Samenvatting: Begeleiden Bij De Ontwikkeling
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Begeleiden bij de ontwikkeling
-
1 Begeleiden bij de ontwikkeling
Dit is een preview. Er zijn 32 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan de "fysieke omgeving" verschillen van kind tot kind?
Dat het kind opgroeit op het platteland of in de stad, dat het thuis veel ruimte heeft of niet etc. -
Hoe kunnen "leefomstandigheden"verschillen van kind tot kind?
Hoogopgeleide ouders of laagopgeleide, éénoudergezin of groot gezin etc -
Hoe kan "opvoeding" verschillen van kind tot kind?
Autoritair of democratisch etc. -
Hoe kan "educatie" verschillen van kind tot kind?
Opleiding, jezelf ontwikkelen, toegang hebben tot computers etc -
Hoe kunnen "sociale contacten" verschillen van kind tot kind?
Samen studeren, samen stappen, samen, samen sporten etc. -
Waaraan zouden de leefomstandigheden van kinderen moeten voldoen?(volgens A. Bartels en H.Heiner in de jaren negentig) Noem er drie.
1 Adequate verzorging
2 Veilige fysieke omgeving
3 Een affectief klimaat
4 Een ondersteunende flexibele opvoedingscultuur
5 Adequaat voorbeeldgedrag ouders
6 Interesse
7 Continuiteit in opvoeding en verzorging, toekomstperspectief
8 Veilige fysieke wijdere omgeving
9 Respect
10 Sociaal netwerk
11 Educatie
12 Omgang met leeftijdgenoten
13 Adequaat voorbeeldgedrag samenleving
14 Stabiliteit in levensomstandigheden, toekomstperspectief -
De kinderopvang geeft begeleiding bij de ontwikkeling. Welke aspecten van de ontwikkeling zijn dat? Noem er drie.
1 emotionele veiligheid en geborgenheid
2 hechting
3 angsten
4 koppigheid
5 zelfbeeld
6 eten
7 slapen
8 zindelijkheid
9 identificatie
10 vriendschappen
11 seksualiteit
12 het geweten
13 creativiteit en talenten
14 intelligentie -
Welke fasen kent het hechtingsgedrag?
Fase 1 (0-3maanden) het kind reageert nog ongericht: oogcontact, een glimlach
Fase 2 (3-6 maanden) het kind richt zich doelbewuster op de verzorgers, beantwoordt meer, glimlacht selectief, trappelt als er contact gemaakt wordt
Fase 3 (½-1 jaar) actief hechtingsgedrag: scheidingsangst, angst voor vreemden
Fase 4 (1-3 jaar) het kind heeft een hechtingsband maar deze moet nog bestendigd worden
Fase 5 (Later dan 3jaar) de band is gelijkwaardig: inleving, vertrouwen, inspelen op de ander -
Hoe kun je kinderen begeleiden bij angst?
1 Laat de kinderen de angst benoemen en erover praten
2 Stel het kind gerust, zorg dat het zich veilig voelt -
Geef wat voorbeelden hoe je een "koppig", "boos"kind kunt begeleiden.
1 Wees consequent en leg duidelijk uit wat je wilt, wat kan en niet kan
2 Spreek een plaats af waar het moet afkoelen. Zeg dat het terug mag komen als het afgekoeld is
3 Keur het gedrag af maar niet de persoon
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden