Wat is het verschil tussen parametrische en non-parametrische toetsen?
3 belangrijke vragen over Wat is het verschil tussen parametrische en non-parametrische toetsen?
Wanneer kan je geen gebruik maken van een inductieve parametrische toets, zoals een t-toets?
- Als de gegevens scheef verdeeld zijn
als de steekproef heel klein is.
Voor deze situaties zijn er non-parametrische technieken.
als de steekproef heel klein is.
Voor deze situaties zijn er non-parametrische technieken.
Hoe werkt een non-parametrische toets?
De ruwe gegevens worden omgezet in rangordescores. Het werken met rangnummers betekent dat je kijkt of er een verschil is in de volgorde van scores, maar niet kijkt naar de grootte van het verschil. Extreme waardes hebben daarom minder invloed.
Welke drie steekproefkenmerken bepalen de keuze voor een parametrische of een non-parametrische steekproef?
- Omvang (kleiner dan 30),
- scheefheid van verdeling
- wel (parametrisch)/niet normaal verdeeld (non-parametrisch)
- scheefheid van verdeling
- wel (parametrisch)/niet normaal verdeeld (non-parametrisch)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
