Verhaal, uitwinning, rangorde

20 belangrijke vragen over Verhaal, uitwinning, rangorde

Welk arrest is van belang bij het verhaalrecht op goederen?

HR Van Berkel/Tribosa

Wat was er aan de hand in het arrest HR van Berkel/Tribosa?

Van Berkel had geld te vorderen van Zuid-Arcade. ZA had een winkelruimte in eigendom, die zij weer verhuurde aan Tribosa.
  • Om zich te verhalen op zijn geldvordering legde van Berkel derdenbeslag onder Tribosa (=beslag op bestaande + toekomstige vorderingen van Zuid Arcade op Tribosa) 

(tot zover niks aan de hand)

Maar toen: Zuid Arcade verkoopt de overdracht van de winkelruimte aan een andere koper.

HR van Berkel/Tribosa

Rechtsvraag: Wie heeft er nu recht op de na overdracht ontstane vordering op de huurder Tribosa?

HR: volgens Art. 7:226 BW heeft het vorderingsrecht mbt de huur op de verkrijgen (nieuwe eigenaar) overgegaan, maar de vestiging + levering van het pand heeft geen effect tegen de verhouding van de beslaglegger.

Dus: de nieuwe eigenaar heeft wel een vordering op de huurder, maar als de beslaglegger (van Berkel) beroep doet op zijn recht, krijgt de beslaglegger de vordering.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is concursus (samenloop)?

Situatie waarbij er meerdere crediteuren zijn die allemaal een deel van de buit willen.

Uit art. 3:227 BW (regeling concurrent crediteur) valt de volgende rangorde op te maken:

  1. De kosten van de executie;
  2. Crediteuren met voorrang;
  3. Concurrente crediteuren;
  4. Post-concurrente crediteuren (lid 2)

(2) Crediteuren met voorrang.

Maar wie zijn dan de crediteuren met voorrang?

Dit staat in art. 3:278 BW.
Er zijn vier gronden waar voorrang uit voortvloeit;
  1. Pand
  2. Hypotheek
  3. Voorrecht
  4. Anders in de wet aangegeven

Wat zijn nog andere vormen van voorrang (voorrecht)?

  • Art. 3:285 BW --> werknemers
  • Art. 2:88 onder e BW --> loonschuld personeel

Hoe werkt de rangorde onderling voor crediteuren met voorrang door hypotheekrecht (art. 3:279 BW)?

Prior tempore (oudste recht gaat voor)

Hoe werkt de rangorde onderling voor crediteuren met bijzonder voorrecht?

Paritas-regeling: evenredigheid verdeling onderling

Hoe werkt de rangorde onderling voor concurrente crediteuren?

Paritas-regeling: verdeling naar evenredigheid onderling

Bij faillissement gaat de curator als eerste de boedel reconstrueren op basis van het fixatiebeginsel (art. 20 Fw).

Wat is het fixatiebeginsel?

  • Nieuwe goederen zijn schuldig, nieuwe schulden niet
    • Art. 24 Fw: boedel is niet aansprakelijk voor verbintenissen van de schuldenaar naar faillietverklaring

Faillissement: concursus creditorum:

  1. Algemeen gerechtelijk beslag
  2. op vermogen gefailleerde
  3. Gericht op executie
  4. Ten behoeve van de gezamenlijkheid van crediteuren

Faillissement - concursus creditorum

Wat wordt bedoeld met (1) algemeen gerechtelijk beslag?

De curator, rechter-commissaris en raadbank van de rechtbank.
Alle eerder belegde beslagen ten laste van de failliet vervallen.

Faillissement - concursus creditorum

Wat wordt bedoeld met (2) Vermogen gefailleerde?

De gefailleerde verliest het beheer en de beschikkingsbevoegdheid van zijn goederen. Vervolgens vindt door de curator een reconstructie van de boedel plaats op grond van het fixatiebeginsel.

Faillissement - concursus creditorum

Wat wordt bedoeld met (3) Gericht op executie?

Het gaat hier om gerechtelijke executie van de boedel, met als doel het verdelen van de opbrengst.

Faillissement - concursus creditorum

Wat wordt bedoeld met (4) Ten behoeve van de gezamenlijkheid van crediteuren?

De opbrengst van de boedel wordt verdeeld onder de separatisten, preferent concurrenten en achtergestelde concurrenten.

Het vermogen van de gefailleerde;

Op grond van het fixatiebeginsel (art. 20 Fw) valt onderstaande in de boedel:

  1. Art. 20 en 21 Fw;
    • De boedel omvat het vermogen op het moment van de faillietverklaring
  2. Goederen mogen de boedel niet meer verlaten
    • Goederen mogen nog wel bij de boedel komen, maar er mogen geen schulden meer bij de boedel komen.
  3. Art. 5:2 BW
    • Rechthebbenden van goederen die niet tot de boedel behoren kunnen hun goed opeisen (bijvoorbeeld huurders opslagbox --> opslagbedrijf is slechts houder)
  4. Art. 24 Fw
    • Boedel dus niet aansprakelijk voor verbintenissen van de schuldenaar die zijn ontstaan na de faillietverklaring
    • NB: de titel is wel geldig, maar het kan gewoon niet worden verhaald uit de boedel

FIXATIEBEGINSEL
HR Credit Suisse/Jongepier qq

Waar is dit arrest relevant voor?

  • Voor verbintenissen die zijn ontstaan voor het faillissement.
  • Voor verbintenissen die zijn ontstaan tijdens het faillissement.

BETALING DOOR DE GEFAILLEERDE

Wat gebeurt er als de gefailleerde nog geld gaat overboeken naar de faillietverklaring?

  • Art. 23 Fw
    • De gefailleerde is beschikkingsonbevoegd
  • Art. 35 Fw
    • Derden behoren bekend te zijn met deze beschikkingsonbevoegdheid
  • Art. 20 Fw
    • Faillissement omvat hele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring
  • Art. 53 Fw
    • bank mag ook niet verrekenen (mocht er nog iets worden gestort), maar moet het geld dan teruggeven aan de curator
    • Let op!! Het is anders dan bij betaling vanaf de rekening met debetstand (HR Royal Floraholland/ Wittekamp)

BETALING AAN DE GEFAILLEERDE

Dit mag volgens art. 20 Fw.

Maar; wat als de faillietverklaarde een debetachterstand heeft maar zijn debiteur opeens toch nog geld overmaakt (mag de bank dit verrekenen)?

Let op art. 53 Fw en HR postgiro
Het fixatiebeginsel brengt met zich mee dat er niet zomaar verrekend mag worden.

Dus bank mag niet verrekenen door willekeurige (vierde) --> HR Postgiro

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo