Faillsement, surseance van betaling en WSNP - Seperatisten - Hypotheek
10 belangrijke vragen over Faillsement, surseance van betaling en WSNP - Seperatisten - Hypotheek
Welke 4 kenmerken heeft het hypotheekrecht?
2. De hypotheekgever moet beschikkingsbevoegd zijn (alleen een eigenaar is beschikkingsbevoegd)
3. De hypotheek gever behoudt de feitelijke macht
4. Hypotheek is een accessoir recht, het kan dus niet op zichzelf staan.
Welke 4 stappen moeten worden doorlopen om een hypotheekrecht te vestigingen?
2. Er is een geldige titel. Er is dus een rechtgesldige overeenkomst tot hypotheekverlening. Dit is de obligatoire fase (fase 1)
3. Er is een goedererenrechtelijke overeenkomst. De hypotheekgever geeft het hypotheekrecht aan de hypotheeknemer. De akte moet zijn opgesteld door de notaris en ondertekend door beide partijen. Dit is de hypotheekverlening (fase 2). Er moet een notariële akte worden ingeschreven in de openbare registers. De hypotheekvestiging (fase 3)
4. Beschikkingsbevoegheid van de hypotheekgever.
5. Inschrijving in openbaar regiser.
Welke rechten heeft de hypotheekhouder?
2. Het recht van separatist.
3. Voorrang bij verhaal.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe werkt 1. Het recht van parate executie precies bij het hypotheekrecht?
- De notaris gaat na wie recht op wat heeft (welke hypotheekhouder gaat voor, wat blijft erover, is er discussie)
- De notaris maakt het geld over naar de hypotheekhouder(s), evt de hypotheekgever of naar de bewaarder bij een discussie.
Wat is het verschil van 3. Voorrang van verhaal met pand? Hoe werkt het bij meerdere hypotheekhouders?
De rangorde is op basis van datum van inschrijving, dus de oudste gaat voor.
Welke 7 mogelijkheden zijn er om een hypotheek teniet te laten gaan?
2. Het tenietgaan van het verbonden goed
3. Executie. Dit is dus ook als de opbrengst niet hoog is. De oud-hypotheekhouder kan de rest wel verhalen op de debiteur
4. Het intreden van een ontbindende termijn of voorwaarde
5. Afstand van het hypotheekrecht
6. Vermenging. Hypotheekgever = hypotheeknemer
7. Onteigening. Bij onteigening van een onroerende zaak.
Welke speciale actie moet worden ondernomen wanneer het hypotheekrecht is vervallen? Art. 3 : 274 BW
In theorie wil de doorhaling niet zeggen dat de schuld is voldaan. Een schuldeiser is alleen niet meer beschermt door de wet.
Welke hypotheekbedingen kunnen naast het hypotheekrecht nog meer worden bedongen?
2. Het beding van beheer. Via de voorzieningenrechter de mogelijkheid krijgen om het goed te beheren, bv bij ernstige verwaarlozing.
3. Beding van ontruiming. Vooral handig als er sprake is van executie en openbare verkoop
Wat houdt 1. Het huurbeding Art 3 : 264 BW precies in?
1. Buiten toestemming van de hypotheekhouder het goed verhuren of verpachten
2. Het goed op een bepaalde wijze of voor een zekere tijd te verhuren
3. Vooruitbetaalde huur - of pachtopbrengsten te ontvangen.
4. Het recht op huur-of pachtpenningen te verpachten.
Alle afspraken zoals ze ervoor waren mogen blijven. Als er al huur was tegen bepaalde voorwaarden dan mag er dus een nieuwe huurder komen voor dezelfde prijs.
Welke extra bescherming heeft een huurder bij 1. Het huurbeding?
Er moet namelijk toestemming worden gegeven door de voorzieningenrechter van de rechtbank (Art. 3 :264 lid 5 BW. De rechter zal dan wel de noodzaak bekijken van het nietig verklaren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden