Acute and Chronic inflammation (VERVOLG)

54 belangrijke vragen over Acute and Chronic inflammation (VERVOLG)

Wanneer weefselbeschadiging geïnduceerd door leukocyten?

  • Wanneer 'bystander'weefsels beschadigd raken (TBC)
  • Wanneer de verwondingen verergerd worden (de gevolgen van ischemie verergerd bij infarct)
  • Wanneer ontstekingsreactie ongepast gericht is tegen gastheerweefsel (autoimmuun ziekten; allergie)

Welke cellen en moleculen zijn betrokken bij schade bij de volgende ziektes?

  • text-decorationAcuut
  • Acute respiratoire distress syndroom: neutrofielen
  • Acute tranplantatie afstoting: Lymfocyten; Antilichamen en complement
  • Astma: eosinofielen; IgE antilichamen
  • Glomerulonefritis: Antilichamen en complement; neutrofielen, monocyten.
  • Septische shock: cytokines
  • text-decorationChronisch
  • Reuma arthritis: Lymfocyten, macrofagen; AL?
  • Astma: eosinofielen; IgE antilichamen
  • Atherosclerosis: macrofagen; lymfocyten?
  • Chronische transplantatie afstoting: lymfocyten, macrofagen; cytokinen
  • Pulmonaire fibrose: macrofagen, fibroblasten

Wat is het defect bij beenmerg suppressie: tumoren, radiatie, en chemotherapie?

productie van leukocyten

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het defect bij diabetes, maligniteiten, sepsis, chronische dialyse?

Adhesie en chemotaxis

Wat is het defect bij anemie, sepsis, diabetes, malnutrition?

fagocytose en microbiële activiteit

Wat is het defect bij leukocyt adhesie deficiëntie 1(LAD-1)?

defecte leukocyt adhesie door mutaties in β keten van CD11/CD18 integrines (van LFA1 en Mac1 (leukocyt integrines))

Wat is het defect bij leukocyt adhesie deficiëntie 2 (LAD2)?

Defecte leukocyte adhesie door mutatie in fucosyl transferase nodig voor synthese van sialylated oligosaccharide (receptor voor selectines)

Wat is het defect bij chronische granulomateuze ziekte?

afgenomen oxidatieve barsting

Wat is het defect bij autosomale recessieve?

fagocytose oxidase (cytoplasmatische componenten)

Wat is het defect bij Myeloperoxidase deficiëntie?

afgenomen microbiele killing door defecte MPO-H2O2 systeem

Wat is het defect bij Chédiak-Hiashi syndroom?

Afgenomen leukocyt functies door mutaties die eiwitten aantasten die betrokken zijn in het lysosomale memraanverkeer.

Wat is er aan de hand bij defecten in microbiele activiteit?

- vb. chronische granulomateuze aandoening 

- defect in fagocyt oxidase enzym (verantwoordelijk voor ROS)

- Bij deze patiënten leidt opname van bac. niet tot activatie van zuurstof-afhankelijke killing mechanismen

- In poging om infectie te beheersen, worden m.o. door geactiveerde macrofagen omringd -> granulomen

Wat is er aan de hand bij defecten in fagolysosoom formatie?

- vb Chédiak-Higashi sundroom

- Autosomale recessieve aandoening

- Door verkeerd intracellulair organelverkeer

- Tast fusie lysossom met fagosoom aan

- secretie van lytische secretoire granullen door CTL's ook aangetast -> ernstig immuundeficiëntie.

Wat zijn de 3 mogelijke gevolgen van acute ontsteking?

  • Resolutie
  • Chronische ontsteking
  • Litteken

Noem en voorbeeld van eiwitten die nog in inactieve vorm circuleren

complement, kininen

Hebben Lysosomale proteasen en ROS wel/geen binding aan specifieke receptoren (op bep. cellen) nodig?g

geen

Wat zijn de eerste 2 mediatoren die uitgescheiden worden op de plek van ontsteking?

Histamine en serotinine (vasoactieve amines)

Wat zijn asparine en ibuprofen en wat remmen ze?

Het zijn niet-steroïde antiontstekings medicijnen die cyclooxygenase activiteit remmen -> daarmee alle prostaglandine synthese geremd.

Wat zijn belangrijke chemokine-receptoren bij het binden en binnendringen van HIV?

CXCR4 en CCR5

Hoe worden ROS gesynthetiseerd?

via NADPH oxidase (neutrofielen en macrofagen)

Wat zijn de functies van NO tijdens onsteking?

  1. Ontspanning vasculair gladde spieren (vasolidatie)
  2. Antagonisme bloedplaatjes activatie
  3. Afname leukocytwerving bij ontstekingsplekken
  4. Microben doden in geactiveerde macrofagen

 

Wat doen α1- antitrypsine en α2-macroglobuline?

antiproteasen die de mogelijke beschadigende effecten van lysosomale enzymen controleren.

Wat zij de 3 systemen die betrokken zijn bij onsteking (afkomstig van plasma?)

  • Complement
  • Kinine
  • coagulatie

Wat si de kritische stap in de generatie van biologusch actieve complement producten ?

activatie van C3

(complement componenten zijn in plasma in inactieve vorm aanwezig)

Hoe kan C3 binding allemaal plaatsvinden?

via
1) klassieke route ( getriggered door fixatie van C1 aan AG-AL complexen)

2). Alternatieve route (getriggered door bacteri"ele polysaccahriden (vb. endotoxine) en andere microbiele celwand  componenten (plasma eiwitten bij betrokken; properdine, factor B en D)

3). Lectine route (plasmalectine bind aan mannoseresiduen op microben -> activeert vroege vomponent avn klassieke route (zonder AL)

Waaraan kan trombine binden van complement?

C5

Werking complement bij acute ontsteking:

Vasulaire effecten:
C3a en C5a -> toename vasculaire permeabiliteit -> vasolidatie (histamine). Producten hiervan heten anafylatoxinen C5a -> activeert ook lipoxygenase route van AA metabolisme.

 

Leukocytactivatie, adhesie en chemotaxis
C5a activeert leuko's -> toename hechting aan endotheel.

 

Fagocytose
Wanneer C3b aan microoboppp. + iC3b (inactief) -> handelt als opsonine -> toename gafocytose door neutro's en macro's.

hoe heten de complementproducten die voor vasculaire effecten zorgen?

anafylatoxinen

Hoe komt het dat complementactivatie bij verschillende immunologische aandoeningen verantwoordelijk is voor ernstige weefselschade?

ongepaste/overvloedige complementactivatie->  regulatoire eiwitten worden overweldigd.

Waar leidt cascade met factor XII toe bij stollingssysteem?

activatie trombine -> bind aan circulerende oplosbare fibrinogeen -> fibrinestolsel

 

Terwijl geactiveerde Hageman factor stolling induceert, activeert het ook fibrinolytisch systeem. Dit om stolling te limiteren door aan fibrine te binden -> oplossen van fibrinestolsel

Waar leidt de activatie van het kininesysteem uiteindelijk toe?

de formatie van bradykinine van circulerende voorloper HMWK.
Zorgt voor hetzefde als histamine dat doet.

- medieert vasculaire reactie, pijn

Welke tussenvorm ind e kininecascade, met chemotactische activiteit, kan Hageman factor ook activeren? en is dus ook nog een link tussen kinine en stollingssysteem?

kallikrein

Wat zijn de kenmerken van chronische ontsteking?

  • Infiltratie emt mononucleaire cellen (macrofagen, lymfocyten, plasmacellen)
  • Weefselvernietiging (vnl. door producten avn onstekingscellen)
  • Herstel, waaronder angiogenese en fibrose

Wat is een voorbeeld van simmige vorneb cab verwonding die chronische schade opwekken?

virale infecties

Welke persistente microbiele infecties veroorzaken chronische onsteking/

Mycobacterien, T. pallidum, en ebp. virussen en schimmels 

- Allemaal die persitente infecties veroorzaken en een T-lymfociet gemedieerde immunresponse opwekken (delayed type hypersensitivity)

Wat is het gevolg als macrofagen worden geactiveerd en wat zorgt voor de activatie?

-groter, meer lysosomale enzymen,  actiever metabolisme, beter in staat om ingenomen bac te doden.

- bacteriele endotoxinen en andere microbiele producten, cytokinen (vnl IFN-γ), mediatoren dei tijdens ontstekingsreactie zijn geprod., ECM eiwitten (vb. fibronectine)

waartoe kan chronische onsteking leiden als het niet wordt gecontroleerd?

weefselschade en fibrose

Welke producten produceert een gectiveerde macrofaag?

  • Zure en neutrale proteasen
  • ROS en NO
  • AA metabolieten (eicosanoiden)
  • Cytokinen (zoals  IL-1 en TNF) en groeifactoren die proliferatie van gladde spiercellen en fibroblasten en ECM poductie beinvloedt.

In welk soort weefsel worden mestcellen gedistribuseerd?

mestcellen
IgE

wat si er aan de hand bij granulomateuze onsteking?

-ophoping avn geactiveerde macrofagen

- M. tuberculosis, T. pallisum, schimmels, lichaamsvreemde deeltjes (splinter)

Noem 3 van de bekendste toegenomen plasmalevels (door hepatocyten) bij acue-fase eiwitten:

- C-reactive protein (CRP)

- Fibrinogeen

- Serum amyloide A (SAA)

Als wat voor marker worden toegenomen CRP levels gebruikt?

Toegenomen risico op  myocart infart of hartstilstand in patienten met artherosclerotische vasculaire ziekten

Welke cellen nwmen toe bij astma, hoge koorts en parasitaire infecties?

eosinofielen

Waarom word extreme toename van leukocyten ookwel leukemoide reactie genoenoemd (bij ontsteking)?

lijkt op hoev. witte bleodcellen bij leukemie

Hoe kan het dat aspirine werkt tegen trombusvorming?

Aspirine remt PGI2 en TXA2 -> PGI2 (in rustend endotheel) kan zelf weer worden gemaakt. Als TXA2 geremt, kunnen bloedplaatjes niet meer gemaakt -> trombose geremd

Waar owrden acute fase eiwitten (= plasma-eiwitten_ meestal gesynthetiseerd?

in de lever.

Welke cytokine zorgt voor de opregulatie van de synthese van acute-fase eiwitten door hepatocyten?

IL-6

Noem een functie van de acute fase-eiwitten CRP en SAA?

binden aan microbiele celwand -> opinine en complementfixatie.

Welke cytokinelevels nemen toe bij sepsis?

Van TNF, IL-12 en IL-1

O.i.v. welke moleculen vindt diapedese plaats?

PECAM-1 (CD31)

Noem voorbeelden van chemische gradiënten die betrokken zijn bij chemotaxis:

  • Bacteriële producten
  • C5a
  • Leukotrieen B4
  • Cytokines (o.a. IL-8)

Soor welke stoffen worden microben na het fuseren van fagolysosoom gedood?

ROS en NO

Door de binding van wat wortd het plaveien ('plavementing') van vasculair endotheel door leukocyten tijdens de ontstekingsreactie gemedieerd?

integrines aan VCAM-1 of ICAM-1 van de endotheelcel.

Welke stoffen zijn belangrijke mediatorren van chemotaxis?

C5a en leukotieeen B4 (LTB4).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo