In situ hybridisation

8 belangrijke vragen over In situ hybridisation

Wat is het doel van in situ RNA hybridisatie?

visulisatie en/ of kwantificatie van specifieke RNA moleculen. Het gebruikt een gelabelde complementaire DNA of RNA streng om specifieke RNA sequenties te lokaliseren of te visualiseren.

Welke verschillende soorten in situ hybridisatie zijn er?

FISH: fluorescent in situ hybridisatie. Er wordt gewerkt met fluorescent gelabelde probes. Het wordt gebruikt om te bepalen of een cel een specifiek gen tot expressie brengt of niet.
RISH: Radioactive in situ hybridsatie: Er wordt gewerkt met een radioactief gelabelde strand (probe). Er wordt bepaald hoeveel mRNA van een specifiek gen wordt geproduceerd in een bepaald weefsel/ orgaan/ hersendeel.

Hoe vindt de RNA probe productie plaats?

- Een gedeelte van een gen moet gecloond worden.
- De kloon wordt opgenomen in het DNA van de bacteriele vector (meestal E.coli)
- E.coli vector kan verdeeld worden en makkelijk groeien in andere labs
- extractie en linealisatie van de E.coli kloon. restrictie enzymen knippen in de kloon van E. coli. Hierdoor raakt het DNA gelinealiseerd.
- De gelinealiseerde DNA kloon wordt vermenigvuldigd door de PCR techniek dmv radioactieve labeling ipv thymine
- De probe is klaar om te gebruiken in de RNA hybridisatie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de klinische applicaties van de in situ hybridisatie techniek?

microbiologie: morfologie en populatiestructuren van microorganismen
pathologie: abnormale genexpressie
ontwikkelingsbiologie: genexpressie in embryonaal weefsel.

Wat zijn de condities voor in situ hybridisatie?

- vaak wordt gewerkt met bevroren samples.
- de incubatietijd duurt vaak lang (soms wel een dag)
- het ontwerp van de probe vereist specifieke kennis over de RNA sequentie die wordt bestudeerd.
- imperfecte hybridisatie door een non specifieke binding

Wat is het doel van immunocytochemie?

visualisatie en kwantificatie van eiwitten, neuropeptiden, hormonen en neurotransmitters.

Hoe wordt het eerste deel van de immunocytochemie precies uitgevoerd met monoklonale antilichamen?

1) muis wordt geimmuniseerd met het eiwit van interesse.
2) B-cellen van de milt worden geoogst en gefuseerd met myeloma cellen (antibody producing tumor cells)
3) Elke succesvolle cel culture produceert antilichamen dat een specifieke epitoop herkend.
4) Dit wordt altijd geproduceerd in muizen, weinig cross reactie.

Hoe vindt de productie van het tweede antilichaam plaats?

1) dit wordt altijd geproduceerd in een andere diersoort dan de eerste antilichaam
2) Dit is meestal polyclonaal

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo