Optimaal beleggen: de inzichten uit de portfoliotheorie

7 belangrijke vragen over Optimaal beleggen: de inzichten uit de portfoliotheorie

Welke assumpties rond risico zijn er in de financiele theorie?

Individuen zullen de verwachte waarde van hun nut willen maximaliseren. Beleggers zijn risico afkerig. En rendementen worden geacht normaal verdeeld te zijn met een verwachte waarde van E(R) e een standaardafwijking van sd(R)

Welke houdingen zijn er ten opzichte van risico?

RISICO AVERSIE
Kent een concave nutsfunctie waardoor het marginale nut zal afnemen bij toenemende rijkdom. Bij het verdubbelen van de rijkdom zal het nut niet verdubbelen.
NEUTRAAL
De nutfuncties wordt gekenmerkt door een lineaire lijn. Marginale nutzal constant blijven bij toenemende rijkdom.
PREFERENT
Wordt gekenmerkt door een convexe nutsfunctie.

Een voorbeeld zijn bijvoorbeeld loten. Onevenredige kans op geld maar door het enorme risico wel kans op grote rijkdom. De nutsfunctie is trouwens nut op y as, x is rijkdom.

Wat is het efficiente set theorema?

Aangezien beleggers risico afkering zijn maar toch hun nut willen maximaliseren zal er steeds een afweging moeten gemaakt worden tussen rijkdom en risico.

De optimale belegging is efficient indien
- er geen andere belegging kan gevonden worden met een hoger rendement voor een gegeven risico
- er geen andere belegging kan gevonden worden met een lager risico voor een gegeven rendement.

Vervolgens kan men indifferentiecurves maken met combinaties die het zelfde nut geven.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe berekent men het verwachte rendement en risico.

Deze kan berekend worden als het gewogen gemiddelde van de toekomstige rendementen. Dit is de som van deze rendementen vermenigvuldigd met de kans dat ze zich zullen voordoen
E(R) = som(p,iR,i)
R,i = rendement in situatie i
p,i = kans op situatie i
N = mogelijke situaties

Het verwachte risico bepaalt de mogelijke afwijking.
sd^2(R) = E[R-E(R)]^2
sd^2(R) = som(p,i(R,i-E(R))^2

Wat is het diversificatie effect?

Het risico van een portefeuille, gemeten via de standaarddeviatie, kleiner is dan het gewogen gemiddelde van de standaarddeviaties van beide aandelen.

De mate van samen bewegen van aandelen kan statistisch uitgedrukt worden via de covariantie of de gestandaardiseerde versie hiervan; de correlatie.

Aandelen reageren ook op de marktomstandigheden. Aandelen die sterk met de markt bewegen zijn cyclische aandelen. Contracyclische aandelen zijn dan aandelen die net de omgekeerd beweging maken als de gemiddelde markttrend. Een portefeuille van beide zorgt voor drastische vermindering vant risico

Hoe bepaalt men het risico en rendement van een portfolio met 2 aandelen?

X = proportie A, (1-x) = proportie B
E(Rp) = E(xRa+(1-x)Rb)
E(Rp) = xE(Ra)+(1-x)E(Rb)
sd(Rp)<=x*sd(Ra)+(1-x)sd(Rb)

Het risico van een portefeuille zal dus steeds tussen de 2 extremen liggen:
x*sd(Ra)-(1-x)sd(Rb) <= sd(Rp) <= x*sd(Ra)+(1-x)sd(Rb)

Het risico dat nog overblijft in een goed gediversieerde portefeuille weerspiegelt de gemiddelde onderliggende markttrend.

Hoe bepaalt men de optimale aandelenportefeuille?

Elke belegger zal in dezelfde 2 componenten beleggen; de risicovrije belegging en de aandelenportefeuille m. Het enige aspect waarin de portfolio verschillen is de proportie. Het feit dat beleggers ondanks andere risico voorkeuren toch steeds in dezelfde 2 portefeuillecomponenten f en m beleggen wordt het seperatietheorema genoemd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo