Afronding - Goederenrecht

4 belangrijke vragen over Afronding - Goederenrecht

Een ander onderscheid in het goederenrecht is derivatieve (afgeleide) en orginaire (oorspronkelijke) verkrijging

Derivatieve verkrijging van een goed van een ander. de verkrijger ontleent zijn rechten aan een voorganger, er sprake van een rechtsovergang.
- overdracht

Orginaire verkrijging van een nieuw recht er is geen rechtsvoorganger
- verjaring, natrekking, vermenging, zaaksvorming, vinderschap en occupatie en vruchttrekking

Wat zijn de belangrijkste wijzen van levering?

  • De levering van roerende niet-registergoederen, die in de macht va de vervreemder zijn, geschiedt door bezitsverschaffing
  • de levering van registergoederen geschiedt op basis van een tussen partijen opgemaakte notariele akte, die wordt ingeschreven in de openbare registers
  • de levering van een vordering op naam geschiedt door het opmaken van een akte gevolgd door mededeling daarvan aan een schuldenaar

Wat houdt de paritas creditorum in?

Dat is het uitgangspunt dat schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, na voldoening van de kosten van de executie, uit de netto-opbrengst van de goederen van de schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering. De pand en hypotheekhouder kunnen zich evenwel aan deze paritas creditorum ontrekken, zij nemen als schuldeiser een bijzondere positie in.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


A is eigenaar van een eenmansbedrijf. Omdat A een nieuw ambitieus project wil opstarten, wendt hij zich tot kredietbank B voor de fi nanciering. B leent aan A €  50.000,–. Tot zekerheid voor de betaling van aflossing en rente vestigt A ten gunste van B een hypotheek op een aan hem toebehorend bedrijfspand. Het project komt niet van de grond en A gaat dientengevolge failliet. Beschrijf de positie die B in het faillissement van A inneemt.


B staat er, in vergelijking tot de concurrente schuldeisers van A, goed voor.
Aan het absolute recht van hypotheek is het recht van separatisme en parate executie verbonden (art. 3:268 BW). B kan het bedrijfspand derhalve uit de boedel separeren (afscheiden) en in het openbaar verkopen. Vervolgens mag B zich als eerste op de (netto) executieopbrengst verhalen. Is B voldaan en is er sprake van overwaarde (het bedrijfspand heeft meer opgebracht dan noodzakelijk voor de voldoening van B’s vordering), dan komt het restant de curator toe (die vervolgens zorg draagt voor verdeling onder de overige schuldeisers).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo