Samenvatting: Bcii

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 95 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BCII

  • 1 H1: Lever metabolisme

  • 1.1 Sacchariden (lever vs spier)

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke enzyme is nodig om glucose uit de lever vrij te stellen in het bloed?En heeft de spier dit ook? Verklaar...

    Glucose-6-fosfatase 

    Spier heeft dit niet, omdat spier nooit glucose zal “uitdelen”
  • Welk orgaan produceert absoluut meer glycogeen? Lever of spier?

    De spier (meer spiermassa dan levermassa)

    Relatief: de lever (lever gaat meer opslaan en uitdelen)
  • Hoe wordt stap 1 van de glycolyse geregeld?

    Door een uniek enzym: glucokinase
  • Waarom is alleen glucose vrijstelling uit de lever mogelijk? En niet uit de spieren?

    Omdat enkel de lever het enzyme glucose-6-fosfatase bevat dat nodig is om glucose-6-P om te zetten naar glucose
  • Via welke substraten kan de lever allemaal gluconeogenese doen?

    1) lactaat (uit de spieren) -> pyruvaat
    2) Alanine  -> pyruvaat
    3) Aspartaat -> oxaalacetaat -> Krebs: ATP

    (4) Herk: uit propionaat (maar dit is in het pensepitheel en dus niet in de lever...))
  • 1.2 Lipiden (lever vs vetweefsel)

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het meest vertegenwoordigd in een micel?

    Tri-acylglycerolen, daarna cholesterol.
  • Hoe wordt een micel meer wateroplosbaar?

    Door gebruik te maken van apo(lipo)proteïnen die dus in de fosfolipide monolayer zitten.
  • Krijgt de lever vet uit de voeding?

    Ja, maar enkel cholesterol esters.
  • Hoe wordt vet getransporteerd door het lichaam? Exogeen vs endogeen vet:

    Exogeen: via chylomicronen via de ductus thoracicus, dus via de lymfe en niet via de bb.

    Endogeen: tri-acylglycerolen en cholesterol -> VLDL’s -> IDL’s -> LDL’s -> HDL’s (kleinste diameter, maar grootste densiteit)
  • Heb je voor de verwerking van exogeen vet ook HDL’s nodig?

    Ja, want die zijn de donor voor de apo(lipo)proteïnen!! Anders worden de micellen niet opgenomen door het vetweefsel.
LET OP!!! Er zijn slechts 95 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart