Samenvatting: Bedrijfseconomie: Kosten, Kostprijs En Bugetteren

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 91 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van bedrijfseconomie: kosten, kostprijs en bugetteren

  • 1 De exploitatiebegroting en kostensoorten

  • 1.1 De exploitatiebegroting: een overzicht van alle kosten en opbrengsten

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe bereken je het werkgeversaandeel sociale premies?

    Een gegeven percentage (meestal 20%) van: Brutoloon+ vakantiegeld + de bonus + gratificaties en eindejaarsuitkering
  • 1.2 De verschillende kostensoorten

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn, naast de inkoopwaarde van de omzet, andere inkoopkosten?

    • Transportkosten
    • Invoerrechten bij het importeren van producten
    • Transportverzekering van de producten
    • Bestelkosten
  • Hoe bereken je de totale loonkosten?

    Totale loonkosten = brutoloon werknemer + vakantietoeslag + bonussen en eindejaarsuitkeringen en gratificaties + werkgeversaandeel sociale premies
  • Wat zijn kosten van diensten van derden? Geef voorbeelden.

    Dit zijn kosten van diensten die je inkoopt. Voorbeelden zijn:
    • Juridisch advies
    • Uitbesteden boekhouding
    • ICT-specialist
    • Verzekeringsadvies
    • Communicatieadviseur
    •   Transportbedrijven
    • Schoonmaakbedrijven
    • Websitebouwers
    • Reclamebureaus
  • Welke kosten vallen onder de huisvestingskosten?

    De huur van het bedrijfspand en ook de energiekosten, servicekosten en schoonmaakkosten horen hierbij. Bij een gekocht bedrijfspand komen de afschrijvingskosten daar nog bij.
  • Welke kosten van de grond zijn er? En over welke van deze schrijf je af?

    1. Vestigingsplaats: grond als vestigingsplaats waarop het bedrijfspand staat > geen afschrijving 
    2. Delfstofwinning: grond die gebruikt wordt voor het winnen van delfstoffen > wel afschrijving
    3. Agrarisch gebruik: grond die gebruikt wordt voor het voortbrengen van agrarische producten > niet noodzakelijk afschrijving, mits je de grond optimaal gebruikt 
  • Hoe bereken je de rentekosten van de grond als vestigingsplaats?

    Rentekosten van grond = rente% x taxatiewaarde van de grond
  • 1.3 Stappenplan voor het maken van een eenvoudige exploitatiebegroting

  • Wat zijn de drie stappen bij het maken van een exploitatiebegroting?

    1. Bereken de brutowinst
    2. Bereken de overige bedrijfskosten
    3. Bereken het resultaat
  • Hoe verandert de berekening voor de exploitatiebegroting in het geval van een productiebedrijf/dienstenbedrijf?

    Productiebedrijf: Je berekent eest het resultaat en niet de brutowinst. Een productiebedrijf bewerkt grondstoffen tot een nieuw product. Voor berekenen van resultaat gebruikt je niet de inkoopwaarde van de omzet en sla je de stap brutowinst over. 
     
    dienstenbedrijf: De inkoopwaarde van de omzet komt nauwelijks voor. De inkoopwaarde van de omzet kan bestaan enkel bestaan uit materialen en kleine gereedschappen. De inkoopwaarde is dus vaak gelijk aan 0. De brutowinst is vaak gelijk aan de omzet.
  • 2 Kosten berekenen

  • 2.1 Voorraadkosten

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  •                                                                                                                                                         Hoe bereken je de gemiddelde voorraad?

    Gemiddelde voorraad = voorraad begin van het jaar in € + voorraad aan het eind van het jaar in € / 2
LET OP!!! Er zijn slechts 91 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart