Samenvatting: Bedrijfsadministratie 2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bedrijfsadministratie 2

• 1 Grootboek, journaalposten, de balans en de resultatenrekening

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Uit welke vier onderdelen bestaat de kolommenbalans?

  1. Proefbalans
     
  2. Saldibalans
  3. Winst-en-verliesrekening
  4. Eindbalans

• Wat zijn de regels bij de resultatenrekening?

  • Kostenrekeningen komen debet
  • Opbrengstenrekeningen komen credit

• Welke regels gelden er bij de hulprekening van het eigen vermogen "Privé"?

  • Privé debet wordt in mindering gebracht bij het eigen vermogen (EV)
    
  • Privé credit wordt opgeteld bij het eigen vermogen (EV)

• Welke standaard boekingsstukken zijn er? En welke stukken horen hierbij?

  • Kasstukken
    
  • kasbonnen en kwitanties
  • Bankstukken
  • bankafschriften
  • Facturen
  • Inkoop- en verkoopfacturen

• Voordat de periode afgesloten wordt, moeten er journaalposten gemaakt worden. Welke 4 moeten er gemaakt worden?

  1. Fouten corrigeren
     
  2. in eerdere fase vergeten journaalposten
  3. geconstateerde kas- en voorraadverschillen corrigeren
  4. noodgedwongen pas aan het eind van de periode gedaan kunnen worden

• Welke ondernemingen moeten een jaarverslag publiceren? (8 punten)

  1. BV
     
  2. NV
  3. Coöperaties
  4. Onderlinge waarborgmaatschappijen
  5. CV waarvan alle beherende vennoten buitenlandse kapitaalvennoten zijn
  6. Verenigingen en stichtingen met 2 jaar op een rij een omzet van € 4,4 miljoen per jaar
  7. Buitenlandse rechtspersoon die ook in het buitenland verplicht zijn tot een jaarrekening
  8. Ondernemingen die voor de wet formeel onder buitenlandse vennootschap vallen

• 2 Bedrijfsadministratie: wet- en regelgeving en aangifte OB

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt een schuld bij de Belastingdienst beschouwd?

  Als een schuld

• Bij de Belastingen wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte belastingen. Wat zijn directe belastingen?

  De directe belastingen, zoals motorrijtuigenbelasting en inkomstenbelasting worden rechtstreeks van de belastingplichtige geïnd

• Ondernemers kunnen bedragen uit de winst reserveren voor toekomstige uitgaven. Hoe heten deze drie reserves?

  • Herinvesterings reserve
    
  • Egalisatie reserve
  • Oudedags reserve

• Wat valt er onder de aanschafkosten van een bedrijfsmiddel?

  • Aanschafwaarde
    
  • Aankoopkosten
  • Installatiekosten