Landvertebraten

15 belangrijke vragen over Landvertebraten

Wat zijn de 3 ordes binnen de Amfibiën?

1. Kikkers en padden (Anura)
2. Salamanders (Caudata)
3. Wormsalamanders (Gymnophiona)

Wat zijn de hoofdkenmerken van de Amfibia?

1. Gewoonlijk tetrapodie (4 poten)
2. Afhankelijk van voortplanting van het water en metamorfose
3. Meestal gladde, slijmerige huid met weinig keratine (soms gifklieren)
4. Hart met 2 atria (boezems) en 1 ventrikel (kamer)
5. Vele manieren voor respiratie: kieuwen, longen, huid
6. Veelal carnivoor
7. Exotherm

Wat is de sleutel-innovatie van de Amniota?

(Een ei) met een amnion. = gespecialiseerde membranen die uniek zijn voor het ei van reptielen en vogels en voor het embryo van zoogdieren in de baarmoeder.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de onderdelen in en ei en welke functies hebben ze?

1. Schaal = voorkomt dehydratie op land
2. Amnion (omgeeft embryo) = vloeistofzak voor vocht en stootkussen
3. Dooierzak = voeding en ontwikkeling
4. Allantois = afvalopslag en gaswisseling (dicht bij poreuse schaal)
5. Chorion = gaswisseling en bescherming

Wat is het verschil tussen de Synapsida en de Diapsida?

Synapsida hebben alleen een onderste slaapvenster.
Diapsida hebben een onderste en een bovenste slaapvenster.

Wat zijn de unieke kenmerken van reptielen?

1. Keratine schubben (waterproof en goede longen)
2. Eieren met leerachtige schalen (land) 
3. Ectotherm
4. Sterke ontwikkeling van voorhersenen
5. Geen veren
6. Geen haren

Wat is het verschil tussen de Theropoden en de Archaeopteryx?

Theropoden hadden symmetrische vleugels (warmte), Archaeopteryx hadden assymmetrische vleugels (vliegen, powerlift).

Wat zijn de kenmerken van de Aves (vogels)?

1. Goed ontwikkelde ogen en relatief grote hersenen
2. Mond ontwikkeld tot snavel
3. Endotherm met een hoog metabolisme niveau 
4. Groot aantal aanpassingen aan het vliegen

Wat zijn de 2 subklassen binnen de Aves (vogels)?

1. Paleognathae (geen borstbeenkiel, loopvogels)
2. Neognathae (goed ontwikkeld borstbeenkiel, vlieg en/of zwemvogels)

Wat zijn aanpassingen die Neognathae hebben aan het vliegen?

1. Veren en voorste gordel sterk ontwikkeld voor het vliegen (bot en spier)
2. Holle- en licht pijpbeenderen en een honinggraatstructuur
3. Licht kop zonder tanden
4. Alle zware organen in het zwaartepunt tussen de achterpoten
5. Vaak een goed ontwikkelde spiermaag (met steentjes) en geen urineblaas

Wat zijn de 2 subklassen van de Mammalia?

1. Prototheria
2. Theria (wild beest)
    a) Metatheria (buideldieren)
    b) Eutheria (placentale zoogdieren)

Wat zijn de hoofdkenmerken van de Mammalia?

1. Haar
2. Melkklieren
3. Endotherm
4. Groei eindigd bij adulte statium
5. Groot hersenvolume

Wat zijn kenmerken van de Monotremata (= één holte)?

1. Eieren en cloaca
2. Haren en melkklieren zonder tepels
(Vogelbekdier en miereneter)

Wat zijn kenmerken van de Theria (buideldieren)?

1. Premature embryo's
2. Complete ontwikkeling in de buidel
3. Hechten zich aan melkklier

Vanaf wanneer zie je longen en/of zwemblaas?

Vanaf de Osteichthyes.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo