Bedrijf en onderneming - Deelnemingen en dochtermaatschappijen

8 belangrijke vragen over Bedrijf en onderneming - Deelnemingen en dochtermaatschappijen

Welke beperking is voor een VOF en CV m.b.t. een deelneming? Art. 2:24c BW

Een VOF of CV kan alleen deelnemen in een rechtspersoon en niet in contractuele vennootschappen.

BW 2.1  – Afdeling 1 – Algemene bepalingen (art 1 t/m 24)

Wanneer is er sprake van een deelneming per verschillende bedrijfssoorten? art. 2:24c?

VOF --> Volledige vennoot
CV --> Volledige vennoot of commanditaire vennoot
NV/BV --> aandeelhouder
Vereniging --> lid
Stichting --> bestuurder.

BW 2.1  – Afdeling 1 – Algemene bepalingen (art 1 t/m 24)

Vanaf wanneer zijn er per bedrijf gevolgen voor een rechtspersoon (behalve stichting) m.b.t. de jaarrekening en wat moet dan in deze jaarrekening staan? Art. 2:379 BW

1. 20% in deelname
2. Vennoot in CV of VOF
3. Bestuurder of lid

Het volgende moet over deelneming worden opgenomen:
- NAW
- Aandeel in totaal gestort kapitaal
- EV van de deelneming
- Het bedrijfsresultaat (W&V)

BW 2.9 – Afdeling 5 – Bijzondere voorschriften omtrent de toelichting (art 378 t/m 383)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer is er per bedrijf sprake van een ((achter)klein)dochtermaatschappij? Art. 2:24a BW

Er zijn 2 voorwaarden:
1. De deelnemer is een rechtspersoon
2. Er is sprake van een meerderheidsdeelneming. Dit is het geval bij:

2a Meer dan de helft van de stemgerechtigde aandelen
2b Meer dan de helft van de commissarissen of bestuurders kunnen worden ontslagen.
2c een vennoot bij een VOF

BW 2.1  – Afdeling 1 – Algemene bepalingen (art 1 t/m 24)

Wanneer is er sprake van een groepsmaatschappij en wat is een gevolg hiervan? Art. 2:24b BW

Dit is het geval als een aantal maatschappijen een verregaande samenwerking hebben die zich vooral organisatorisch en economisch laten zien maar wel juridisch zelfstandig zijn.

1. Er zijn 1 of meer dochtermaatschappijen
2. Andersoortige economische fusie.

Het gevolg is dat er een geconsolideerde jaarrekening moet worden opgesteld door de moedermaatschappij (art. 2:406 BW)

BW 2.1  – Afdeling 1 – Algemene bepalingen (art 1 t/m 24)

Waarom moet in een jaarrekening ook worden vermeld hoeveel werknemer er vorig jaar gemiddeld werkzaam waren? Art. 2:382 BW

- Afhankelijk van wel of geen OR
- evt. vrijstelling voor publicatie van jaarrekening.

BW 2.9 – Afdeling 5 – Bijzondere voorschriften omtrent de toelichting (art 378 t/m 383)

Hoe werkt de publicatieplicht? Art. 2:394 BW

Dit is de plicht voor iedere commerciële rechtspersoon om te publiceren en vervolgens staat er in art. 2:397 BW dat iedere belanghebbende (aandeelhouders, vakorganisaties, medewerkers wiens beloning afhangt van de winst) dit kan opvragen.

BW 2.9 – Afdeling 10 – Openbaarmaking (art 394 t/m 395)

Wie is bij de rechtspleging omtrent de jaarrekening bij uitsluiting gerechtigd? Art. 1000 rv.

Dit is volledig geregeld bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo