Veeteelt varken
9 belangrijke vragen over Veeteelt varken
Stressgevoeligheid - welke rassen wel en welke niet?
- Belgisch Landvarken (BL)
- Piétrain (P)
Zijn meer gespierd, betere karkaskwaliteit
Stressresistent
- Large White (LW)
- Belgisch Negatief (BL-NN)
Zijn minder gespierd, betere vruchtbaarheid
Meer stressgevoelige dieren naarmate de karkaskwaliteit beter is!
N = stressongevoelig, (HAL-), dominant
n = stressgevoelig, (HAL+), recessief
Stressgevoeligheid is een recessief kenmerk (onvolledige penetrantie)
--> via DNA-genotypering: detectie van mutatie in het ryanodine gen = CRC gen (calcium release channel) stoornis Ca-metabolisme spier.
Voor welke 2 kenmerken heeft stressgevoeligheid geen nadeel?
- Voederconversie
- Goede karkaskwaliteit (wel minder goede vleeskwaliteit, veel minder PSE-vlees)
Vanaf wanneer fokdier (fokzeug)?
1. Meestal vanaf leeftijd van 1e inseminatie
- Vanaf 8 maand of later
- Rasverschillen (Piétrain later dan BL)
2. Soms vanaf 1e inseminatie min. aantal dagen (bv. 7)
- In systemen die rekenen van speendatum naar speendatum (zeugen worden na het spenen berig binnen een week)
- Bij primparen (gelten) (geen voorafgaande speendatum)
- ''aantal dagen' = theoretisch interval tussen spenen en inseminatie
3. Soms arbitrair vanaf bepaalde leeftijd (bv. 240 dagen)
- Voordeel: detectie vroegrijpigheid
- Nadeel: aanrekenen verliesdagen --> 1e worp minder gunstig
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Productieve cyclusduur (PCD)
1. Meestal: aantal dagen tussen 1e inseminatie vóór een partus en de 1e inseminatie na deze partus
2. Soms: aantal dagen tussen 2 opeenvolgende speendata
3. Soms voor 1e cyclus arbitrair vanaf bepaalde leeftijd
Lengte PCD: meestal tussen de 150 en 202 dagen (145-155 dagen)
Samenstellende elementen PCD:
- Interval bronst - bevruchting: elke herinseminatie kost 21 d.!
- Drachtduur: +- 115 dagen
- Duur zoogperiode (speenleeftijd)
- Interval spenen - bronst
Productieve levensduur = PLD
- Aantal dagen van de fokcarrière (dus tussen aanvang en opruiming)
- Op goede bedrijven gemiddeld 5 worpen (PLD dan 2,25 jaar)
- Reforme vrouwelijke zeugen dikwijls 50% op jaarbasis = vervangingspercentage
- Reforme: > helft wegens onvruchtbaarheid en onvoldoende productie
Globale worpindex van een zeug (GWI)
GWI = (365 x W) / PLD
- W = aantal worpen; PLD in dagen
- Goede zeug: min. 2,2
- Netto-worpindex indien zonder extra dagen
Melkhoeveelheid - lactatieverloop zeug
Echter sterke invloed van leeftijd zeug en worpgrootte
- Toename tot 3 jaar, daarna daling
- Groter bij meer aantal zuigende biggen (meer melk in totaal, minder melk per big)
Lactatie niet langer dan 5 weken laten duren, want dan veel minder correlatie tussen melkproductie en gewichtstoename big.
Invloeden ontwikkeling van de biggen
2. Andere invloeden
- Geboortegewicht
- Ras (P presteert even goed!)
- Kruising (heterosis)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden