Samenvatting: Bedrijfseconomie Voor De Manager | Joost Bakker, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Bedrijfseconomie voor de manager | Joost Bakker & Theo van Houten.

  • 1 Rol van bedrijfseconomie voor een manager

  • 1.3 Besluistvormingsproces

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Het besluitvormingsproces bestaat uit 5 stappen. Welke 5 stappen zijn dit?   Dit zijn 5 stappen voor een manager om een besluit te vormen aan de hand van financiële informatie, de werking van bedrijfseconomische instrumenten en hoe die uitkomsten geïnterpreteerd moeten worden.

    Stap 1: Identificeer het probleem en de onzekerheden.

    Stap 2: Verzamel informatie.

    Stap 3: Maak toekomstscenario's.

    Stap 4: Beslis.

    Stap 5: Implementeer, evalueer en leer.

  • 2 Werking van drie financiële overzichten

  • 2.3 Externe en interne stakeholders

    Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • De Raad voor Jaarverslaggeving (RJ)

    De RJ is een uitvoerend orgaan van de Stichting voor de jaarverslaggeving. Het bestuur van de stichting bestaat uit diverse organisaties van werkgevers, werknemers en accountants.

     

    De RJ heeft twaalf leden, afkomstig uit delegaties van de verstrekkers, gebruikers en controleurs van externe financiële verslaggeving.

    Vergaderingen worden bijgewoond door ministerie van justitie en AFM (Autoriteit Financiële Markten).

  • Vijf kenmerken van externe verslaglegging:

    1. Informatie is bedoeld om terug te kijken, verantwoording af te leggen over gedane zaken en minder op vooruitkijken en beleid bepalen.

     

    2. Info moet betrouwbaar juist en volledig zijn. Tijdigheid is minder relevant.

     

    3. Onafhankelijk van beslismomenten opgesteld. Is meestal periodiek, per Kwartaal of per jaar.

     

    4. Informatie is meestal globaal en heeft betrekking op het hogere, samengestelde niveau van een organisatie (onderdeel). Zij is dus min of meer onafhankelijk van continue bedrijfsbeslissingen.

     

    5. De informatie wordt veelal conform wet- en regelgeving vastgesteld en minder op basis van relevante informatie.

     

  •  Er zijn 4 typen  accountantsverklaringen die verplicht toegevoegd moeten worden aan het jaarverslag.

    1. Unqualified Opinion (Goedgekeurde accountantsverklaring) De jaarrekening voldoet aan de eisen.

     

    2. Qualified Opinion (Accountantsverklaring met beperking) De jaarrekening voldoet onder voorwaarden, of met uitzondering van gestelde doelen.

     

    3. Dislaimer of Opinion (Accountantsverklaring met oordeelonthouding) de accountant heeft dan geen tekortkoming gesignaleerd.

     

    4. Adverse Opinion - (Afgekeurde Accountantsverklaring) De accountant is van oordeel dat de gecontroleerde jaarrekening geen getrouw beeld van het vermogen en/ of resultaat geeft.

  • 2.6 Kasstroomoverzicht

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.6
    Laat hier meer flashcards zien

  • Direct kasstroomoverzicht (liquiditeiten overzicht / liquiditeiten begroting). 

    Brengt in beeld van wie en aan wie geld is ontvangen of uitgegeven en op welk tijdstip dat gebeurt. Dit overzicht helpt als enige bij het in beeld brengen van de geldstromen en hoe snel een organisatie kan beschikken over geld.

     

    Cash is king is weer een uitgangspunt binnen organisaties.

     

     

    Het verschil tussen de resultatenoverzicht en het liquiditeitsoverzicht 

     

     

  • 2.7 Verband tussen de drie financiële overzichten

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.7
    Laat hier meer flashcards zien

  • Verband tussen de balans, resultatenrekening en liquiditeitenoverzicht

    1. Het Eigen Vermogen en dan met name de winstreserve of ingehouden winst.De mutatie van deze balanspost staat uitgewerkt in het resultatenoverzicht.
    2. De hoeveelheid liquidemiddelen (geld)
    3. De resultatenrekening en het liquiditeitsoverzicht zijn aanvullingen op de balans. Dit verschaft inzicht in de twee belangrijkste financiële grootheden in een organisatie, zijnde de toe- afname van het EV (het resultaat) als gevolg van de normale bedrijfsvoering. En de geldmutaties (liquidemiddelen)  
    4. De overzichten zijn altijd gekoppeld aan de goederen- geldstroom. Deze veranderingen zijn goed meetbaar. Er zijn altijd “harde bewijzen” van goederenuitgifte, facturen, bankboekingen etc.
  • 3 Beoordeling van een investeringsvoorstel

  • 3.1 Inleiding

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Stap 3: Weeg het risicoaspect van het investeringsvoorstel

    In paraaf 3.4 worden twee manieren toegelicht om in de beoordeling van een investeringsvoorstel het risico mee te laten wegen, met hun voor- en nadelen. De technisch eenvoudigste manier is het verhogen van het vereiste rendement, waarbij geldt: hoe hoger, hoe meer risico en hoe lager de netto contante waarde. De tweede manier is een scenarioanalyse, waarin men een aantal mogelijke scenario's opstelt over het investeringsvoorstel. Vervolgens kan men diverse statische berekeningen uitvoeren om elk scenario te vergelijken met het risicovrije rendement, dat min of meer bekend is. De standaardafwijking is dan een maat voor het risico.


  • Stap 4: Inventariseer de niet financiële aspecten die de beslissing beïnvloeden.

    In paragraaf 3.5 blijkt hoe belangrijk de niet financiële overwegingen zijn voor een investeringsvoorstel. Het moet de eerste prioriteit zijn te proberen deze argumenten zo goed mogelijk in geld te vertalen en mee te nemen in de berekeningen. Ook als ze echt niet in geld te vertalen zijn, is het belangrijk deze overweging apart te benoemen en eventueel op een andere manier te kwantificeren. Het trio PROFIT, PLANET (zoals CO2 uitstoot), PEOPLE (zoals medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid) kan een handige kapstok zijn om de niet financiële argumenten te benoemen.
  • 4 Keuze van vermogensvorm

  • 4.4 Financieren met kortlopend vreemd vermogen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Rekening Courantkrediet (leerboek blz. 161).

    Is een betaalrekening met limiet, waarop een organisatie alle geldtransacties uit de normale bedrijfsvoering voert. Aan de Activakant samen met kas-bank tegoeden vormen zij liquide middelen.

     

    RKC kost geld. Interestpercentage is vaak hogere dan een gewone bankrekening. 

     

    Een organisatie doet er dus verstandig aan het rekening-courantkrediet snel af te lossen met overtollige liquide middelen, het alleen voor fluctuaties te gebruiken en de structurele vermogensbehoefte op een andere wijze te financieren.

     

     

  • 4.5 Vermogensbehoefte verminderen

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Efficiënt beheren van het netto werkkapitaal

    Het verlagen van de vermogensbehoefte kan gerealiseerd worden door het netto werkkapitaal efficiënt te beheren. Het gaat daarbij vooral om debiteuren, voorraden en crediteuren. Elke euro die een organisatie nog tegoed heeft van een klant of die in het magazijn ligt te wachten, moet immers gefinancierd worden. 

     

    Debiteurenbeheer

    Voorraadbeheer

    Crediteurenbeleid

     

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart