Startpagina / Samenvattingen / bedrijfseconomie: kosten, kostprijs en bugetteren / kostprijs-verkoopkosten-integraal

Kostprijs - Integrale kostencalculatie

4 belangrijke vragen over Kostprijs - Integrale kostencalculatie

Wanneer gebruik je een integrale kostencalculatie?

De integrale kostencalculatie gebruik je vooral bij industriële bedrijven en andere bedrijven die producten maken.

Hoe bereken je de integrale kostprijs en waar moet je hierbij rekening houden?

Bij het berekenen van de integrale kostprijs neem je zowel variabele als constante kosten in de kostprijs op.

Bij de integrale kostencalculatie maak je bij het bepalen van het constante deel van je kostprijs onderscheid tussen:

De normale bezetting of productie.
De begrote of werkelijke productie of bezetting.

De bezetting is de benutting van je capaciteit. Normale bezetting druk je uit in het aantal producten dat je kunt maken met de beschikbare capaciteit. Je gaat hierbij uit van 80% tot 90% van je maximale capaciteit.

Hoe bereken je de commerciële kostprijs?

Commerciele kostprijs = fabricage kostprijs + verkoopkosten per product

(bij een handelsbedrijf is commerciële kostprijs gelijk aan de inkoopprijs plus de verkoopkosten)

De commerciële kostprijs is de basis voor je verkoopprijs.