Kosten: definities, functies en begrippen

11 belangrijke vragen over Kosten: definities, functies en begrippen

Op basis van welke twee grondslagen wordt de waarde voor de meeste productiemiddelen berekend?

Hoeveelheidsgrondslag (hoeveelheid productiemiddelen die is opgeofferd) en prijsgrondslag (de waarde per eenheid van de opgeofferde hoeveelheid).

In welk geval spreekt men van productie in economische zin?

Wanneer de waarde van de output méér bedraagt dan de waarde van de noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen. Die waarde is namelijk de bron waaruit de deelnemers aan het productieproces, zoals werknemers, betaald kunnen worden voor hun bijdragen.

Wat betekenen de termen expenditures, expenses, receipts en revenues?

Uitgaven, kosten, ontvangsten en opbrengsten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 4 doelen kan een kostencalculatie dienen?

1. Als hulpmiddel bij de periodieke vaststelling van het resultaat. 2. Als managementinformatie. 3. Als basis voor de kostprijsberekening en de verkoopprijsbepaling (tariefstelling. 4. Als hulpmiddel bij de planning en beheersing van bedrijfsprocessen (management control).

Wanneer zijn constante kosten relatief constant en hoe worden deze kosten vaak ook genoemd?

Als ze slechts gelijk blijven tot de relevant range: een bepaalde productiegrens binnen de budgetteringsperiode ongeacht de omvang van de activiteiten. Constante kosten worden vaak ook sunk costs genoemd, verloren kosten dus.

Waarom zijn variabele kosten vaak proportioneel variabele kosten?

Omdat tussen de omvang van de productieactiviteiten en het totaal van de variabele kosten een recht evenredig verband bestaat. Een twee keer zo grote productieomvang zorgt er namelijk voor dat de variabele kosten twee keer zo hoog worden.

Wat is het verschil tussen progressief en degressief variabele kosten?

Bij progressief variabele kosten bestaat een meer dan evenredig verband tussen de productieomvang en het totaal van de kosten (bijv. bij overwerk, waardoor de kosten per product stijgen) en bij degressief variabele kosten bestaat een minder dan evenredig verband tussen de productieomvang en het totaal van de kosten (bijv. bij inkopen op grote schaal, waardoor de kosten per product dalen).

Welke vier soorten risico's kunnen worden genoemd voor het aanhouden van voorraden en geef van elk risico ook een voorbeeld.

1. Kwaliteitsrisico (zoals bederf). 2. Kwantiteitsrisico (zoals diefstal). 3. Commercieel risico (zoals het incourant worden). 4. Prijsrisico (bijv. als de prijs van ingekochte grond- en hulpstoffen gaat dalen, zit het bedrijf met relatief dure voorraden).

Beschrijf in welke 4 stappen de doorlooptijd van producten kan worden onderverdeeld.

1. Feitelijke bewerkingstijd. 2. Tijd die nodig is voor transport, bijv. van de ene naar de andere bewerking. 3. Tijd die nodig is voor kwaliteitscontrole. 4. Wachttijden.

Welke 3 voorwaarden gelden voor het implementeren van de JIT-strategie?

1. Verbetering van de kwaliteit. 2. Reductie van de kosten van omzetting van productielijnen. 3. Ontwikkeling van nieuwe informatiesystemen.

Wat gebeurt er met de jaarlijkse rentelast op het duurzame productiemiddel als er wordt afgeschreven volgens de annuïteitenmethode? Deze daalt, stijgt of blijft gelijk?

Daalt, omdat het geïnvesteerde bedrag (de boekwaarde) afneemt. Daardoor neemt het afschrijvingsbedrag binnen de annuïteit jaarlijks toe.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo