DE grondrechten - Gelijkheidsrechten
7 belangrijke vragen over DE grondrechten - Gelijkheidsrechten
Art 1 van de grondwet stelt in de eerste regel dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden, wanneer zijn gevallen gelijk?
Wat is differentiatie en is dit geoorloofd?
De tweede zin van art 1 GW verbiedt discriminatie wegens godsdienst, ras en geslacht (persoonsgebonden groepskenmerken waar men geen afstand van kan doen zonder aantasting van de integriteit) etc. Is dit in alle situaties ongeoorloofd?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is indirecte discriminatie en is dit ook verboden?
- Indirecte discriminatie is onderscheid dat niet op grond van persoonsgebonden groepskenmerken wordt gemaakt maar op andere schijnbaar neutrale gronden waarbij in praktijk hetzelfde resultaat wordt bereikt als bij directe discriminatie
- Dit is volgens de algemene wet gelijke behandeling ook verboden
Wat bepaald art 2 van de grondwet?
- Lid 1: de wet regelt woe Nederlander is
- Lid 2: de wet regelt toelating en uitzetting van vreemdelingen dit is uitgewerkt is de vreemdelingenwet+besluit
- Lid 3: Uitlevering kan slechts geschieden bij verdrag, verdere voorschriften moeten bij wet geregeld worden. Dit is uitgewerkt in de uitleveringswet
- Lid 4: geeft eenieder het recht het land te verlaten behoudens uitzonderingen bij de wet bepaald
Wat bepalen art 3 en 4 van de grondwet?
- Art 3 bepaald dat alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn. Nederlanderschap vereist behalve bij gemeenteraad (art 130 gw, art b3 kieswet en art 10 gemeentewet)
- Art 4 bepaald dat kiesrecht een grondrecht is voor alle Nederlanders (behalve gemeenteraad) behoudens uitzonderingen (eerste kamer) en beperkingen (leeftijd)
Wat is het EU burgerschap?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden