Startpagina / Samenvattingen / Basiskennis loonadministratie / 2012 / werknemer-levensloopsparen-werkgever

Loonadministratie - levensloopregeling

5 belangrijke vragen over Loonadministratie - levensloopregeling

49. Omschrijf de keuze voor spaarloon of de levensloopregeling voor de werknemer.

49. Een werknemer kan ervoor kiezen om een deelvan het loon als levensloopsparen als premie voor levensloop te laten overmaken, mits de werknemer op 31 december 2011 een levensloopsaldo van ten minste €3.000 heeft opgebouwd.

50. Welke verplichting heeft de werkgever dienaangaande?

50. De werkgever is verplicht om aan deelname aan de de levensloopregeling mee te werken.

52. Hoeveel mag de werknemer jaarlijks aan levensloopsparen?

52. De werknemer mag per jaar maximaal 12% van zijn jaarloon levensloopsparen.

53. Wanneer mag de werknemer jaarlijks aan levensloopregeling sparen?

53. De werknemer mag in een jaar niet levensloopsparen als het spaarsaldo op 1 januari 210% of meer is van het jaarloon over het vorige kalenderjaar.

54. Onder welke voorwaarde mag levensloopsparen worden opgenomen?

54. Levensloopsparen mag in overleg met de werkgever worden opgenomen in een situatie van onbetaald verlof. Er worden dan tot 1 januari2013 geen premies werknemersvezekeringen ingehouden maar wel loonbelasting, premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke premie Zvw. De heffing

wordt verminderd met het opgebouwde recht op levensloopverloÍkorting tot 1 januari 2012.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Basiskennis loonadministratie / 2012 | 9789001814298 | Hans Van Pelt

Bekijk samenvatting