Samenvatting: Beeldende Begrippen : Leerboek | 9789077318126 | B Boermans
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Beeldende begrippen : leerboek | 9789077318126 | B. Boermans.
-
1 stijlen en stromingen
Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is kenmerkend aan een stijlperiode uit de kunstgeschiedenis?
Ze kennen een vast patroon dat kan worden vergeleken met een mensenleven: geboorte, bloei en tenslotte neergang en dood.
De periode van volwassenheid is het meest kenmerkend voor een bepaalde stijl.
Meestal ontstaat een nieuwe stijl aan het eind (de teloorgang) van een vorige stijl.
Voorbeeld: de vroege, hoge en late Renaissance: laten perioden zien van opkomst, bloei en achteruitgang. -
Wat kun je zeggen over klassieke kunst?
IN de Grieks-Romeinse tijd is er een klassieke periode geweest. Kenmerkend: bij de beelden kloppen de verhoudingen va de lichaamsdelen, beelden hebben een ingetogen uitdrukkingskracht en hebben een volmaakte vormgeving.
Klassieke kunst heeft invloed gehad op kunststijlen in het westen: renaissance, barok, neoclassicisme en postmodernisme.
Klassieke kunst kan ook kunst uit een andere tijd zijn die grote invloed heeft gehad.
'Moderne klassieken' zijn bv: Picasso, Malevich, Mondriaan. -
(internationale) gotiek (ca 1150 - 1500)
In de gotiek speelde ook het geloof een grote rol, veel bijbelse thema's uitgewerkt op muur-, glas-, en paneelschilderingen. Het is uitbundig versierd, figuren hebben een sierlijke houding en weelderige, geplooide gewaden.
De stijl van de gotiek heeft zich over veel landen in Europa verspreid (internationale stijl). -
Academisme (vanaf eind 17e eeuw)
Het academisme is een richting die uit gaat van eeuwenoude kunstregels, die meestal uit de klassieke oudheid stammen.
In Frankrijk (onder Lodewijk XIV) werden de eerste kunstacademies opgericht. Eigen creativiteit moest aan banden worden gelegd.
In de 19e eeuw kwam verzet tegen de strenge regels van de academie. -
Arts and crafts-beweging (1870 - 1900)
Morris was grondlegger van arts en crafts-beweging. Hij wilde het mooie en goede laten samengaan en zette zich in voor hernieuwde aandacht voor vakmanschap en handwerk. Er werd aandacht besteed aan mooi en eenvoudig design.
Was de voorloper van de latere jugendstil. -
Jugendstil, art nouveau (1890 - 1910)
D e jugendstil is vooral een decoratieve stijl.
Kenmerkend zijn de ranke, slingerende vormen geïnspireerd op planten, bloemen en dieren.
De stijl is vooral decoratief.
Wordt beschouwd als laatste totaalvormgeving: ze combineerde beeldende kunst, kunstnijverheid en architectuur. -
Environment (Engels: vormgeving)
Een environment is een kunstwerk waarin de toeschouwer kan rondlopen.
Het houdt dus rekening met menselijke maten.
Het gaat om de directe ervaring. Geur en geluid kunnen deel uitmaken van een environment.
Environment: Het is een nieuwe ruimte in een ruimte waarbij de toeschouwer zelf onderdeel wordt van het kunstwerk. -
Minimal art (vanaf 1960)
Bij minimal art probeert de kunstenaar met eenvoudige, sobere geometrische vormen een groot effect te bereiken.
Kwam vooral tot uiting in de beeldhouwkunst, waarbij de relatie tussen kunstwerk en omgeving belangrijk was.
Minimal art sluit aan bij land art
Bekende minimalist: Donald Judd - Untitled -
Conceptuele kunst (vanaf 1960)
Wat is een kunstwerk? - Belangrijkste vraag van conceptuele kunstenaars.
Steeds minder beeld en kunst als een filosofisch idee te laten bestaan. (bv Piero Manzoni - Socle du Monde = verklaarde gehele aarde tot kunstwerk) -
Body-art (vana de jaren 60)
Boy-art is een vorm van kunst en een verdere ontwikkeling van de happening waarbij het lichaam centraal staat.
Het kan bestaan uit het bedekken, onthullen, beschilderen en bewegen van het lichaam tijdens een performance. Kan ook video, boek, fotobewerking, ed zijn.
Kunstenaarsduo Gilbert en George - Flying Shit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden