Samenvatting: Basisboek Ondersteuning Aan Mensen Met Een Verstandelijke Beperking | 9789059317604 | Lida Nijgh, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Basisboek ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking | 9789059317604 | Lida Nijgh en Aart Bogerd.
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.2 Hulpverlening
-
Welke vorm van hulpverlening iemand nodig heeft, is afhankelijk van de ondersteuningsvraag. Wat bepaalt de vraag?
1. ernst van beperking
2. leeftijdsfase
3. persoonlijke wensen en mogelijkheden -
1.3 Ontwikkelingen in de hulpverlening
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe was de hulpverlening voor mensen met een verstandelijke beperking vroeger?
Voorheen overleefden veel mensen met een verstandelijke beperking de eerste levensjaren niet, doordat er geen medicijn was voor ziekten als longontsteking.Daarna kwamen er inrichtingen waarin 'afwijkende' werden opgeborgen. De slechte zorg in deze inrichtingen leidde tot de komst van een zogenoemde Inspectie en een wet waarin de zorg voor geesteszieken werd geregeld (krankzinnigenwet).Het toenemende inzicht in het functioneren van de hersenen leidde tot meer onderscheid tussen geestesziekten en verstandelijke beperking.De komst van de leerplicht (1917) deed op jongere leeftijd inzien dat mensen verstandelijke tekorten hadden. Op dat moment kreeg je zogenoemde debielen- en imbecielenscholen. -
Hoe is de hulpverlening in de afgelopen 50 jaar verbeterd?
Er ontstonden onder andere betere instituten en er kwamen dagverblijven voor kinderen en volwassenen en kleinere woon- en zorginstellingen, zoals gezinsvervangende tehuizen. -
Wat is het verschil tussen beperking en handicap?
Bij een handicap hoort ook de omgeving. Bij een op kennis gerichte omgeving, ben je eerder verstandelijk gehandicapt.
een handicap kan dus het gevolg zijn van een beperking. -
1.4 De rol van de samenleving
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Waardoor wordt de manier van kijken naar mensen met een verstandelijke beperking bepaald?
In de samenleving wordt de manier van kijken naar mensen met een verstandelijke beperking bepaald door de ervaring di men met individuele personen heeft. -
Wat is het compensatiebeginsel dat staat in de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)?
Het compensatiebeginsel houdt in dat iedereen die zorg nodig heeft zorg op maat krijgt in plaats van iedereen dezelfde zorg (waardoor sommigen teveel en anderen te weinig zorg kunnen krijgen!). -
1.5 Waar staan we nu?
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe is de hulpverlening voor mensen met een verstandelijke beperking veranderd ten opzichte van vroeger?
Er zijn meer contactmogelijkheden met andere burgers. -
Een belangrijke bijdrage in de hedendaagse hulpverlening is het principce van vraaggestuurde dienstverlening. Wat is dat?
Dat wil zeggen dar de wens, de echte behoefte, van de cliënt, leidend is voor de ondersteuning die gegeven moet worden.
In het algemeen wordt met vraaggestuurde zorg ook aangegeven dat de vraag het aanbod bepaald. -
In essentie is het nog steeds de instelling die bepaalt wat goed is voor de gehandicapte. Wat is er wel veranderd?
De persoon heeft veel meer keuzemogelijkheden. -
2 Wie zijn mensen met een verstandelijke beperking?
-
2.2 Wat is een verstandelijke beperking?
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van een verstandelijke beperking volgens de DSM-IV?
1. verstandelijk duidelijk onder het gemiddeld functioneren, zoals een IQ van 70 of minder.
2. gelijke tekortkoming in aanpassingsgedrag (voldoen aan leeftijdsgebonden sociale vaardigheden en communicatie)
3. achterstand zichtbaar voor 18e levensjaar.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden