Formuleren - Werkwoorden

Question

Waarmee moet je rekening houden bij spellen?

Answer 1

het getal: enkelvoud of meervoud
de persoon: eerste, tweede of derde
de tijd: verleden, tegenwoordige, toekomende tijd, voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord

Answer 2

1e pers enkelvoud= stam -> ik antwoord

2e pers enkelvoud = stam + t -> jij antwoordt

3e pers enkelvoud = stam + t -> hij antwoordt

1e pers meervoud = stam + en -> wij antwoorden

2e pers meervoud = stam + en -> jullie antwoorden

3d per meervoud = stam + en -> zij antwoorden

NB! in de vragende vorm wordt aan de stam geen t toegevoegd

Answer 3

1e pers enkelvoud= stam + de-> ik antwoordde

2e pers enkelvoud = stam + de -> jij antwoordde

3e pers enkelvoud = stam + de -> hij antwoordde

1e pers meervoud = stam + den -> wij antwoordden

2e pers meervoud = stam + den -> jullie antwoordden

3d per meervoud = stam + den -> zij antwoordden

NB! vaak is de vraag of er -de of -te achter de stam moet worden toegevoegd. Meestal hoor je het wanneer je het woord uitspreekt. Bij twijfel is er een duidelijke regel: eindigt de stam van het ww op een van de medeklinkers txkfschp, dan volgt -te.

Answer 4

Het voltooid deelwoord eindigt op -d wanneer de verleden tijd met -de vervoegd wordt.

Een woord is een voltooid deelwoord wanneer het 'niet meer bezig is'.

NB! veel onzekerheid levert het op wanneer het voltooid deelwoord wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.

Answer 5

Maak de zin vragend. Het voltooid deelwoord staat dan op de laatste plaats van de vraagzin.

Answer 6

Voeg -de toe aan het hele werkwoord. (strompelend kwamen de atleten over de finish)

Answer 7

1. Vaste -s of losse 's: wanneer de uitspraak van het woord niet in gevaar komt, schrijf je een vaste -s

2. uitgang -ies, -ien of -ieen: de uitgang -ieen gebruik je alleen wanneer het accent van het woord op de laatste lettergreep van het enkelvoud (kopie-kopieën). Voor woorden die eindigen op -ee geldt dezelfde regel.