Samenvatting: Bedrijfseconomie | 9789462871953 | Sarina van Vlimmeren, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bedrijfseconomie | 9789462871953 | Sarina van Vlimmeren en Tom van Vlimmeren

• 3 Balans, winst- en verliesrekening en liquiditeit

• 3.1 Balans

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is verstrekt afnemerskrediet en waar staat het op de balans?

  Ons bedrijf heeft een ander bedrijf vooruitbetaald maar nog geen tegenprestatie ontvangen.
  Staat aan de debetkant.

• 3.1.1 balansmutaties

• Wat ontstaat er als het bedrijf goederen verkoopt en waar komt dat te staan op de balans?

  Er ontstaat winst, dat komt te staan bij eigen vermogen aan de creditkant.

• 3.2 Winst- en verliesrekening

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn geen kosten?

  1. Teruggeven (deel) inleg eigenaar (pay back): bv. Eigenaar neemt €425 aan voorraad mee naar huis.
  2. Teruggeven (deel) inleg uitlener (pay back: bv. Er wordt per bank €250 afgelost op openstaand vreemd vermogen.
  3. Investeringen: bv. per bank wordt €750 uitgegeven aan nieuwe voorraad.

• Wat zijn geen opbrengsten?

  Aantrekking nieuwe inleg eigenaar/uitlener: bv. Pand van €80.000 aangeschaft. Hiervoor sluit de zaak een hypothecaire lening af van €50 .000. De rest legt de eigenaar zelf in van zijn privérekening.

• 6 Interest

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is rente? (=interest)

  De prijs van geld

• 6.1 Verschil enkelvoudige interest en samengestelde interest

• Welke twee interestvormen zijn er?

  1. Enkelvoudige interest
  2. Samengestelde interest

• 6.3.1 Enkelvoudige interest omgezet naar meer tijd

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe bereken je enkelvoudige interest?

  - (Percentage/ 100 x Tijdsperioden) x Kapitaal = Interest
  - (P/ 100 x T) x K = I
  - Driehoek

• Met welk stuk zet je de groei om naar meer of minder tijd?

  - Percentage/ 100 x Tijdsperioden
  - P/  100 x T

• 6.3.2 Samengestelde interest omgezet naar meer tijd

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe bereken je samengestelde interest?

  - (1+ Percentage/ 100) ^ tijdsperioden x Kapitaal = Eindwaarde
  - (1+P/ 100) ^ t x K = E
  - Driehoek

• 7 Beleggen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
  Laat hier meer flashcards zien

• 7.1 Spaarvormen

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een voordeel van sparen bij de bank?

  Dankzij spaargeld kan de bank meer leningen verstrekken en verdienen aan de leenrente. Jij krijgt hier een stukje van: de spaarrente.