Samenvatting: Basiscursus Recht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Basiscursus Recht
-
LEH 1 Betekenis en doel van het recht
Dit is een preview. Er zijn 34 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/06/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 3 soorten gedragsregels zijn er?
Gebiedende regels (verplichtend, primaire regel)
Verbiedende regels (verplichtend, primaire regel)
Veroorlovende regels (bevoegdheid verlenend, primaire regel)
-Afzonderlijke categorie; constitutieve regels (grondregel organisatie van de staat, secundaire regel) -
Waar leidt een verplichtende regel toe en waar kan een veroorlovende regel toe leiden?
Een verplichtende regel leidt vaak tot een aanspraak, namelijk op naleving. Een veroorlovende regel kan leiden tot een verplichting, namelijk een om een bevoegdheid daadwerkelijk te gebruiken. -
Wat onderscheidt een bevoegdheid van een recht?
Het plichtmatige karakter; men is vrij om zijn rechten al dan niet te gebruiken, maar een bevoegdheid moet worden benut. -
Wat is de relatie tussen de wet en de rechtelijke beslissing?
-de wet geeft een algemene regel
-de rechter maakt uit welke betekenis de regel heeft in het concrete geval dat hem is voorgelegd (interpretatie)
-de rechter beslist welk gevolg aan zijn interpretatie moet worden verbonden
-de geconcretiseerde regel kan verwerkelijkt worden, bijvoorbeeld met behulp van politie of deurwaarder -
Wat is vaste jurisprudentie?
Is een bepaald geval beslist en doet zich later eenzelfde of soortgelijk geval voor, dan zal de rechter rekening houden met het door hem of door zijn ambtsgenoot geschapen precedent en op dezelfde wijze beslissen. Als er meer dan eens dezelfde beslissing is gegeven, dan is er een vaste lijn uitgezet. -
Benoem het verschil in inhoud en vorm van het recht:
-inhoud: de heersende cultuur en daarmee ook de historie zijn bepalend, evenals de godsdienst
-vorm: het meeste recht is nationaal recht, in sterke mate gebonden aan de staat -
Waar ligt in Europa de oorsprong van recht?
In Europa heeft ieder land en ieder volk zijn eigen cultuur, maar de bronnen waaraan de cultuur is ontsproten zijn voor een groot deel hetzelfde. Deze is sterk bepaald voor de christelijke godsdienst, alsmede de oudere Grieks-Romeinse en Joodse traditie. Germaanse stammen leefden naar eigen, inheems gewoonterecht (een verzameling van volksrechten). Nadat de Germanen tot de christelijke godsdienst waren overgaan deed zicht het Romeins recht gelden. -
Wat was het kenmerk van het recht in de Middeleeuwen?
Middeleeuwse juristen hebben het van oudsher overgeleverde inheemse recht ingekleed in de Romeinse formules en begrippen die zij op de universiteit geleerd hadden: de aanvaarding, de receptie van het Romeinse recht. -
Hoe veranderde het humanisme en daarna de Verlichting de denkwijze over recht?
Wat de Germaanse volksstammen hadden overgeleverd werd voorgesteld als door 'het recht'(ius, Romeinse recht) ter zijde gesteld 'leges barbarorum'(wetten der barbaren). Het zuiver Justiniaanse recht moest een wedergeboorte krijgen. Het inheemse privaatrecht werd grotendeels vervangen door het Romeinse (behalve in het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en de Scandinavische landen). -
Welke invloed had de Franse Revolutie op het recht?
De Franse Revolutie zorgde voor een politieke omwenteling die nodig was om het Romeinse recht afgeschaft te krijgen. Vervangen werd het door de in de landstaal gestelde wetboeken die beoogden als het geldend recht weer te geven (codificatie).
-Frankrijk: Les cinq Codes (de vijf wetboeken van Napoleon)
-Nederland: eigen versie van de code civil, het Wetboek Napoleon ingerigt voor het Koninkrijk Holland (1809)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden