Verdedigingsmechanismen - Immuniteit of specifieke afweer - Actief verworven immuniteit

24 belangrijke vragen over Verdedigingsmechanismen - Immuniteit of specifieke afweer - Actief verworven immuniteit

Wat zijn de voorwaarden voor een stof vooraleer het als antigen kan optreden?

  1. De stof moet lichaamsvreemd zijn voor de gastheer
  2. de stof moet een behoorlijke grootte bezitten
  3. de stof moet een zeker chemische complexiteit hebben

Wat bevatten bloedeiwitten?

  • Albumine
  • globuline

Wat zijn de kenmerken van IgG?

  • 80% van immunoglobulinen
  • in lichaamsvloeistoffen
  • enige dat door placenta kan
  • werking:
    • neutraliseert toxines
    • verwijdering van bacteriën en virussen door opsonisatie
    • activeert complement systeem
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de kenmerken van IgM?

  • 5-10%
  • per 5 aan elkaar
  • verschijnt als eerste
  • werking:
    • agglutinatie bacteriën
    • activatie complement systeem
    • opsonisatie

Wat zijn de kenmerken van IgD?

Kleine hoe veelheden in bloed
aan het oppervlak van B-cellen zorgen ze voor herkenning van het antigeen

Wat zijn de kenmerken van IgE?

Kleine hoeveelheden in het bloed
bij bepaalde allergische reacties
en ook bescherming tegen worminfecties

Wat is het algemeen werkingsmechanismen van immunoglobulinen?

  1. Opsonisatie: vormen van complexen, die door fagocyterend cellen worden aangevallen en vernietigd
  2. complement activatie: cascase van reacties zodanig dat een porie in het plasmamembraan van de doelwitten wordt gevormd
  3. toxine neutralisatie: antilichamen binden aan het toxine zodanig dat het geen cellen kan beschadigen
  4. virus neutralisatie, agglutinatie van bacteriën
  5. antilichamen verhinderen aanhechting van bacteriën (p28)

Immuunrespons kan opgedeeld worden in 2 activiteiten, welke?

  • Herkenning
  • respons
    • effector-respons
    • memory-respons

Hoe gebeurt de herkenning bij een immuunrespons?

Zeer specifiek. Het immuunsysteem is in staat kleine chemische verschillen tussen verschillende indringers van elkaar te onderscheiden. Tezelfdertijd is het ook in staat een onderscheid te maken tussen vreemde moleculen en de moleculen van het eigen lichaam

Hoe gebeurt de respons bij een immuunrespons?

Effector respons = het immuunsysteem maakt gebruik van verschillende cellen en moleculen om de vreemde indringers te elimineren of neutraliseren

memory respons = wanneer het immuunsysteem een tweede maal met dezelfde vreemde stof in contact komt en een verhoogde immuunreactiviteit induceert

Bij de generatie van een effectorrespons kan een cellulaire of een humorale immuniteitsreactie op gang gebracht worden, welke?

  • Humorale immuniteitsreactie
  • cellulaire immuniteitsreactie


hierbij komen 2 groepen van lymfocyten voor

Wat is de cellulaire immuniteitsreactie?

Wordt opgewekt door celgewonden antigenen zoals cellen die door virussen, schimmels en sommige bacteriën geïnfecteerd zijn.

Waar komen de B-lymfocyten en B-cellen uit voort?

Bij humorale respons

ontstaan uit voorlopers in het beenmerg --> via bloed naar het bursa-equivalent, waar ze geprogrammeerd worden tot B-cellen.

Wat zijn B-cellen en wat gebeurt er als ze een antigeen ontmoeten?

= een antilichaammolecule. Wanneer een B-cel voor het eerst een antigeen ontmoet waarvoor zijn membraangebonden receptor specifiek is, begint de cel vlug te delen. De nakomelingen differentiëren in 1 van de volgende cellen:
  • plasmacellen
  • B-geheugen cellen

Wat zijn B-geheugen cellen?

Deze hebben een lang leven en hebben membraangebonden antilichamen met dezelfde specificiteit als de oorspronkelijke B-cel

Waar komen T-lymfocyten of T-cellen in tussen?

Bij de cellulaire respons
ontstaan ook in het beenmerg --> migreren naar thymus waar ze ontwikkelen

Wat zijn T-killer cellen?

Deze zijn verantwoordelijk voor de cellulaire immuniteit. Ze hebben naast hun T-cel receptor een CD8 coreceptor. O.i.v. Cytokinen gaat een T-cel die een antigeen herkent met zijn receptor prolifereren en differentiëren. De cellen die hierbij ontstaan hebben een cytotoxische activiteit. Ze zijn in staat Getransformeerde cellen af te doden

Op welke manier werken de specifieke en niet-specifieke immuniteit samen?

  • De fagocytische cellen die cruciaal zijn voor de niet-specifieke immuniteit komen tussen bij de activatie van de specifieke immuniteitsrespons.
  • verschillende oplosbare factoren die geproduceerd worden tijdens de specifieke immuunrespons verhogen de activiteit van deze fagocytische cellen

Hoe komt het dat de tweede immunisatie sneller zal verlopen dan de eerste?

Er worden tijdens de effectorrespons geheugencellen gevormd. Deze hebben als bijzondere eigenschap dat ze bij een hernieuwd contact met hetzelfde antigeen in staat zijn een veel snellere proliferatie en differentiatie te ondergaan dan hun oorspronkelijke moedercellen

Wat is het mechanisme van de GALT?

  • Bepaalde cellen in Peyerse platen controleren de vreemde antigenen in het darmlumen
  • macrofagen zorgen ervoor dat de antigenen gepresenteerd worden aan T-lymfocyten
  • Deze produceren cytokinen
  • dit stimuleert bepaalde B-lymfocyten om IgA producenten te worden
  • deze migreren naar de laminaat Propria van de darm
  • Finale differentiatie tot IgA producerende plasma cellen
  • IgA dieren worden doorheen de darmepitheelcellen getransporteerd.
  • Worden gedecreteerd in het darmlumen

Wat is een nadeel bij bepaalde darmpathogenen?

Bepaalde darmpathogenen kunnen de immuunrespons onderdrukken door de productie en toxines

Wat zijn de kenmerken van vaccinatie?

De immuniteit, bekomen na vaccinatie, bekomt men pas na 3 a 6 weken. Vandaag dat vaccinatie een preventief middel is, waardoor het zinloos is te vaccineren als de ziekte zich reeds manifesteert. Een vaccinatie zal ook niet beletten dat men geïnfecteerd wordt, of dat men drager blijft van pathogene kiemen, maar het zal wel beletten dat de gevaccineerde persoon de schadelijke gevolgen van de infectie ondergaat en/of dat er ziektesymptomen verschijnen.

Welke soorten vaccins zijn er?

  • Vaccins rechtstreeks afgeleid van (delen van de pathogeen)
  • synthetische, dmv gentechnologie geproduceerde vaccins
  • Vaccins gebaseerd op nucleïnezuur van de pathogeen: mRNA en DNA vaccins

Wat zijn de vaccins tegen COVID-19 virussen?

Eerste vaccins gebruikt in Belgie zijn gebaseerd op virus-mRNA, coderen voor het S-eiwit van dit virus

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo