Het maatschappelijke van sociaal werk

7 belangrijke vragen over Het maatschappelijke van sociaal werk

Volgens Geertsma (2004) komt het maatschappelijke van sociaal werk tweeledig tot uiting

1 sociaal werk functioneert enerzijds als doorgeefluik van de samenleving naar client
- het houdt zich bezig met problemen die door de maatschappij als probleem worden bestempeld
- het geeft normen en waarden door aan de samenleving
- het betrekt de omgeving van de cleint bij de oplossing van problemen
2. Anderzijdws geeft maatshcappelijk werk iets terug aan de samenleving
- het signaleert maatschappelijke misstanden
- het geeft vorm aan de samenleving en aan datgeen wat als gewenst gedrag wordt gezien
- het draagt bij aan maatschappelijke stabiliteit

Sociaal werk individualiseert en maatschappelijke en vermaatschappelijkt het individuele

Met andere worden de sociaal werker is niet alleen beroepsuitoefenaar maar ook een maatschappelijk individu en vertegenwordiger van de maatschappij. Aan de andere kant is de client niet alleen een individueel persoon maar ook een maatschappelijk individu

Vier invalshoeken bij burgerschap door Hortulanus en Machielse 2002

Sociaal liberaal burgerschapsvertoog: individu met de nadruk op civiele rechten
communitarisch burgerschapsvertoog: sociale en culturele gemeenschap waaraan het individu zijn identiteit ontleent en en waarbinnen sociale rechten en plichten heeft
neorepublikeinse burgerschapsvertoog: politieke gemeenschap van een stad waartoe en burger behoort
vertoog van zorgethiek: ongelijkheid in het realiseren van rechten en het nakomen van plichten. Zorg moet gezien worden als een integral onderdeel van burgerschap zonder seksespecifieke verplichtingen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 4 invalshoeken worden bij burgerschap onderscheiden?

  1. Het sociaal liberaal burgerschap (individu met civiele rechten)
  2. het communitaristisch burgerschapsvertoog (de sociale en culturele gemeenschap, burgerzin)
  3. Het neorepublikeinse burgerschapsvertoog (de politieke gemeenschap van een stad waar de burger toe behoord)
  4. Het vertoog van de zorgethiek (inclusief burgerschap, ieder mens heeft behoefte aan verzorging en heeft de plicht om anderen te verzorgen.

Door een client als burger (maatschappelijk persoon) aan te spreken, draagt sociaal werk bij aan sociaal beleid dat gericht is op

Sociale insluiting: signaleren en opheffen van sociale discriminatie en diskwalificatie ( negatief zelfbeeld)
sociale participatie: alle activiteiten buiten betaald werk
sociale stabiliteit: bovenstaande bevorderd stabiliteit

Nauta 2000 noemt 4 competenties als vereistem voor geindividualiseerde burgers in de samenleving

1 het vermogen tot identificatie: competentie om zich in de situatie van iemand anders te verplaatsen.
2 het vermogen tot representatie: de competentie om zichzelf ten opzichte van anderen te kunnen representeren en te kinnen in schatten wat wel of niet relevant is
3. Aanspreekbaarheid:  de competentie om zich te kunnen laten aanspreken op eigen doen en laten en ja of nee kunnen zeggen
4 weerbaarheid: de competentie om voor zijn rechten te kunnen opkomen en indien nodig op te eisen.

De benadering van een client als mens en burger creeert een spanningsveld

Aan één kant de eis ban individuele zelfredzaamheid en ontplooiing, andere kant die ban verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid bij medeburgers,
Aan een kant de eis van aanpassing (uniformiteit), andere kant het behoud van eigen identiteit

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo