Faillsement, surseance van betaling en WSNP - Seperatisten - Pand
11 belangrijke vragen over Faillsement, surseance van betaling en WSNP - Seperatisten - Pand
Wat is de definitie van een pandhouder?
Welke 2 vormen van pandrecht zijn er? Art 3 : 236 BW
2. Stil bezitloos pandrecht, het pand is nog in het bezit van de pandgever maar dmv een geregistreerde of onderhandse akte is het overgedragen.
Stil = pandrecht is niet bekend bij debiteur. Er zit dus altijd een schakel tussen de pandgever en debiteur.
Bezitloos = niet in bezit
Welke 4 vereisten zijn er voor pandrecht? Met andere woorden: het vestigen van het pandrecht?
2. Een geldige titel --> geldige overeenkomst tot inpandneming.
3. Beschikkingsbevoegheid van de pandgever
4. Goederenrechtelijke overeenkomst (=overdragen feitelijke macht
5. Vestigingformaliteiten)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke uitzondering is er waar toch pandrecht kan ontstaan maar waar geen vestiging heeft plaatsgevonden?
[Vuistpand] Wat zijn de vestigingsformaliteiten bij de verschillende goederen?
2. Schuldvorderingen aan toonder --> feitelijke overgave
3. Schuldvorderingen aan order --> endossement + feitelijke overgave(verklaren dat de pandgever de order in handen van de pandnemer heeft gegeven)
4. Vorderingen op naam --> Dit moet op dezelfde wijze als dat de levering van het pand is gedaan. Dit moet dus worden uitgezocht. Dit zal vaak een authentieke of onderhandse akte moeten zijn.
5. Vruchtgebruik --> op dezelfde wijze als dat het vruchtgebruik is gedaan.
[Bezitloos pand] Wat zijn de vestigingsformaliteiten bij de verschillende goederen? Art 3 : 237 Bw
Welke 5 voornaamste rechten heeft een pandhouder?
2. Recht van verandering van de aard van het pandrecht
3. Rechte van parate executie
4. Recht van separatist
5. Voorrang bij verhaal
Wat houdt 1. Retentierecht of terughoudingsrecht precies in? art. 3:290 BW
Een bezitloos pandhouder heeft dit rententierecht alleen als hij later alsnog in bezit is gekomen van het pand.
Een rententor kan een pand opeisen wanneer hij niet meer in het bezit.
Wat houdt 3. Recht op parate executie in? Art . 3 : 248 e.v. BW
1. Opbrengst > vordering --> restant aan pandgever of andere partijen
2. Opbrengst < vordering --> niet verder verhalen op debiteur
Wat zijn de plichten van de pandhouder?
2. Uitkering aan pandgever bij een extra opbrengst na executoriale verkoop
3. Teruggave van pand na betaling.
Welke 7 mogelijkheden zijn er voor het tenietgaan van het pandrecht?
2. Het tenietgaan van het pand --> eventuele schuld blijft wel bestaan
3. Misbruik van het pand. In principe is elke gebruik van het pand onrechtmatig. Een pandhouder heeft immers geen vruchtgebruik.
4. Executie.
5. Intreden van ontbindende termijn of voorwaarde
6. Afstand van het pandrecht. Dit staat los van de schuld.
7. Vermenging. Indien de pandhouder eigenaar wordt of de pandgever de pandhouder wordt. Bijvoorbeeld bij familie en erven.
Basisregel: opheffen pandrecht heeft geen gevolgen hoofdverbintenis (de vordering) en opheffen hoofdverbintenis heeft wel gevolgen voor het pandrecht
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden