Samenvatting: Bedrijfs Economie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bedrijfs economie

• 1 Tentamenvragen bedrijfseconomie

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• De ABN-AMRO bank neemt een bezorgingsbedrijf over om voortaan voor hen de poststukken te laten bezorgen. Op deze manier hoeven ze geen gebruik meer te maken van PostNL.

  Integratie

• 1. Welke stelling is juist?A. Het investeringsplan geeft weer op welke wijze de investeringen worden gefinancierdB. Het investeringsplan geeft de totale investeringen weerC. Het investeringsplan geeft aan hoe het voor de productiemiddelen benodigde vermogen zal worden aangetrokken.

  B. Het investeringsplan geeft de totale investeringen weer

• Hoe verhoudt zich normaal gesproken de economische levensduur ten opzichte van de technische levensduur van een duurzaam productiemiddel?

  De economische levensduur is korter dan de technische levensduur

• Wat zou er met de dekkingsbijdrage (contributiemarge) gebeuren in periode 3 als er op de inventaris met een vast percentage van de boekwaarde van 30% wordt afgeschreven in plaats van lineair?

  De dekkingsbijdrage zal gelijk blijven

• Indien de garage volgens de boekwaardemethode zou worden afgeschreven (30% per jaar), wat is dan de invloed op het afschrijvingsbedrag in periode 1?

  Het afschrijvingsbedrag wordt hoger

• Bij welk van onderstaande ondernemingen zal de hefboom van de kostenstructuur het grootst zijn?A. BakkerijB. TankstationC. Accountantskantoor

  C. Accountantskantoor

• Cantilva’, een vrachtwagendealer gaat behalve vrachtwagens nu ook bestelbusjes verkopen.Van welke verandering is hier sprake?

  A. Parallellisatie

• Piekfijn, een groothandel in kerstartikelen, verwacht per 1 januari 2018 een crediteurensaldo van € 95.000 en per 31 december 2018 een crediteurensaldo van € 42.000.Wat betekent dit voor de resultatenrekening en voor het liquiditeitsoverzicht over het jaar 2018?

  Op de resultatenrekening heeft dit geen invloed; op het liquiditeitsoverzicht heeft dit wel invloed

• 1. Van een industrieel bedrijf worden over het verstreken boekjaar de volgende gegevens verstrekt:Grondstofkosten € 500.000,-Directe loonkosten € 2.000.000,-Indirecte kosten € 1.000.000,-Middels welke methode wordt de kostprijs van deze order berekend?

  A. Opslagmethode

• Een winkel verkoopt t-shirts in de maten S,M en L. Voor een t-shirt in maat M heb je 10% meer stof nodig dan een maatje S en voor een L heb je 20% meer stof nodig dan een maatje S. In totaal produceren ze in een jaar 1000 t-shirts in maat S, 1500 in maat M en 800 in maat L. In totaal verbruiken ze voor de productie 360 kilo stof.Met welke methode kunnen de kostprijzen van elk van deze maten t-shirts worden berekend, op basis van de bovenstaande gegevens?

  Equivalentuecijfermethode