (mastodynie of midcyclische afscheiding)
  • lichaamsgewicht
  • huidafwijkingen (hirsutisme, vette of droge huid etc)
  • stress of fysieke belasting
  • comorbiditeiten 
  • familieanamnese

• Waar let je op bij lichamelijk onderzoek bij cyclus stoornissen?

  • Anatomische aanleg: gynaecologisch onderzoek en echo van genitaliën interna
    
  • pubertijdsontwikkeling via Tanner stadia
  • BMI en waist-hip ratio 
  • hirsutisme/ huidafwijking via ferryman-gallway score

• Wat is belangrijk om uit te sluiten bij cyclusstoornissen?

  1. Zwangerschap(!)
     
  2. hyperprolactinemmie
  3. ziekte van Cushing (hypercortisollisme)

• welk hormoon is de meest betrouwbare meting of er een ovulatie heeft plaatsgevonden?

  Progesteron meting in bloed.

• waarom zorgt hyperprolactinemie voor een oligomenorroe?

  Een toename van prolactine verstoort de GnRH-pulsatiliteit door een dopaminerge werking in de hypothalamus.

• Welke drie WHO-klassen zijn er betreft asovulatie, en wat houden deze in?

  1. WHO-1 (10%); centraal probleem
  1. FSH, LH, oestradiol zijn te laag.
  2. WHO-2 (80%); regulatie/balans problemen
     
  1. FSH, LH, oestradiol zijn normaal. (LH kan verhoogd zijn)
  3. WHO-3 (10%); ovariaal probleem
  1. FSH, LH zijn verhoogd
  2. oestradiol is laag