Tijd van monniken en ridders (500 - 1000) - leven van het land - landheren en horigen
14 belangrijke vragen over Tijd van monniken en ridders (500 - 1000) - leven van het land - landheren en horigen
Wie zorgden voor bescherming van boeren toen er geen bestuur was?
Waar waren alle mensen weer op gericht in de periode na de val van het Romeinse rijk?
Na de Grote Volksverhuizingen brak een onrustige tijd aan. Veel handel verdween en daardoor ook de steden. Men was vooral gericht op zelfvoorziening en landbouw. Welk stelsel ontstond hierdoor?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat moesten de boeren in ruil voor de bescherming van de plaatselijke machthebbers doen?
Veel boeren werden voor hun bescherming afhankelijk van landheren. Hoe werden de boeren ook wel genoemd?
Hoe word het systeem van zelfvoorziening en bescherming in ruil voor horigheid ook wel genoemd?
In de kustgebieden leefden vrije boeren van veeteelt. Zij bouwden terpen. Waarom?
Wie in een adellijke familie werd geboren, behoorde tot de adel, en anders behoorde men tot de derde stand.
9. Wat betekent Adel?
10. Wat betekent Edelen?
Een kind geboren uit horige ouders werd ook een horige. De geestelijke konden geen officieel erkende kinderen krijgen. Zij leefden volgens de kerkelijke voorschriften celibatair.
11. Wat betekent celibatair?
Dit betekende dat seks niet was toegestaan. In de kerk waren de hoge functies, zoals die van de bisschoppen, bestemd voor de adel en de lagere functies, zoals die van de priesters, bestemd voor de derde stand.
10. Mensen die tot de adel behoren. Deze grondbezitters bekleedden in de Middeleeuwen alle belangrijke functies. Adeldom was erfelijk in de standenmaatschappij.
11. Iemand die celibatair leeft, die leeft naar het celibaat. Celibaat is de term voor de bewuste keuze ongehuwd te blijven, in het bijzonder verwijzend naar geestelijken, maar ook toepasselijk voor andere gelovigen.
De maatschappij was op grond van afkomst verdeeld in 3 standen: geestelijkheid, adel en de derde stand. Geef per stand aan om welk soort mensen het ging.
Adel: mensen die edelen werden genoemd, omdat ze grote stukken grond bezaten, bestuurstaken hadden en legers aanvoerden.
De derde stand: mensen die werkten, zoals de vrijgeboren boeren en ambachtslieden.
In het noordwestelijk kustgebied bleven de meeste boeren vrije boeren. Landheren kregen weinig grip op hen, omdat de kustgebieden regelmatig onder water stonden. In het huidige Groningen en Friesland bouwden de boeren hun boerderijen op kunstmatige heuvels om te voorkomen dat mensen en vee bij hoogwater verdronken.
12. Hoe werden deze kunstmatige heuvels genoemd?
13. Wanneer werden deze kunstmatige heuvels overbodig?
In de loop der tijd werden deze terpen steeds verder opgehoogd en uitgebouwd, tot er een heel dorp op een terp stond.
13. Na de aanleg van dijken werden terpen overbodig.
In het noordwestelijk kustgebied bleven die boeren vaak ''vrije boeren'' hoe kwam dit?
Wat betekent het als je celibatair leeft?
Wat zijn terpen en waar in NL zie je dat?
Wat bouwden de boeren in het huidige Groningen en Friesland om te voorkomen dat mensen en vee bij hoogwater verdronken?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden