Samenvatting: Baiii - Goederenrecht

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BAIII - Goederenrecht

  • 1 Algemene goederenrechtelijke leerstukken + verbintenissenrecht en goederenrecht

    Dit is een preview. Er zijn 32 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat wordt bedoeld met vereiste 1: Geldige Titel?

    Dit is de rechtsgrond die aan de rechtsovergang ten grondslag ligt. 
    • Dit is vaak een verbintenis uit overeenkomst, maar kan ook een verbintenis uit de wet zijn (bijvoorbeeld een onrechtmatige daad). 
  • Wat wordt bedoeld met vereiste 2: Levering?

    Voor levering moet er beter gekeken worden. Er zijn verschillende leverings regels voor roerende zaken, registerzaken en vordering en andere relatieve rechten.
  • Wat wordt bedoeld met traditio constituto possessorio (art. 3:90 jo. 3:115 a Bw)?

    Bezitter wordt houder.
  • Waaruit bestaat levering bij vordering en andere relatieve rechten (vereiste 2)?

    1. Vordering op naam
      1. Openbare cessie (art. 3:94 lid 1 BW) 
      2. Stille cessie (art. 3:94 lid 3 BW) 
    2. Bij andere goederen
      1. Onafhankelijk beperkt recht
        • Art. 3:98 BW
      2. Afhankelijke rechten
  • Wat wordt bedoeld met vereiste 3: Beschikkingsbevoegdheid?

    De bevoegdheid om een goed te kunnen vervreemden of bezwaren; 
    1. Zaken --> eigenaar
    2. Vorderingsrechten --> crediteur
    3. Beperkte rechten --> de beperkt gerechtigde 
  • Hoe werkt de derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid?

    Volgens art. 3:86 lid 1 BW. Derdenbescherming kan bij bezitsverschaffing (art. 3;90 BW)
  • Wat is het gevolg van een geslaagd beroep op art. 3:86 lid 1 BW?

    Dit leidt tot verkrijging van de eigendom door de derde (de overdracht wordt wel geldig). 

    Zo kan de derde (die het goed nu heeft ontvangen) op zijn beurt het goed weer doorleveren aan persoon D o.g.v. Art. 3:84 BW)
  • Voor vertegenwoordiging bij overdracht (ten behoeve van verkrijger) zijn er drie mogelijkheden:

    1. Vertegenwoordiger handelt in eigen naam en voor eigen rekening
      • Auto later doorverkopen (wel problemen bij faillissement)
    2. Onmiddellijk vertegenwoordiger 
      • Z sluit met Y lastleggingsovk. Y koopt in naam van X bij Z auto. Als Y auto koopt ontstaat ovk tussen Z en X.
    3. Vertegenwoordiger handelt in eigen naam, maar voor rekening achterman
      • art. 3:110-111 BW
  • Wanneer vindt bestanddeelvorming (art. 3:4 BW) plaats?

    Vindt plaats wanneer een zaak ofwel; 
    1. Deel uitmaakt van een andere zaak die volgens verkeersopvatting als hoofdzaak wordt beschouwd; of 
    2. Wanneer een zaak niet zonder schade van de hoofdzaak verwijderd kan worden
  • Wat zijn de twee criteria voor bestanddeelvorming (art. 3:4 BW)?

    1. Beschadigingscriterium
    2. Verkeersopvatting (Depex/Curatoren)

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart