Loonadministratie - dienstbetrekking
8 belangrijke vragen over Loonadministratie - dienstbetrekking
22. Welke vier elementen liggen in deze definitie besloten?
- De werknemer moet in dienst zijn van de werkgever. Hij moet aan hem ondergeschikt zijn. Noodzakelijk is dus een gezagsverhouding tussen degene die de arbeid verrricht.
- De werkgever heeft de verplichting loon te betalen.
- De werknemer heeft de verplichting gedurende zekere tijd arbeid te verrichten ten dienste van de werkgevers.
- Deze arbeid moet door hem persoonlijk worden verricht.
Als de opdrachtgever van een ZZP-er zonder meer gehouden is aan zijn inhoudingsplicht: welke VAR heeft de ZZP-er hem dan gegeven?
23. Wat houdt een verklaring arbeidsrelatie (VAR) in?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
24. Wat is het gevolg van de afgifte door de Belastingsdienst van een VAR-WUO-beslissing?
Persoon A heeft veel baantjes. In het weekend is hij taxi-chauffeur waarbij hij afwisselend door verschillende taxibedrijven wordt ingehuurd. Door de weeks is hij freelance boekhouder. Op maandag is hij werkzaam als boekhouder bij een banketbakkerij, op dinsdag bij een loodgietersbedrijf en op woensdag bij een zonweringsbedrijf. Op donderdag en vrijdag is hij inval gym docent bij verschillende basisschool gemeenschappen. Zijn opdrachtgevers verlangen van hem een VAR. Kan hij al deze activiteiten tegelijkertijd op één VAR aanvragen?
25. Wat wordt verstaan onder een fictieve dienstbetrekking?
26. Wat is het gevolg van de aanwijzing als fictieve dienstbetrekking?
27. Wat kan nog meer onder de noemer van fictiece dienstbetrekking worden gerangschikt?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden