9586 Pedagogisch Medewerker SAW3 Kerntaak 1 Begeleiden

103 belangrijke vragen over 9586 Pedagogisch Medewerker SAW3 Kerntaak 1 Begeleiden

  1. Welke functies hieronder behoren niet tot de kinderopvang?
  • lichte vormen van opvoedingsondersteuning bieden
  • ouders de gelegenheid geven hun hobby’s te beoefenen
  • kindermishandeling voorkomen
  • kindermishandeling signaleren
  • zieke kinderen opvangen
  • hulpverlening aan ouders bieden die hun kind niet zelfstandig kunnen opvoeden

  1. Welke functies hieronder behoren niet tot de kinderopvang?
  • lichte vormen van opvoedingsondersteuning bieden wel
  • ouders de gelegenheid geven hun hobby’s te beoefenen niet
  • kindermishandeling voorkomen niet
  • kindermishandeling signaleren wel
  • zieke kinderen opvangen kan wel/hoeft niet
  • hulpverlening aan ouders bieden die hun kind niet zelfstandig kunnen opvoeden niet

Geef 3 verschillen in functies aan tussen een peuterspeelzaal en een kinderdagverblijf

  1. Peuterspeelzaal is primair niet voor werkende ouders
  2. Primaire functie peuterspeelzaal is gericht op kinderen, die in de kinderopvang op de ouders
  3. Ontwikkelingsstimulering, opvoedingsondersteuning en het voorkomen van achterstanden hebben in de speelzaal meer nadruk dan in de kinderopvang.

Beschrijf de Wet op de Kinderopvang en wanneer werd deze ingevoerd..

  • In 2005.
  • Ouders krijgen geld via de overheid –geen subsidie.
  • Peuterspeelzalen blijven onder welzijnswet.
  • GGD toetst of organisaties aan kwaliteitseisen voldoen.
  • HZK en ISO keurmerk in kinderopvang.
  • BKK Bureau Kwaliteit Kinderopvang heeft scholingsbudget.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem 3 redenen voor observatie (H20.2)

in het kader van het kindvolgsysteem

als een kind opvallend gedrag vertoont

als een kind op medische of sociale indicatie is geplaatst

als een kind meedoet aan een ontwikkelingsstimuleringprogramma

Wat is een sociale indicatie (bij plaatsing op Kinderopvang) (H20.2)

Kinderen worden als zij thuis niet goed functioneren of als de gezinssituatie problematisch is, op indicatie van huisarts of maatschappelijk werk bij een kinderopvang geplaatst

Hoe kun je een observatie rapporteren

Mondeling en schriftelijk. Schriftelijk via standaard formulier of vrije rapportage

Noem 3 onderdelen van het observatieformulier voor de algemene ontwikkelingen van iedere ontwikkeling 2 voorbeelden

  1. Lichamelijke ontwikkeling - grove motoriek, fijne motoriek, eten, slapen, zindelijkheid
  2. Zintuigelijke ontwikkeling - horen, zien, voelen, ruiken, smaak, kinesthesie
  3. Cognitieve ontwikkeling - oorzaak en gevolg kennen, volgen van voorwerpen (baby's) geheugen, abstracte begrippenkennis
  4. Taalontwikkeling - woordenkennis, vormen van zinnen, geschreven taal, begrijpen wat er bedoeld wordt, kenbaar maken wat er bedoeld wordt
  5. Sociaal-emotionele ontwikkeling - Ontwikkeling Persoonlijkheid - contacten met kinderen, non-verbale communicatie, zelfstandigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, gehechtheid, zelfbewustheid, angsten, samenspel, sociaal gedrag, omgaan met normen en regels

Wat is het Programma ontwikkelingsstimulering –

programma’s met extra activiteiten bedoeld voor kinderen die een ontwikkelingsachterstand hebben of dreigen op te lopen, zoals Kaleidoscoop of Piramide

Medische indicatie bij plaatsing op Kinderopvang

Kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of stoornis worden op indicatie van huisarts bij een kinderopvang geplaatst.

Dit kan uiteraard alleen als zij in staat zijn om in een groep van normale gezonde kinderen te functioneren.

Bedenk 3 voorbeelden van opvallend gedrag waarbij het belangrijk is om een kind extra te observeren.

  1. Als het kind zich anders ontwikkelt
  2. Als het kind anders reageert
  3. Als het kind gespannen of lusteloos is
Bijvoorbeeld. Een kind heeft vaak ruzie met andere kinderen. Een kind van 4 speelt meestal alleen. Een kind maakt een ongelukkige indruk.

Wanneer kun je het beste gebruikmaken van video-opnamen bij het observeren?

  • Als je bepaalde aspecten van het gedrag of handelen van een kind vaker wilt kunnen bekijken.
  • Voor de begeleiding van pedagogisch werkers: als je goed wilt kunnen zien hoe je te werk gaat, wat de effecten van je handelen zijn en hoe kinderen op je reageren.

Wat zijn de voordelen van geluidsopnamen?

Door op een later moment te luisteren naar de gesprekken kun je veel leren over hoe kinderen denken en wat ze doen en waar hun interesses en gevoeligheden liggen. Zo kun je de begeleiding van de kinderen aanpassen en de manier waarop ze gestimuleerd kunnen worden.

Welk(e) observatieformulier(en) kun je gebruiken als je het gedrag in een groep wilt bestuderen?

Observatieformulier groepsfunctioneren van M. Balledux 2001

Welk(e) formulier(en) kun je gebruiken om de ontwikkeling van één kind in het algemeen te volgen?

Observatieformulier voor de algemene ontwikkeling.

Welk(e) formulier(en) kun je gebruiken als je de sociaal-emotionele ontwikkeling van een baby of peuter wilt volgen?

‘Zo doe ik’ van de CED-groep.

Welk(e) formulieren kun je gebruiken om een kind in specifieke situaties, zoals bij het afscheid nemen of naar bed gaan, te observeren?

Observatieformulieren voor het observeren  van het welbevinden van een individueel kind van M. Balledux.

Noem minimaal 5 punten die van belang zijn als het gaat om verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van gerichte observaties.

1. Collega’s, ouders en leidinggevenden moeten achter het besluit staan.
2. De leidinggevende beslist of en hoe er geregistreerd wordt.
3. Met collega’s verdere afspraken maken over de manier waarop je de observatie uitvoert en over de rapportage aan de leidinggevende en ouders.
4. Observatiegegevens niet laten rondslingeren.
5. Privacy van ouders en kinderen moet gewaarborgd zijn.
6. Kijk het protocol erop na.

Wat is de functie van kinderopvang voor kinderen

Veilige stimulerende omgeving
ontwikkelingsgerichte materialen en educatieve activiteiten
sociale contacten met andere kinderen

Wat is de functie van kinderopvang voor de samenleving

Economische groei en werkgelegenheid stimuleren
Voorkomen ontwikkelingsachterstand
integratie
Maatschappelijke functie bij emancipatie

Wat is de functie van kinderopvang voor de werkgever

Personeel krijgen en vasthouden
Tevreden personeel genereert meer productiviteit

Wat is VVE en noem 3 voordelen


Voor- en Vroegschoolse Educatie
  • draagt bij aan een optimale ontwikkeling van kinderen;
  • zorgt voor een vlotte start op de basisschool;
  • heeft oog voor de behoeftes van ieder kind;
  • geeft meer zicht op en speelt beter in op ontwikkelingsachterstanden van kinderen.

Welke onderwerpen vind je in een pedagogisch beleidsplan?

Antwoorden:
* doelstellingen en algemene uitganspunten van het kindercentrum
* uitgangspunten en visie op opvoeden en ontwikkeling (aspecten) van kinderen
* visie ten aanzien van de omgang en met individuele kinderen
* werkwijze intern
* visie ten aanzien van de opvoeding en verzorging van kinderen
* visie ten aanzien van de activiteiten van kinderen

Wat betekent het als een peuterspeelzaal een plusfunctie heeft

Dan is er meestal een extra pedagogisch medewerker of een tutor, zodat zij stimuleringsprogramma’s kunnen aanbieden voor de ontwikkeling van kinderen. Zij krijgen hier extra subsidie voor.

Wat is een kader of een raamplan

Uitgangspunten en visie van het kindercentrum. Plan van een organisatie waarin in grote lijnen de contouren voor het pedagogisch beleid staan waarbinnen de afzonderlijke kindercentra het pedagogisch beleid voor het centrumverder kunnen ontwikkelen. Bijvoorbeeld algemene visie op opvoeden, richtlijnen voor het stellen van grenzen (niet slaan bijvoorbeeld).

Wat is Beroepscode kinderopvang

Algemene richtlijnen en gedragsregels voor professionele pedagogisch werkers hoe je moet handelen ten opzichte van klanten, collega’s en anderen

Omschrijf een Plan van aanpak voor één kind

Individueel plan voor de begeleiding van een kind dat extra aandacht nodig heeft of waar iets bijzonders mee is, zoals een kind met een stoornis of beperking, een erg druk kind of een kind dat opvallend gedrag vertoont

In welk plan staat dat kinderen met een beperking welkom zijn op de opvang?

Kader of raamwerk van de organisatie en soms in het pedagogisch beleidsplan (als er maar één kindercentrum is).

In wat voor soort plan legt de Drie beren haar kwaliteitsbeleid vast?

Kwaliteitsplan

In wat voor soort documenten zijn specifieke richtlijnen voor de uitvoering van het werk opgenomen?

Protocol

Waarin zijn landelijke richtlijnen voor de beroepsuitoefening opgenomen?

Beroepscode

Waar kan je vinden hoe Sinterklaas gevierd wordt?

In het pedagogisch beleidsplan, omdat het een feest betreft dat het gehele kindercentrum viert.

Waar kan je vinden hoe de verjaardag van een kind gevierd wordt?

Algemene richtlijnen in het pedagogisch beleidsplan en misschien staat er ook iets over in het kader of raamwerk, bijvoorbeeld of verjaardagen altijd gevierd worden en óf en wát er uitgedeeld mag worden.
specifieke informatie in het activiteitenplan over de viering op de groep bijvoorbeeld op welk moment mag een kind uitdelen, welke liedjes zingen we, wat doen ze verder in de groep.

Waar kan je vinden wat je moet doen als een kind van het klimrek valt?


algemene richtlijnen In het kader of raamwerk, bijvoorbeeld dat ouders altijd gewaarschuwd moeten worden en wanneer besloten wordt naar de 1e hulp te gaan of een arts te waarschuwen.
specifieke informatie In het pedagogisch beleidsplan over de situatie in het kinderdagverblijf, bijvoorbeeld het telefoonnummer van de huisarts of het adres van de 1e hulp, afspraken met collega’s, plaats waar gegevens van ouders zijn opgeborgen zodat iedereen die kan vinden als het nodig is

Noem 3 methoden en technieken die je geschikt vindt voor een ouderbijeenkomst.


1: Ouders laten kiezen uit foto’s waarop activiteiten staan: welke activiteiten denken zij dat hun kinderen leuk vinden?
2: Presentatie houden over een onderwerp (bijvoorbeeld de dagindeling) en ouders vragen hierop te reageren.
3: Ouders in groepjes van 2 aan elkaar laten vertellen wat zij van een bepaald onderwerp vinden (bijvoorbeeld ’spelen in de zandbak’). Daarna vertelt één ouder in de groep wat er gezegd is.

Welke methode voor alle ouders van het kindercentrum kun je het beste gebruiken als je wilt weten of zij vóór of tégen een vakantiesluiting zijn?

Schriftelijke enquête, zo hebben alle ouders gelegenheid om hun mening te geven. Ook zij die dat liever niet in het openbaar doen. Een steekproef of schriftelijke meningenpeiling geeft je direct de informatie of zij vóór of tégen zijn.

Eventueel kun je daarna een panelbijeenkomst om meer (achtergrond)informatie te krijgen. Bovendien kunnen bij een panelbijeenkomst discussies ontstaan die tot creatieve oplossingen kunnen leiden

Waar is een oudergesprek een goed moment voor

Oudergesprekken zijn goede momenten om wensen en behoeften van ouders te inventariseren.

Overdrachtsschrift pedagogisch werkers

hierin worden gedurende de dag aantekeningen gemaakt die van belang zijn voor de volgende werkers (dienst), alleen pedagogisch werkers kijken daarin

Overdrachtsformulier pedagogisch werkers en ouders

Overdrachtsformulier pedagogisch werkers en ouders
  - hierin noteren pedagogisch werkers en ouders meer zakelijke informatie die voor de verzorging en specifieke situatie van dat moment van belang zijn

Wat staat er op het Overdrachtsformulier bij de overgang naar een andere groep

gegevens van belang voor PW’s bij overgang zoals op intake en kennismaking.

Leg uit waarom in de kinderopvang gegevens verzameld worden.

Je werkt met kinderen van iemand anders. Jij en ook de ouders hebben inzicht nodig in de ontwikkeling. Als Pedagogisch medewerker volg je die ontwikkelingen en legt gegevens hierover vast, zodat de kinderen adequaat begeleid kunnen worden. Je moet indien nodig hierover ook verantwoording kunnen afleggen, om informatie over te kunnen dragen aan ouders, collega’s en andere organisaties, om de aanwezigheid bij te houden, om afspraken vast te leggen.

Waarom is het belangrijk om zorgvuldig met de gegevens over de kinderen om te gaan?

- omdat het privacygevoelige informatie betreft,
- omdat iedereen die bevoegd is die gegevens moet kunnen vinden,
- omdat het belangrijk is met actuele gegevens te werken,
- om afspraken die vastgelegd zijn ook weer op te kunnen zoeken,
- om verantwoording af te kunnen leggen

Geef 3 voorbeelden waarin mondelinge gegevensoverdracht te prefereren is boven schriftelijke.

1. Als een kind gevallen is, de ouder zal schrikken en meer willen weten over de omstandigheden of haar ei kwijt willen.
2. Als je verwacht dat een ouder over een onderwerp graag iets wil zeggen,
3. Als meerdere mensen bij een onderwerp betrokken zijn of als discussie gewenst is, bijvoorbeeld over een uitstapje.

Geef 3 eigen voorbeelden waarbij schriftelijke gegevensverzameling te prefereren is boven mondelinge.

  • - Als je de mening van alle ouders van het kindercentrum wilt peilen.
  • - als collega's ook de gegevens moet kunnen inzien
  • - als je systematische ontwikkelingen volgt,
  • - om vastgelegde afspraken te kunnen zoeken
  • - steun in de rug voor een gesprek

Welke punten kunnen in het plan van aanpak staan?

ohet probleem/de problemen of de begeleidingsvraag;
ode aanpak/ acties
ode termijn
ode evaluatie

Bijvoorbeeld:
planning gesprek met kind (doelen, methoden, tijdstip),
planning gesprek met ouders (doelen, methoden, tijdstip),
planning gesprek met de basisschool (doelen, methoden, tijdstip),
tijdstip waarop deze acties geëvalueerd worden en daar conclusies uit getrokken gaan worden voor het vervolg.

Welke gegevens kun je gebruiken voor de analyse van een probleem met een kind?

  • Verslagen van gesprekken met het kind,
  • overdrachtsschrift voor ouders,
  • kennismakingsformulier,
  • observatieverslag.

Wat is Vermijdende gehechtheid

Het kind vermijdt contact met verzorgers als deze het afwijzen, verwaarlozen of negeren. Het heeft dan weinig vertrouwen in anderen en kan hierdoor geïsoleerd raken.

Sociale intelligentie oftewel emotionele intelligentie (EQ) ;

- persoonlijke vaardigheden ( zoals zelfinzicht, zelfvertrouwen, zelfregulering, motivering) of
- sociale vaardigheden ( zoals empathie, gevoel voor maatschappelijke belangen, organisatiebelangen, groepsbelangen, dienstbaarheid, kunnen samenwerken)

Waarom de inrichting van de ruimte in het kindercentrum van belang is voor de ontwikkeling.


Een veilige, fysieke directe omgeving biedt lichamelijke bescherming aan het kind. Dit betekent afwezigheid van gevaar, toxische invloeden, mishandeling en geweld.

  • Inrichting lokt uit tot spel en bepaalt de ontwikkelingskansen voor een groot deel.
  • Inrichting kan compenseren wat een kind thuis mist.
  • Inrichting kan samenwerking stimuleren, en mogelijkheid bieden aan kind om zich terug te trekken.
  • Inrichting heeft invloed op creativiteit, sociaal-emotionele ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling.

Wanneer worden er soms extra subsidies verstrekt aan peuterspeelzalen voor het uitvoeren van programma’s die de ontwikkeling stimuleren?

Bij kinderen met een taalachterstand of ouders met een laag opleidingsniveau.

Leg uit waarom het van belang is dat je goed op een kind reageert.

De reacties van de opvoeder slijten in en vormen vaste patronen. Het kind ontwikkelt daar een basishouding door waarop hij voortborduurt. Hij vormt zich een beeld van zichzelf en handelt vervolgens naar dit beeld. Hij bevestigt dus iedere keer weer zijn zelfbeeld. Als opvoeder heb je dus een grote invloed op deze basishouding en de ontwikkeling van het zelfbeeld. Zijn die niet positief ontwikkelt, dan ontwikkelt het kind een negatief zelfbeeld en een negatieve basishouding waar het last van kan krijgen als dit op latere leeftijd niet verandert.

Leg uit op welke manier de verzorging invloed heeft op de ontwikkeling.

Respect voor iemands persoon en lichamelijke en geestelijke gezondheid zorgt voor emotionele geborgenheid. Door middel van de verzorging heb je aandacht voor een goede verzorging, zorgzaamheid en gezondheid. Je leert een kind dat je respect hebt voor zijn persoon, zijn welbevinden, lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Een kind dat goed verzorgd is, leert om zichzelf goed te verzorgen en functioneert maatschappelijk ook beter omdat mensen positief op hem reageren.

Leg uit welke invloed educatie op je ontwikkeling heeft.

Een opleiding krijgen en jezelf ontwikkelen vormen je geest en hebben invloed op je maatschappelijk functioneren. Het helpt je de wereld begrijpen en richting te geven aan je leven.

Leg uit waarom sociale contacten belangrijk zijn voor de ontwikkeling.


Mensen zijn van nature sociale wezens en zoeken geestverwanten die hetzelfde denken, voelen en willen als zij. Het komt tegemoet aan de natuurlijke behoefte van mensen om bij elkaar te zijn. Afhankelijk van je mening, wordt je door bepaalde invloeden wel en door andere niet beïnvloed. Je vergroot elkaars leefwereld en voegt daar iets aan toe.

Hoe kun je een kind een gevoel van veiligheid en geborgenheid geven?



Als ze zich geliefd en gewaardeerd voelen en je respect hebt voor iemands persoon. Daarnaast brengen zijn omgeving, inrichting en structuur een gevoel van veiligheid. Een betrouwbare opvoeder zijn. De inrichting zodanig laten zijn dat kinderen er zich thuis voelen en de omgeving bekend en vertrouwd voor hen is. Structuur aanbrengen in het leven van de kinderen

Hoe kun je hooggevoelige kinderen helpen om zich emotioneel veilig en geborgen te voelen?

Creëer een rustige omgeving als zij eerder verzadigd zijn door prikkels. Praat over de indrukken die ze opdoen en help ze zoeken naar een balans tussen verstand en gevoel. Je opstellen als begeleider en vriend en gelijke. Uitleggen waarom iets echt moet. Hen veel tijd voor zichzelf geven en om de dingen te doen in hun eigen tempo.

Omschrijf de Hechtingsfase Fase 1 - 0 tot 3 maanden

De baby zendt al vrij snel na de geboorte signalen uit zoals lachen, huilen, uitdrukkingen van de ogen. Baby reageert nog ongericht met glimlach, oogcontact.


Jij:oogcontact maken, terug glimlachen, knuffelen

Omschrijf de Hechtingsfase Fase 2 - 3 tot 6 maanden

Baby richt zich doelbewuster op verzorgers, is responsiever, glimlacht selectief, trappelt bij contact.



Jij: op dezelfde manier reageren als waarop het kind contact probeert te maken, bijvoorbeeld met de handjes bewegen, brabbelen. Het kind uitlokken door bijvoorbeeld te knikken en te bevestigen wat je ziet bij het kind: ‘Ben je lekker aan het trappelen, moet je zo lachen’

Omschrijf de Hechtingsfase Fase 3 - ½ jaar tot 1 jaar

Actief hechtingsgedrag. Het verlies van deze vaste persoon veroorzaakt een heftige scheidingsangst. Angst voor vreemden.


Jij: kiekeboe spelletjes, niet teveel wisselende contacten voor het kind

Omschrijf Hechtingsfase Fase 4 - 1 – 3 jaar

Het kind heeft een hechtingsband maar deze moet nog bestendigd worden

Jij: voldoende aandacht geven aan het kind en vertrouwen van het kind in zichzelf bevestigen door met gevoel voor het kind te reageren

Omschrijf Hechtingsfase Fase 5 - > 3 jaar

De band is gelijkwaardiger. Vertrouwen, inspelen op de ander. In deze fase kan het kind zich inleven in de persoon waar het aan gehecht is en kan het hiermee rekening houden. Dit besef oefent op een abstracte manier invloed uit op de hechting.


Jij: een betrouwbare opvoeder zijn, waardering naar het kind uiten

Hoe zou je de volgende kinderen kunnen helpen om hun angsten te overwinnen? Lisa van 4 ziet een grote spin. Ze gilt het uit.

Neem de angst serieus, benoem het en toon begrip. Leg uit dat het gewoon is om soms bang te zijn. Bedenk samen een manier om er mee om te gaan. Door bijvoorbeeld plaatjes te laten zien of een leuk verhaaltje over een spin vertellen.

Hoe zou je de volgende kinderen kunnen helpen om hun angsten te overwinnen? Als Pim van 8 iets in de kring moet zeggen, klapt hij helemaal dicht. Hij is bang dat hij iets geks zegt.

Stel gesloten vragen en peil of hij met hulp wel wat wil vertellen. Indien niet dan apart nemen. Neem de angst serieus, benoem het en toon begrip. Leg uit dat het gewoon is om soms bang te zijn. Bedenk samen een manier om er mee om te gaan. Door te oefenen eerst thuis, dan met 1 of 2 vriendjes en dan uitbreiden.

Situatie
Ernstvan 2½ is lekker aan het spelen met de auto’s. Je vraagt hem op te ruimen omdat jullie buiten gaan spelen. Ernst kijkt je boos aan en zegt: ‘Nee, ik wil niet buitenspelen. Ik wil met de auto’s spelen.’
Hoe reageer je op Ernst?

Neem hem serieus, benoem het. Leg uit dat alle kinderen nu naar buiten gaan en dat hij niet binnen kan blijven. Bedenk samen een manier om er mee om te gaan, bij voorbeeld buiten met de trapauto’s spelen.

Situatie
Margot en Ilse van 4 spelen samen met de poppen in de poppenhoek. Je hoort Ilse tegen Margot zeggen: ‘Nee, dat moet je niet zo doen. Zo gaat de jurk stuk.’ Je ziet Margot verschrikt de pop van zich afgooien en weglopen.
Wat doe je?

Margot vragen waarom ze niet meer wil spelen. Waarom schrok ze zo -dacht dat ze de jurk had stukgemaakt of omdat Ilse commentaar had. Samen met Margot en Ilse bespreek je wat er gebeurd is: Dat het gooien van de pop niet de mooiste oplossing is. Zo leert Margot ook dat haar acties gevolgen hebben.

Waar of niet waar? Het is belangrijk dat kinderen altijd goed eten.

Niet waar. Gemiddeld wel, maar naar behoefte. Het is niet erg als zij zo nu en dan minder eten, bijvoorbeeld als zij minder hard groeien

Waar of niet waar?
Het is goed om kinderen voor het slapen gaan nog even goed uit te laten razen. Dan zijn ze lekker moe en vallen ze snel in slaap.

Niet waar. Drukke spelletjes voor het slapengaan betekent dat het veel langer duurt voor ze in slaap vallen. Zeker een half uur voor het slapen gaan rustiger aan doen helpt bij het in slaap vallen.

Waar of niet waar?
Vaste rituelen helpen kinderen om te accepteren dat zij naar bed moeten


Waar. Vaste rituelen helpen kinderen met het naar bed gaan, omdat de rituelen voorspelbaar worden is het voor de kinderen duidelijk wat er gaat gebeuren.

Waar of niet waar?
Het verblijf in een groep kan een kind helpen om zindelijk te worden.

Waar, maar dat ligt ook aan het kind. Ze zijn op een leeftijd dat zij andere kinderen imiteren. Het kind ziet andere kinderen op het potje gaan en wil dat dan nadoen

Waar of niet waar?
Het helpt niet om zindelijk te worden als je een kind steeds op een potje zet of vraagt of het moet plassen. Een kind vindt dat alleen maar vervelend.

Niet waar . In plaats van vragen, kun je ook op de signalen letten die het kind geeft als het moet plassen en het dan naar de wc begeleiden.. Een kind denkt er niet aan om te gaan plassen en moet er aan herinnerd worden. Maar dit moet wel stimuleren en ondersteunen. Te sturend werkt averechts.

Maak een mindmap en zet het woord ‘identificatie’ in het midden. Plaats daar omheen de belangrijkste steekwoorden met betrekking tot dit onderwerp uit de tekst.

vereenzelvigen met anderen





zelfbeeld,

erbij willen horen



Identificatie,



identiteit,

ontwikkeling

Identificatie-figuren



kopiëren,

Geef aan op welke je manier jij de ontwikkeling van het geweten kunt begeleiden. Fase tot 4 jaar

De fase van afhankelijkheid.
Jij: zelf het goede voorbeeld geven, belonen goed gedrag en corrigeren als dat nodig is, consequente aanpak.

Geef aan op welke je manier jij de ontwikkeling van het geweten kunt begeleiden. Fase 4-10 jaar

De fase van gevoeligheid voor goedkeuring en afkeuring
Duidelijk zijn in welk gedrag je afkeurt en niet het kind zelf.

Jij: voorbeeldgedrag, regels stellen, kinderen aan regels houden, praten over goed en kwaad, regels, gebruiken, enzovoort.
Sfeer creëren waarin als vanzelfsprekend bepaalde regels, waarden en normen gehanteerd worden, het kind terecht wijzen indien nodig en erover praten, uitleggen in begrijpelijke woorden wat het belang van regels is en van waarden en normen, groepsgevoel gebruiken om regels te handhaven.

Geef aan op welke je manier jij de ontwikkeling van het geweten kunt begeleiden. Fase 10-18 jaar

De fase van het zelfstandig onderzoeken van goed en kwaad
Jij: samen bespreken en afspreken van normen en regels, duidelijkheid geven over waar de grenzen liggen, respecteren van en aandacht hebben voor de zoektocht naar de eigen identiteit.

Leg uit waarom het belangrijk is dat je kinderenzoveel mogelijk hun eigen gang laat gaan bij creatieve activiteiten en hen niet voorschrijft wat zij moeten doen.


Je stimuleert hun eigen talenten door ze zelf materialen te laten kiezen en oplossingen te zoeken en zo hun fantasie de vrije loop te laten. Let niet op wat niet kan, maar alleen wat op wel kan. Door Vrij brainstormen komen ze op originele ideeën.

Op welke manier kunnen filosofische gesprekken bijdragen aan het denkvermogen, de creatieve ontwikkeling en de persoonlijkheidsvorming?

Omdat je kinderen uitdaagt om verder te kijken en te denken dan de dagelijkse dingen, daarvoor gebruiken ze hun fantasie en inlevingsvermogen.
Ze leren hun eigen wereldbeeld te verwoorden: hoe komt het dat je denkt zoals je denkt (analyseren van je eigen gedachten en de verschillen met anderen, nadenken over speculatieve vragen). Ze denken actief en leren denkvaardigheden en een eigen zienswijze. Ze ervaren dat hun argumenten er toe doen en serieus genomen worden.

Leg uit waarom mensen met een hoog IQ vaker problemen hebben dan mensen met een normaal IQ.


Ze vertonen vaak ander gedrag en worden niet altijd geaccepteerd. Omdat zij vaker onafhankelijk zijn agv zelfontplooiing en opzoeken van uitdagingen.Emotioneel en sociaal zijn zij daardoor soms onzekerder.

Hoe kun je kinderen met een hoog IQ het beste begeleiden?

Stimuleren door te bevestigen wat ze goed doen en minder gewenst gedrag te negeren. Laat hen zelf op onderzoek gaan. Help hen bij hun contacten met andere kinderen.

Hoe kun je kinderen met een laag IQ het beste begeleiden?

Zorg voor een rustige omgeving zodat ze niet afgeleid worden en begeleid ze actief.

Wat is doel van de Wet OKE

Het doel van de wet is om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren en de kwaliteit van de kinderopvang en de peuterspeelzalen op elkaar af te stemmen.

Op 1 augustus 2010 is de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie van kracht geworden. De wet wijzigt drie wetten: de 'Wet Kinderopvang', de 'Wet op het onderwijstoezicht' en de 'Wet op het primair onderwijs'.

Wat hebben het voeren van gesprekken en een relatie opbouwen met kinderen met elkaar te maken?


Door de gesprekken stimuleer je ontwikkeling zoal cognitieve ontwikkeling (taal en het denken), de sociale ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en de zelfredzaamheid. Door de interactie bouw je een vertrouwensband op.

Kun je met kinderen van 4 jaar ook filosoferen? Leg je antwoord uit.

  1. Dat kan als je het gesprek begint met een gebeurtenis en een open vraag.
  2. Daarna vervolgvragen als Waarom vind je die leuk, wat vind je er mooi aan.
  3. Afronden met de vraag hoe ze er nu over denken.

De bedoeling is om op verschillende manieren naar een onderwerp te kijken en dat het kind zijn mening kan uiten en onderzoeken

De pedagogisch werker behandelt het thema herfst in het kringgesprek. Waar moet je tijdens het kringgesprek op letten?

·komt het doel van het kringgesprek er goed uit;
·lukt het om de kinderen te boeien;
·doen alle kinderen goed mee, hebben zij er plezier in;
·opletten dat alle kinderen aan de beurt komen;
·zijn er nieuwe ideeën ontstaan in het kringgesprek.

Noem 2 activiteiten waarbij kinderen ontwikkelingen stimuleren

  • lezen (taalontwikkeling),
  • teamsport ( sociale ontwikkeling),
  • verhaaltjes verzinnen (cognitieve ontwikkeling/ ontwikkeling fantasie).

Welke functies heeft spel voor de lichamelijke ontwikkeling?


Ontwikkeling fijne en grove motoriek, reguleren van energie, zintuiglijke ontwikkeling.

Welke spelvorm hoort bij sociaal-emotionele ontwikkeling


Fantasiespel ( alle spelen waarbij kinderen hun fantasie gebruiken, bijvoorbeeld poppenspel, doktertje spelen) en sociaal spel als gezelschapsspelen, expressieve spelen als dans, muziek en toneel.

Welke functies hebben creativiteit en expressie voor de ontwikkeling?


Zich uiten, zich creatief ontwikkelen, oefenen sociale vaardigheden, vormen cultureel en kunstzinnig gevoel, ontwikkeling lichaam, motoriek en taal. Ze ontdekken waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden

Bedenk bij iedere ontwikkeling een expressievorm
- muzikale ontwikkeling

-Taal en spraakontwikkeling

-Concentratievermogen

-Geheugen –

-Motoriek –

-Sociaal-affectieve ontwikkeling

- muzikale ontwikkeling – liedjes zingen
-Taal en spraakontwikkeling – teksten oefenen
-Concentratievermogen – canon zingen
-Geheugen – muziekstuk oefenen
-Motoriek – instrumenten gebruiken
-Sociaal-affectieve ontwikkeling – samen zingen

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.


LVG (Licht verstandelijk gehandicapten)

Dansen
Blokken
Eenvoudig kleurrijk materiaal

dans
muziek

LVG

Dansen
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling



Blokken
Exploratief spel
Cognitieve en zintuigelijke ontwikkeling



Eenvoudig kleurrijk materiaal.
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling



dans
Fantasiespel
Sociaal emotionele ontwikkeling



muziek
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.

Baby’s
Optrekken, balspelletjes, kruipspelletjes

Wiegenhanger, Kiekeboe, rammelaar

Blokken, Eten, drinken


Liedjes zingen en klappen

Baby’s


Optrekken, balspelletjes, kruipspelletjes
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling

Wiegenhanger, Kiekeboe, rammelaar
Exploratief spel
Cognitieve en zingtruigelijk ontwikkeling

Blokken, Eten, drinken
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling

Liedjes zingen en klappen
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.
Peuters

Buiten spelen, fietsen
Vingerverven, Kleien, Zand en water

Duplo, puzzles

Poppen/lego, verkleedkleren
Vadertje/moedertje

  Peuters
Buiten spelen, fietsen
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling

Vingerverven,KleienZand en water
Exploratief spel
Cognitieve en zingtuigelijk ontwikkeling

Duplo puzzles
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling

Poppen/lego verkleedkleren
Fantasiespel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Vadertje/moedertje
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.

Kleuters

Klimmen trampoline

Geheugenspel Toren bouwen


Lego blokken


Rollenspel verkleden


Dieren uitbeelden ringenspel

Klimmen trampoline
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling

Geheugenspel Toren bouwen
Exploratief spel
Cognitieve en zingtuigelijk ontwikkeling

Lego blokken
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling

Rollenspel verkleden
Fantasiespel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Dieren uitbeelden ringenspel
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.

Onderbouw basisschool


Dansen, springen balsporten
Schilderen, Kleien speurtocht
Lego, timmeren
Toneel verhalen
Drama, Ik zie ik zie wat jij niet ziet

Onderbouw basisschool
Dansen, springen balsporten
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling

Schilderen, Kleien speurtocht
Exploratief spel
Cognitieve en zingtuigelijk ontwikkeling

Lego, timmeren
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling

Toneel verhalen
Fantasiespel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Drama, Ik zie ik zie wat jij niet ziet
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.

Bovenbouw basisschool


Skaten voetballen
Sieraden maken
Bouwdozen ministeck
Toneel verhalen Drama of mime
Gezelschapsspel Muziek dans

Bovenbouw basisschool


Skaten voetballen
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling

Sieraden maken
Exploratief spel
Cognitieve en zingtuigelijk ontwikkeling

Bouwdozen ministeck
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling

Toneel verhalen Drama of mime
Fantasiespel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Gezelschapsspel Muziek dans
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Geef voor deze groep kinderen aan welke spelvorm dit is en welke ontwikkeling het stimuleert.


Tieners



Tafelvoetbal Skaten, skeeleren

Handvaardigheid computerspelletjes


Webdesign, tekenen, ontwerpen kleding
Toneel, dans


muziek

Tieners



Tafelvoetbal
Skaten, skeeleren
Bewegingsspel
Grof motorische ontwikkeling

Handvaardigheid
computerspelletjes
Exploratief spel
Cognitieve en zingtuigelijk ontwikkeling

Webdesign, tekenen, ontwerpen kleding
Constructiespel
Fijn motorische en verstandelijke ontwikkeling

Toneel, dans
Fantasiespel
Sociaal emotionele ontwikkeling

muziek
Sociaal Spel
Sociaal emotionele ontwikkeling

Waarom zijn dansactiviteiten, bewegen, audiovisuele activiteiten en drama belangrijk voor kinderen?

Leren bewegen, leren lichaam te gebruiken om iets uit te drukken, uiten gevoelens, zichzelf presenteren, creatief bezig zijn en energie kwijtraken, contact met elkaar maken, ontwikkelen taalgevoel.

Bedenk bij elke functie van dans, bewegen, drama en audiovisuele middelen een activiteit.

  1. Lichamelijke ontwikkeling:
  2. Creativiteit:
  3. Taal:
  4. Gevoelens uiten:
  5. Presenteren:
  6. Sociale ontwikkeling:

  1. Lichamelijke ontwikkeling:Jan Huigen in de ton, jazzballet, streetdance.
  1. Creativiteit: vrij dansen op muziek, beelden in dans omzetten.
  2. Taal: teksten in dans omzetten, toneel/theaterstukken.
  3. Gevoelens uiten: agressie in dans omzetten, capoeira.
  4. Presenteren: catwalk, fotoshoots.
  5. Sociale ontwikkeling: elkaars bewegingen nadoen, met een tegenbeweging reageren op de beweging van een ander.

Waar moet je op letten bij het organiseren van activiteiten?

Rekening houden met met ontwikkelingsniveau, concentratievermogen en behoeften van de kinderen.
Praktische zaken als groepsgrootte, inzet collega.

Bij individuele activiteit met een kind rekening houden met rust zodat je ook echt aandacht aan het kind kunt geven.

Waarom is het bewust beleven van de seizoenen, het vieren van een aantal feesten door het jaar heen belangrijk?

Het bevordert het gevoel van veiligheid, vertrouwdheid en geborgenheid.. Het leven wordt er overzichtelijker en kinderen krijgen daardoor meer grip op hun leven.

De lichamelijke en motorische ontwikkeling

De lichamelijke en motorische ontwikkeling gaat over de wereld om je heen.  Dit is de ontwikkeling van het lichaam en de motoriek of het bewegen.

Welk gespreksdoel hoort bij deze vraag

  1. Vind jij dit mooi?
  2. Waarom was je boos?
  3. Hoe moet dat nu straks als...?
  4. Niet met de schop zwaaien!
  5. Als je meer wilt weten kijk dan bij....

  1. Aftasten – Vind jij dit mooi?
  2. Reflectie -Waarom was je boos?
  3. Onderzoeken – Hoe moet dat nu straks als…?
  4. Verbieden – directief ingrijpen is nodig. Niet met de schop zwaaien?
  5. Voorlichten of adviseren – Als je meer wilt weten kijk dan bij ….

Hoe reageer je op boosheid of agressie

Wat doe je:
  • open stellen
  • begrip tonen
  • autoriteit uitstralen
  • ondersteun je woorden met lichaamstaal

Luister actief (luisteren)
Vat de kern van het probleem samen (samenvatten)
Geef aan wat je gaat doen (analyse en oplossing)
Rond het gesprek positief af (afronden)

Wat wordt in het kader van gespreksdoelen bedoeld met aftasten

Het kind wil zich ergens een mening over vormen en tast bij jou af wat je ervan vindt.

Wat wordt in het kader van gespreksdoelen bedoeld met reflectie?

Dat je een standpunt naar voren brengt om je mening aan die van anderen te toetsen. De mening is al gevormd, maar het kind wil toetsen wat anderen ervan vinden. ze brengen dan hun mening heel stellig maar kijken verwachtingsvol of uitdagend.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo